Direct naar artikelinhoud
Wetenschap

Sportartsen tasten in het duister over plotse hartdood bij sporters: ‘We weten te weinig’

De Wielerbond is de enige federatie die haar 9.000 leden een jaarlijkse screening van het hart oplegt.Beeld Thinkstock

Soms sterft een jonge, kerngezonde sporter aan een hartstilstand. Na een piek van emoties gaat de aandacht dan snel weer liggen. ‘Maar intussen blijft het te vaak gebeuren’, zeggen sportartsen op een congres over het traumatiserende fenomeen. ‘We weten te weinig. Er moet een nationaal meldpunt komen.’

Sporten en sterven omdat je hart er onderdoor gaat. Het druist in tegen de boodschap dat we voldoende moeten sporten om gezond te blijven. Toch gebeurt het. Bij ouderen die zich al te bruusk aan een sportverslaving overgeven, maar ook bij jongeren, vooral mannen tussen 15 en 25.

Zo overleed de beloftevolle vijftienjarige wielrenner Jarne Lemmens drie weken geleden in zijn slaap na een training. Zijn piepjonge hart ­begaf het. Sinds april 2015 kwamen veertien sporters op diezelfde trieste manier in de media.

Wie dan denkt dat het aan extreme trainingen zal liggen, vergist zich. Het overkomt ook amateurs. In november 2016 stierf bijvoorbeeld Oona Henri (19) tijdens het joggen. Het klopt evenmin dat wielrenners en voetballers de grootste ­risico’s lopen op hartstilstand. Dat zijn vooral de meest populaire sporten, wat de kans vergroot dat het misgaat. Wetenschappelijk verantwoorde lijstjes met ‘te mijden’ en ‘veilige’ sporten, tijden of hartslaglimieten zijn er niet.

Vicieuze cirkel

Telkens er een dode valt, moet de vereniging van Sport-en Keuringsartsen (SKA) vragen beantwoorden. “Sommigen zijn onnodig ongerust, anderen klagen aan dat dit niet wordt voorkomen”, zegt woordvoerder Marc Geenen.

Maar dat blijkt lastig, legden binnen- en buitenlandse experten gisteren uit op een SKA-congres over ‘sportgerelateerde hartstilstand’. Het belangrijkste probleem is de vicieuze cirkel. Omdat dit uitzonderlijk is, is er te weinig kennis over oorzaken en hoe ze best op te sporen en te voorkomen. Daarom zijn preventieve screenings niet verplicht. Loopt het toch mis, dan wordt te ­weinig kennis verzameld om efficiënt aan ­preventie te doen.

Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) schat dat in Vlaanderen minder dan tien jonge mensen per jaar op deze manier sterven, al kent niemand het echte aantal. Het centrum dat het beleid adviseert, acht verplicht medisch onderzoek niet nuttig. Ook al omdat het geen volledige garantie biedt. Zo’n 85 procent van de risico’s kan worden opgespoord, zoals ­genetische afwijkingen of harten die door het sporten te groot zijn geworden of te veel littekenweefsel hebben aangemaakt.

Maar vijftien procent glipt dus door de mazen van dat net. Zo ook Lemmens en collega-wielrenner Jeroen Goeleven, die vorig jaar op zijn 25ste doodging. De Wielerbond is de enige federatie die haar 9.000 leden een jaarlijkse screening oplegt, maar dat voorkwam hun dood niet.

Autopsie terugbetaald

SKA en de experten op het congres hekelen echter een fatalistische houding. “Er zijn meer dan tien doden per jaar”, zegt SKA-voorzitter Tom Teulingkx. “Wij schatten dat het er zeker 30 zijn, maar ze blijven onder de radar. Bij wiegendood en doden door dodehoekongevallen zijn het ook kleine aantallen, maar zijn er maatregelen genomen. Waarom niet voor jonge sporters?”

Een belangrijke stap is recent wel gezet. Een nieuwe wet voorziet dat een autopsie nu terugbetaald kan worden na ‘sportgerelateerd overlijden’. “Dat zal veel meer informatie opleveren”, zegt sportcardioloog Hein Heidbuchel (UZA). Maar dan moet iemand daar ook iets mee doen. Daarom pleiten de experten nu voor een nationaal meldpunt waar alle sterfgevallen terechtkomen en experts de informatie analyseren.“Alleen zo kunnen we oorzaken vinden die we niet kennen”, zegt Teulingkx. “Er is mogelijk zelfs een verband met virale ziektes zoals de griep.”

Ook aan de kant van de preventie moet de ­vicieuze cirkel doorbroken worden. Want nu ­ondergaan enkel leden van de Wielerbond jaarlijks een hartonderzoek. Dat terwijl er in Vlaanderen drie miljoen sporters zijn. “Een verplichting is misschien net een stap te ver”, zegt Heidbuchel. “Maar SKA biedt sinds 2016 wel een in de wereld unieke methode om sporters bij de hand te nemen. Op sportkeuring.be kun je een vragenlijst invullen die aangeeft of een verder sportmedisch onderzoek voor jou is aangewezen. We garanderen een degelijk protocol.”

Internationaal pijnpunt

Zo’n 200.000 mensen vulden de lijst al in. Dat moeten er meer worden. “Sportfederaties en eventorganisatoren wijzen mensen veel te weinig op de vragenlijst”, zegt Teulingkx. Dat is internationaal een pijnpunt. “Sport is business. Clubs zijn niet happig om de boodschap te geven dat je kunt sterven aan sport”, zegt de Britse hart­patholoog en autoriteit Mary Sheppard (University of London). “Daarom gebeurt hier internationaal te weinig onderzoek naar.”

Al is ze hoopvol.“We krijgen de risico’s steeds beter in het vizier en in de toekomst zullen draagbare meettoestelletjes tijdens het sporten niet ­alleen je hartritme maar ook de circulatie en ­elektrische activiteit meten”, zegt Sheppard.

In afwachting daarvan hebben sportartsen vijf adviezen voor de leek. Teulingkx: “Vul die ­vragenlijst in. Sport niet als je ziek bent en voorzie dat je voor elke dag koorts een dag niet sport. Leer hartmassage geven. Dat is echt kinderspel en mondbeademing is niet nodig. Wij werken aan een filmpje. En zweer sport niet af. Want dat is voor het gros van de harten helemaal een slecht idee.”