Direct naar artikelinhoud
Interview

‘Ik sta vierduizend euro van mijn parlementaire wedde af, maar zal nog altijd meer verdienen dan mijn collega’s bij de Aldi’: Nadia Moscufo en Maria Vindevoghel (PVDA)

‘Ik sta vierduizend euro van mijn parlementaire wedde af, maar zal nog altijd meer verdienen dan mijn collega’s bij de Aldi’: Nadia Moscufo en Maria Vindevoghel (PVDA)

De PVDA zetelt voor het eerst in het Vlaams Parlement, en in de Kamer gaat de partij van twee naar twaalf verkozenen. Als België vorige maandag wakker werd in een nieuwe wereld, dan geldt dat zeker voor de Waalse kassierster Nadia Moscufo (55) en de Vlaamse poetsvrouw Maria Vindevoghel (61).

Proficiat, dames. Waren jullie verrast?

Vindevoghel: “We hadden wel verwacht dat we met de Brusselse lijst een verkozene zouden hebben in de Kamer. Dat hadden we voelen aankomen na onze goede uitslag bij de gemeenteraadsverkiezingen, al weet je het natuurlijk nooit zeker. Maar kijk: het zijn er twee geworden, Nabil (Boukili, red.) en ik.”

Moscufo: “Dat is niet alleen onze verdienste, hè, maar die van het collectief.”

En waren jullie tevreden over jullie eigen uitslag?

Moscufo: “Onze voorkeurstemmen? De RTBF vroeg me er ook naar, en ik moest eens goed nadenken: hoeveel waren het er alweer? (lacht) Iets van een zevenduizend?”

Vindevoghel: “Voor ons is het belangrijk dat we in de Kamer van twee naar twaalf verkozenen gaan, dat is de echte overwinning. En dat we nu in Vlaanderen ook verkozenen hebben, is uniek. Geen enkele andere partij heeft verkozenen in de drie gewesten. Daar ben ik heel fier op.”

Was zondagavond erg emotioneel?

Moscufo: “Emotioneel? Aan de basis van ons engagement liggen alleen maar emoties. Die zijn de motor. Verontwaardiging, onder meer, over wat de vorige regering ervan gebakken heeft voor de mensen. Hoe kun je daar niet door geraakt zijn? Vooral omdat wij het op dezelfde manier beleefd hebben als de kleine man: facturen, facturen, facturen. Een poetsvrouw betaalt vandaag meer belastingen dan een multinational.”

Vindevoghel: “Neem zo’n bedrijf als UPS. Dat maakt miljoenen euro’s winst en heeft dan ook nog eens 4 miljoen aan staatssteun gekregen, maar nu gaat het honderd mensen ontslaan en vervangen door freelancechauffeurs, met andere woorden: schijnzelfstandigen. Toen ik indertijd begon te werken, kreeg ik na zes maanden al een contract van onbepaalde duur en na vijf jaar kreeg ik als poetsvrouw een bediendecontract. Tegenwoordig gaat het de omgekeerde richting uit: vaste contracten worden vervangen door freelancers of uitzendkrachten, om de winst te maximaliseren. En ze komen ermee weg ook, terwijl ze amper 2 procent belasting betalen. Ik vind: de miljonairs hebben óók het recht om belastingen te betalen. (lacht)

Moscufo: “Wij komen zelf uit de arbeidersklasse die de rijkdom van die multinationals produceert. Daarom vechten wij voor een betere herverdeling.”

Vindevoghel: “We zijn tevreden omdat de mensen voor ons programma hebben gestemd en niet voor onze bekende kop. Ik heb overal gevoeld dat de mensen met dezelfde klachten kwamen: huisvesting, facturen, pensioenen. Veel mensen, vooral vrouwen, hebben me verteld dat ze met een pensioen van minder dan 1.000 euro moeten rondkomen. Eén kwam huilend naar me toe omdat ze haar medicatie niet kon betalen. Wij hebben een programma dat een antwoord biedt op de problemen van die mensen. Er heerst echt woede op straat, van wie weinig heeft tegen wie veel heeft.”

