75 jaar geleden: koning Leopold III naar Duitsland gedeporteerd
Op de avond van 6 juni 1944, de eerste dag van de geallieerde landing in Normandië, krijgt koning Leopold III op het Kasteel van Laken van zijn Duitse bewakers te horen dat hij ’s anderendaags naar Duitsland wordt gedeporteerd.
Het bevel voor de deportatie is enige uren daarvoor door Adolf Hitler gegeven. Het hoofdkwartier van de Gestapo in Brussel ontving die namiddag een bericht met de codenaam “Elbe”, het sein om een enveloppe met geheime instructies te openen. Want de operatie is al veel eerder voorbereid. Bij een geallieerde invasie in West-Europa mag Leopold niet langer in België blijven.
Leopold III wist wat hem zou overkomen. Later, tijdens de koningskwestie, zal zelfs worden beweerd dat de koning zelf aan zijn wegvoering heeft meegewerkt, maar dat klopt niet. Leopold schrijft immers nog diezelfde 6de juni een voor Hitler bestemde protestbrief tegen de wegvoering , die uiteraard niets zal uithalen.
Toch hebben sommige historici vermoed dat zijn protest eerder voor de vorm was. Een wegvoering zou het imago van de “gevangene van Laken“ immers oppoetsen.
Krijgsgevangene
Leopold III was formeel krijgsgevangen sinds 28 mei 1940, de dag waarop het Belgische leger zich overgaf aan het zegevierende Duitsland. Als opperbevelhebber had Leopold beloofd dat hij het lot van zijn soldaten zou delen.
De Belgische regering, die naar Frankrijk was uitgeweken (en later zou verhuizen naar Londen), verklaarde meteen dat de koning als krijgsgevangene “in de onmogelijkheid tot regeren” verkeerde en daarmee zijn bevoegdheden verloor. De regering had Leopolds houding afgekeurd, maar bij de bevolking vond hij veel instemming. Althans in het begin.
Leopold zou niet echt het lot van zijn soldaten delen. Hij verbleef het grootste deel van de oorlog in alle comfort op het Kasteel van Laken met zijn hofhouding. Hitler wilde dat zo. De Führer was allesbehalve gelukkig met de aanwezigheid van de koning in het bezette België, maar respecteerde zijn rang als staatshoofd.
Luitenant-kolonel Werner Kiewitz, in het burgerleven een diplomaat, diende als “adjudant van de Führer bij Z.M. de Koning der Belgen” om op Leopold te letten en als contactpersoon met Hitler te fungeren.
Hoewel onder voortdurende bewaking - er vertoefde daarvoor een SS-detachement in Laken – genoot de koning een zekere vrijheid : hij kon mensen ontvangen en vergezeld van zijn Duitse adjudant mocht hij uitstappen maken, zelfs naar het buitenland.
Eind 1941 trouwde Leopold totaal onverwachts met Lilian Baels, met wie hij al een tijd een geheime relatie had. In juli 1942 kreeg Lilian een zoon, prins Alexander. Het huwelijk en de geboorte zouden Leopolds populariteit bij de onder de bezetting lijdende bevolking aantasten.
Naarmate de oorlog voortduurde nam Hitlers argwaan voor Leopold toe. Enkele dagen nadat Italië in juli 1943 met Nazi-Duitsland brak, gaf hij opdracht de bewaking in Laken te versterken. Leopolds zuster Marie-José was immers getrouwd met de Italiaanse troonopvolger. Rond die tijd werden plannen voor een deportatie gemaakt.
De wegvoering
In de ochtend van 7 juni vertrekt Leopold, vergezeld van Kiewitz en enkele bedienden, maar zonder zijn vrouw Lilian of zijn moeder Elisabeth, per auto onder de hoede van een SS-escorte.
Hij rijdt eerst naar het kasteel van Ciergnon in de Ardennen om afscheid te nemen van zijn kinderen : Josephine-Charlotte, Boudewijn, Albert (de latere Albert II, die precies op 6 juni tien jaar is geworden) en Alexander. Vanwege het gevaar voor bombardementen verbleven de koningskinderen meestal in Ciergnon.
Daar aangekomen blijken de kinderen vertrokken te zijn naar Laken… blijkbaar om hun vader te begroeten! Na enkele telefoons met Lilian in Laken, moet Leopold verder reizen.
Intussen is een tweede Führerbefehl naar Brussel gestuurd. Hitler wil dat ook Leopolds gezin naar Duitsland wordt gevoerd. Koningin-moeder Elisabeth zendt meteen een telegram naar Hitler om te protesteren. Tevergeefs. Lilian en de kinderen moeten vertrekken. Alleen Elisabeth blijft in Laken achter.