Als u het hebt over emoties, dan gaat het vooral over woede?

Moscufo: “We zijn geen softies, hè. (lacht) Maar we blijven niet hangen in woede, we maken een heldere analyse van wat er fout loopt. Die analyse luidt: we kunnen zo niet verder. Nooit waren er zo veel miljonairs en miljardairs – met hoeveel zijn ze niet? – en tegelijk was er nooit zo veel armoede. Vandaar onze maatschappijvisie: we moeten naar boven meppen, en niet naar beneden stampen.”

Vindevoghel: “Men zegt de hele tijd dat Wallonië en Vlaanderen helemaal anders hebben gestemd, maar dat is niet zo. Wat leeft bij de arbeiders in Wallonië, leeft ook bij de Vlamingen. De politici willen het zuiden uitspelen tegen het noorden van het land, maar als ik met de man in de straat sprak, trok níémand van leer tegen ‘de Walen’. Ze waren kwaad omdat er de voorbije vier jaar veel maatregelen genomen zijn die hen benadeelden.”

We kunnen toch niet ontkennen dat Vlaanderen en Wallonië anders hebben gestemd?

Moscufo: “Kijk naar ons resultaat: ook in Vlaanderen maken we een enorme sprong.”

Vindevoghel: “We hebben nu meer stemmen gehaald in Vlaanderen dan in 2014 in Wallonië. Zie je? Dat toont dat er ook in Vlaanderen goodwill is. Dat wordt in de media weleens onderschat.”

We zitten hier toch?

Moscufo: “(lacht)

Vindevoghel: “En dat je met iemand uit elk van de twee landsdelen praat, is nog beter. (lacht)

Moscufo: “Of het nu in Antwerpen, Brussel of Luik was, de mensen die wij tegenkwamen, voelden krek dezelfde woede. Jammer genoeg heeft Vlaams Belang in Vlaanderen een deel van die woede gerecupereerd. Ik denk dat dat de verantwoordelijkheid is van de traditionele partijen, die hun lesje maar niet leren. Ze voeren een ultraliberaal beleid en laten de mensen aan hun lot over: zo drijf je ze in de armen van Vlaams Belang. Maar het is duidelijk dat de oplossing voor hun problemen niet van Vlaams Belang zal komen. Die partij heeft tijdens de campagne niet haar ware gelaat getoond.»

Er is een groot verschil tussen wat ze op straat vertellen en wat ze in het parlement verkondigen?

Vindevoghel: “Ze zijn met een sociaal programma op de proppen gekomen om stemmen te ronselen, maar je zult zien: het zal snel gedaan zijn als ze in het parlement hun mond opentrekken.”

Moscufo: “Dat hebben ze trouwens al gedaan: ze hebben tegen de verhoging van het minimumloon gestemd, ze waren voor de uitsluiting van jonge werklozen en tegen ons voorstel – een constructief voorstel! – om de parlementaire weddes te verlagen. Wat een oplossing zou geweest zijn voor de enorme kloof tussen de politieke kaste en de gewone mensen. Ook dat degouteert heel veel Belgen.”

Vindevoghel: “Ik voelde dat heel sterk aan als ik in debat ging met andere politici: die mensen leven in een bubbel. Ze kennen de realiteit niet. Ze staan niet met de voeten in de modder.”

Veel mensen vinden jullie even extremistisch als Vlaams Belang. De PVDA heeft haar roots in het maoïsme en zwoer pas in 2008 het stalinisme af.

Moscufo: “Vindt u dat ik er extreem uitzie? (lacht)

Vindevoghel: “Mao en Stalin zijn al lang dood, hoor. (lacht) Je moet naar ons programma kijken, en dat is allesbehalve extremistisch. Ik vind het veel extremer dat we het normaal vinden dat in onze samenleving 400.000 mensen langdurig ziek zijn en geen waardig bestaan kunnen leiden.”

Moscufo: “De traditionele partijen zetten extreemlinks en extreemrechts nu in dezelfde hoek. Ik zou me in hun plaats eerder afvragen: ‘We zitten met een probleem, de mensen geloven niet meer in de politiek, wat gaan we daaraan doen?’ Wanneer gaat de PS bijvoorbeeld eens aan zelfanalyse doen? Ze hebben de werkloosheidsuitkeringen beperkt toen ze in de regering zaten, verdorie!”

Zij zitten ook in die bubbel?

Vindevoghel: “Het is toch niet normaal dat de arbeiders niet vertegenwoordigd zijn in het parlement, op Meryame Kitir (sp.a, red.) na? Het zijn allemaal advocaten en dokters. Die kennen het terrein niet. Eergisteren was ik nog bij Swissport, waar een staking aan de gang is omdat de bazen onduidelijk hebben gecommuniceerd over het asbest dat was vrijgekomen tijdens verbouwingen. Weet je dat de arbeiders zelfs geen toiletten hebben? Ze moeten hun gevoeg in een zakje doen en dat dan weggooien. Welke politici zijn zich ervan bewust dat arbeiders anno 2019 in zulke omstandigheden moeten werken?”

Moscufo: “Het is ongelooflijk wat de werkgevers zich mogen veroorloven. Ik ken een callcenter in Sart waar mensen tijdens de werkuren niet naar het toilet kunnen gaan, omdat ze tot op de seconde worden gechronometreerd. Dat soort praktijken wordt beschermd door beslissingen die in het parlement zijn genomen. Ze geven cadeaus aan de werkgevers, die alleen maar geïnteresseerd zijn in het verhogen van de productiviteit: hun logica is de onze niet. Dáár gaat het over, en daarom hebben we meer arbeiders nodig in het halfrond.”

Zult u zich daar wat thuis voelen, tussen al die dokters en advocaten?

Moscufo: “Ik heb er nog geen stap binnen gezet: weet ik veel. (lacht) We gaan toch vooral ons werk op het terrein voortzetten. Maria, ik en alle verkozenen. Naast ons parlementaire werk zullen we ook militant blijven – we moeten nog overleggen hoe we dat zullen doen.”

Valt deze job te combineren met een job als kassierster bij de Aldi?

Moscufo: “Ah nee, dat niet. Ik werk ook niet meer bij de Aldi, maar ik heb wel 21 jaar achter de kassa gezeten. Nu werk ik al twaalf jaar voor Geneeskunde voor het Volk. Zo ben ik trouwens bij de PVDA beland: in 1985 ben ik uitgevallen met een depressie. Ik was lang niet de enige arbeidster. Mijn behandelende arts – die intussen naast mij zit in de gemeenteraad – heeft me heel goed verzorgd, maar hij heeft me ook doen inzien dat zulke gezondheidsproblemen geen individueel, maar een maatschappelijk probleem zijn. Toen heb ik aangevoeld hoe belangrijk de sociale strijd is.

“Mijn punt is: we zullen ook buiten het parlement de sociale strijd blijven voeren, met middenveldorganisaties en de vakbond. In het parlement zelf zullen we voortbouwen op het werk van Raoul (Hedebouw, red.) en Marco (Van Hees, red.). En nu we met twaalf zijn, kunnen ze ons nog minder gemakkelijk onder de mat vegen. We zijn geen quantité négligeable meer, net als de duizenden kiezers die voor een authentiek linkse partij hebben gekozen. Dat is ongezien.”

Gaan jullie anders aan politiek doen dan de rest?

Vindevoghel: “Dat deden Raoul en Marco al: als ze spreken, richten ze zich tot het volk en niet, zoals de anderen, tot hun eigen clubje.”

Moscufo: “Ik heb informateur Didier Reynders horen zeggen dat hij in alle discretie gesprekken gaat voeren. Waarom moet dat in alle discretie? Dat doet mij denken aan gefezel in achterkamertjes, in het verborgene. En dan doet hij alsof dat iets nobel is! Ons kent ons, dat is toch net het tegendeel van democratie?”

Vindevoghel: “Dat appreciëren de mensen: we zijn eerlijk en zullen niet veranderen eenmaal we op dat stoeltje zitten. We doen het niet voor de postjes. Nogmaals: het programma telt, niet mijn gezicht.”