Leopold heeft intussen de eerste nacht doorgebracht in een hotel in Luxemburg. Na een reis door Duitsland overnacht hij in het bekende hotel Am Elefant in Weimar, om de dag erop, 9 juni zijn eindbestemming te bereiken : Hirschstein in Saksen. Zijn gezin volgt dezelfde route en arriveert een paar dagen later.
Een “oud en verrot kasteel”
In Hirschstein verblijft de koninklijke familie onder strenge bewaking in een middeleeuws kasteel, nu volledig onder de hoede van SS-officieren, want voor de welwillige kolonel Kiewitz is er geen plaats meer.
Of de leefomstandigheden in dit “oud en verrot kasteel” zo slecht zijn als achteraf zal worden beweerd, is een punt van discussie. Leopold zou teleurgesteld zijn geweest dat hij niet naar de Alpen was gevoerd.
Wel gaat Kiewitz op 12 juni 1944 bij Hitler vragen om Leopold een beter en aangenamer verblijf te geven, maar die gaat daar niet op in. Enkele dagen later schrijft Leopolds voormalige Duitse adjudant een nota waarin staat dat prinses Lilian hem verzocht heeft daarover bij Hitler aan te dringen. Lilian zou daarbij gewezen hebben op Leopolds loyaliteit tegenover de Führer en diens hoop dat hij hem nog politiek van dienst zou kunnen zijn !
Als deze “laatste boodschap van Kiewitz”’ veel later aan het licht komt (in 1985, Leopold III is dan al overleden), zal prinses Lilian dit alles met klem ontkennen. Of Kiewitz de waarheid vertelde is moeilijk te achterhalen. Mogelijk wilde hij hiermee zichzelf belangrijk maken. Kort daarop valt hij in ongenade en wordt zelfs gearresteerd voor zijn (vermeende) betrokkenheid in de aanslag tegen Hitler die de maand daarop plaats vindt.
Intussen leven Leopold, zijn vrouw en kinderen vrij comfortabel in Hirschtein. Ze beschikken over een kleine Belgische entourage van hovelingen : burggraaf Gatien du Parc Locmaria, de gouverneur van prins Boudewijn, Leopolds kabinetsmedewerker Willy Weemaes en een ordonnansofficier, majoor Orphée Gierts. Verder zijn negen bedienden uit het paleis meegekomen.
Het verblijf op het kasteel is weinig opwindend. De koningskinderen krijgen intussen zo goed als het kan les van Leopold, zijn vrouw en de hovelingen. De koning controleert regelmatig de schriften van zijn kinderen en organiseert examens waarbij hij zelf de jury voorzit.
Het koninklijk gezelschap verkeert negen maanden in Hirschstein. Op 7 maart 1945 moet het daar weg, wellicht omdat het Rode Leger Saksen nadert. Hun SS-bewakers brengen Leopold en zijn gevolg over naar Oostenrijk, waar ze worden ondergebracht in een villa in Strobl, in het lieflijke Salzkammergut.
Op 7 mei, de dag waarop Duitsland beslist te capituleren, worden ze er door Amerikaanse militairen bevrijd.
Het begin van de Koningskwestie
Leopold en zijn gezin komen gezond en wel uit de oorlog, maar het zal nog vijf jaar duren voordat ze naar België kunnen terugkeren. In het bevrijde vaderland is inmiddels de Koningskwestie uitgebroken: er zijn nogal wat redenen om ontevreden te zijn over de houding van de koning tijdens de bezetting.
Een van die redenen heeft rechtstreeks met zijn wegvoering te maken. In januari 1944, toen hij wist dat een deportatie dreigde, schreef Leopold III een merkwaardige tekst neer. Dit document, dat bekend zou worden als zijn ‘politiek testament’, was bestemd voor de Belgische regering voor geval hijzelf niet in het land zou zijn bij de bevrijding. Ook de geallieerde leiders zouden een exemplaar krijgen.
Toen de Belgische regering van Hubert Pierlot in september 1944 naar Brussel terugkeerde, ontving ze inderdaad het politiek testament. Maar de ministers schrokken erg van de inhoud. De koning toonde in zijn tekst weinig respect voor de regering, het verzet en de geallieerden.
Toen de Britse premier Churchill er kennis van nam, zei hij “het stinkt”. De regering maakte de tekst niet bekend, maar voor veel politici had Leopold het verkorven. De terugkeer van de koning werd een heel moeilijke zaak…