Nochtans is uw gezicht ons niet onbekend. We hebben u ooit dagenlang in het nieuws door een megafoon zien roepen, na het faillissement van Sabena in 2001.

Vindevoghel: “Ik zit al in de vakbond sinds de jaren 80. Eerst als lid en militant, dan als afgevaardigde. Dat is de rode draad in mijn leven: opkomen voor de werkende mens. Ik kan niet tegen onrecht, dat heb ik nooit gekund.

“Ik ben afkomstig uit Anzegem, bij Kortrijk. Mijn ouders waren geen lid van de vakbond, ze waren boeren. Maar ze waren wel doordrongen van rechtvaardigheidsgevoel. Als kind had ik dat ook al. Later ben ik naar Brussel gekomen om werk te zoeken. Tijdens mijn eerste job werd ik al geconfronteerd met misstanden. De industriële wasserij in Anderlecht waar ik werkte, werd uitgebaat door een tang van een vrouw, ik heb haar zelfs ooit een van mijn collega’s een tik zien verkopen.”

Moscufo: “Oufti! Echt?”

Vindevoghel: “Ik spreek nu over het begin van de jaren 80. Later ben ik naar Sabena Cleaning gegaan en werd ik snel verkozen tot déléguée. En toen ging Sabena failliet, een van de meest dramatische faillissementen van het land. Dat was enorm zwaar, we zijn toen in de steek gelaten door alle politici. Ik heb er in die dagen nooit één gezien, op die van de PVDA na: die stonden aan onze zijde. Altijd. Dat is het verschil met alle andere partijen. Overal waar de arbeiders strijd moeten leveren, duiken zij op.”

Nadia Moscufo (links): ‘De parlementariërs geven alleen maar cadeaus aan de werk­gevers. Hun logica is de onze niet: we hebben meer arbeiders nodig in het halfrond.’

Daarna bent u uit beeld verdwenen. Hoe is het u verder vergaan?

Vindevoghel: “Na het faillissement heb ik gevochten om terug te keren naar de luchthaven, omdat de mensen dat wilden. Ik ben gaan werken voor Flightcare, dat uit de as van Sabena was ontstaan. Daar ben ik in 2005 ontslagen, omdat ik mijn werk als vakbondsafgevaardigde te goed deed. Op een gegeven moment was er een hittegolf en hield het management zich niet aan de reglementen – ze moesten gratis water voorzien en extra pauzes – en ben ik tussengekomen. Dat werd me niet in dank afgenomen: dezelfde avond stond ik op straat. Nadien ben ik bij het ACV aan de slag gegaan.”

Waarom bent u dan geen lid geworden van CD&V?

Vindevoghel: “Ik had Inge Vervotte achterna kunnen gaan, maar onze wegen zijn gescheiden. (lacht luid) Ik vind dat de CD&V haar werknemersvleugel nog onvoldoende verdedigt. Daarom ligt mijn sympathie al heel lang bij de PVDA.”

Mevrouw Moscufo, hoe is het bij u gelopen?

Moscufo: “Ik ben in Herstal geboren, maar mijn ouders zijn migranten. Ze zijn afkomstig van Molise, een Italiaanse regio, naast de Abruzzen.”

Waar de familie Di Rupo haar roots heeft.

Moscufo: “(rolt met de ogen) Oui, lui. Mijn moeder en vader werkten bij FN Herstal. Als arbeiderskind had ik het niet gemakkelijk op school. De slaagkansen liggen gewoon lager als je uit de arbeidersklasse komt. Ik zeg dat niet om medelijden te wekken. (lacht) Ik zeg dat omdat ik toen voor het eerst in opstand ben gekomen. Leraars en schooldirecteurs lieten mijn ouders bij hen komen: ‘Ze kan het wel, mevrouw, maar ze is lui.’ Ik ben veel, maar ik ben níét lui. Dat ik het niet goed deed, kwam niet door mij, maar door de school. Ze hadden me mijn zelfvertrouwen afgenomen. Maar ik wil niet de calimero uithangen: ik heb er mijn kracht van gemaakt. Nog altijd revolteer ik tegen ons onderwijssysteem, dat de ongelijkheid in de hand werkt. Toen mijn kinderen geboren werden, heb ik voor hen een spaarrekening geopend, voor het geval dat ze ooit naar de universiteit zouden gaan. Toen ze 18 werden, had ik een mooie som bijeengespaard en kon ik het inschrijvingsgeld betalen, maar mijn kinderen zijn nooit gaan studeren. Het is een straatje zonder eind. Het systeem houdt de sociale ongelijkheid nog altijd in stand. Daarom willen wij het budget voor onderwijs optrekken tot 7 procent van het bruto binnenlands product.”

Bent u na uw schooltijd meteen bij Aldi gaan werken?

Moscufo: “Nee, eerst bij een andere supermarkt, de Choc Discount. Daar hadden de kassiersters zelfs geen stoelen, ze moesten het stellen met twee omgekeerde drankkratten. Ook bij Aldi werd ik geconfronteerd met de penibele toestand waarin vooral vrouwen moeten werken. We kregen nooit een voltijds contract. Omdat we vrouwen waren, vonden ze dat we halftijds moesten werken, zodat we voor de kinderen en onze echtgenoot konden zorgen. Maar wie heeft me ooit gevraagd of ik het wel oké vond om de klok rond moeder te zijn? Wie heeft me ooit gevraagd of ik wel een echtgenoot wilde? Dát is mijn drijfveer: dat vrouwen in onze ongelijke samenleving nog eens extra het slachtoffer zijn.

“Ik ben nu 55: het merendeel van mijn collega’s bij Aldi kan niet meer werken, omdat ze tendinitis en rugproblemen hebben. En dan wil madame De Block langdurig zieken weer aan het werk zetten. Daar heb ik in theorie geen probleem mee, maar dan moeten er wel aangepaste jobs zijn, en die zijn er bij Aldi zeker niet. Want wie aan de kassa zit, moet ook de rekken vullen en poetsen.”

Binnenkort bent u allebei vertegenwoordiger van het volk: een hele verandering.

Moscufo: “Voor mij gaat er niet veel veranderen, behalve dat ik straks drie keer per week naar Brussel moet. Ik heb Maria al gevraagd of ik niet af en toe op haar zetel mag blijven slapen. (lacht)

U neemt geen bescheiden studio als pied-à-terre in de hoofdstad? Met uw parlementaire wedde zou dat er wel vanaf kunnen.

Moscufo: “Ah, maar u weet dat wij bij de partij strenge principes hanteren op dat vlak: we dragen een deel af en behouden min of meer hetzelfde loon als voordien. Dat wil zeggen: rond de tweeduizend euro, het mediane inkomen. Dat is nog altijd meer dan mijn ex-collega’s bij de Aldi verdienen.”

Vindevoghel: “Wij vinden dat heel belangrijk. Als je meer dan 6.000 euro per maand opstrijkt, verlies je alle realiteitsbesef. Dan vóél je het niet wanneer de btw op elektriciteit stijgt van 6 naar 21 procent. Vijftig euro meer of minder: dat doet er dan niet toe. Die mensen vinden dat iedereen langer moet werken, maar ze sturen zichzelf wel vroeger met pensioen. Ik heb me niet verkiesbaar gesteld om me te verrijken, ik wil de arbeiders dienen. Ik blijf leven zoals ik nu leef, ik woon in een volksbuurt in Molenbeek en ik blijf daar.”

Moscufo: “Als iemand harder wil werken en meer verdient, dan is dat prima, maar het gaat hier over de mensen die voor ons allemaal moeten beslissen. We vinden dat het parlementaire loon moet worden gehalveerd. Ze zouden nog altijd niet arm zijn, hoor.»

Vindevoghel: “Zeker niet met alle andere voordelen die ze zichzelf gunnen. Dat is wel grappig: wij strijden al jaren voor gratis openbaar vervoer in Brussel. Onze politieke tegenstanders zeggen dan: ‘Gratis bestaat niet.’ Maar als parlementair rijden zij wél gratis met het openbaar vervoer. Gratis bestaat niet, behalve voor henzelf. (lacht)

© Humo