Direct naar artikelinhoud
ReportageVenezuela

Maracaibo, ooit de ronkende motor van Venezuela, is een wrak van een stad geworden

Op de markt ligt alleen nog van vlees de goedkoopste soort: varkensoren, kippenvleugels, ingewanden, goed om soep van te trekken.Beeld NYT

Maracaibo was een moderne, levendige havenstad, de motor van de nationale economie, het Antwerpen van Venezuela. Nu is de stad uitgestorven, de winkels zijn leeggeplunderd, de straten onguur. De bewoners die nog niet zijn vertrokken, overleven tussen schaarste en stroomstoringen.

Op de boulevard van Vereda del Lago lijkt er niet zoveel aan de hand. Het is vroeg in de middag en drukkend warm, en het stadspark langs het enorme meer van Maracaibo ademt loomheid. Kinderen fietsen over het asfalt, het grijze water kabbelt tegen de kade. Auto’s vol families maken een tussenstop om af te koelen bij de lichte bries die van het water komt. Een popcornverkoper rijdt heen en weer over het trottoir, een gele vlam achter het glas.

Maar achter dit gemoedelijke tafereel ligt een stad in verval. Het centrum was altijd vrolijk en bruisend. Toeterende auto’s en wild overstekende voetgangers vochten om voorrang. Nu zijn de straten zelfs op een gewone maandag vrijwel uitgestorven. In de oude stad zijn van iedere vijf winkels er vier gesloten, de rolluiken naar beneden, de namen met witte verf overgeschilderd. Een speelgoedwinkel is nog open. Omringd door ballonnen, strandballen en feestartikelen tuurt eigenaar Efraín Peñuela over de lege straat. Van de acht werknemers is er nog een over. De rest is vertrokken naar Colombia. “We leven van de ene dag op de andere, wat moeten we anders?” Verkopen doet hij bijna niets meer. “Wie viert er feest als hij honger heeft?”

Bedorven vis

Tekorten zijn er in heel Venezuela, maar Maracaibo is extreem. Bij de verdeling van het schaarse voedsel, stroom en brandstof wordt de hoofdstad Caracas ontzien, de provincie heeft het nakijken. Veel wijken hebben maar een paar uur per dag elektriciteit, sommige zitten al weken zonder. Dat betekent geen stromend water, geen lift, geen telefoon en geen ventilator op een plaats waar het ’s nachts 30 graden kan zijn. “Het maakt de stad dood”, zegt politiek analist Efraín Rincón, professor aan de universiteit. “Winkels kunnen niet op normale tijden open, scholen blijven gesloten, mobiel bellen is een ramp, voedsel bederft.”

Deze speelgoed­winkel is een van de enige zaken die nog open zijn in de oude stad. Eigenaar Efraín Peñuela: ‘We leven van dag tot dag.’Beeld Edwin Koopman

Bij Las Pulgas, een overdekte markt achter de veerbootterminal, ligt vis bij 35 graden en zonder koeling op houten slachtblokken, soms niet eens in de schaduw. In de smalle doorgangen is de stank zo penetrant dat niet is uit te maken of hij afkomt van de rottende resten op de grond of van de handelswaar zelf. De markt is de spiegel van de samenleving in crisistijd. Vlees ligt er alleen nog van de goedkoopste soort, varkensoren, kippenvleugels, ingewanden. “Om soep van te trekken”, zegt de slager achter een stapel stukgehakte koeienpoten.

Op houten tafeltjes in de belendende straten liggen de pasta, het maïsmeel en de anticonceptiepillen die in winkels en apotheken niet meer zijn te krijgen. Afrekenen kan alleen in contanten, dit is de informele economie met smokkelwaar en achterover gedrukte spullen – daar heeft de fiscus niets mee te maken. Immense stapels bankbiljetten, waardeloos geworden door de hyperinflatie die het maandloon heeft teruggebracht tot omgerekend 5 euro per maand, liggen met elastiekjes gebundeld tussen de koopwaar.

Gasvoorraden

Maracaibo heeft zijn geografische ligging niet mee. De elektriciteit komt helemaal van het andere einde van Venezuela via een stokoude kabel onder aan de brug de stad binnen. Maracaibo is als laatste aan de beurt. De nabijheid van Colombia helpt ook niet. Gesubsidieerd voedsel, brandstof en geld verdwijnen massaal over de grens, net als de bewoners. De tweede stad van Venezuela telde ooit 1,6 miljoen mensen, maar volgens deskundigen is een vijfde al vertrokken – dubbel zoveel als in de rest van Venezuela.

“Onze ligging aan de rand van Venezuela heeft onze mentaliteit gevormd”, zegt Rincón. Republiek Zulia, noemen de bewoners hun deelstaat. De brug over de smalle zeestraat die het meer bijna afsluit, gaf pas in 1962 een vaste verbinding met de rest van Venezuela. De bewoners zijn trots, eigengereid en antihoofdstad, ver van het centrum maar niet provinciaals. “Colombia en Aruba waren altijd dichterbij dan de hoofdstad Caracas. We hadden altijd meer contact met het buitenland dan met onze buurprovincies.”

Maracaibo was ooit een moderne, ondernemende stad en de motor van de Venezolaanse economie. Hier pompte Shell honderd jaar geleden de eerste Venezolaanse olie op. Vanuit deze haven werden tijdens de Tweede Wereldoorlog de geallieerden voorzien van brandstof. Ruim een eeuw lang werden op en rond het meer enorme voorraden aan olie en gas gewonnen en verscheept naar het buitenland. De whiskey vloeide er net zo rijkelijk als de gratis benzine voor de luxe 4-wheel drives van de olie-executives uit de hele wereld. Airconditioning was ook in arme huishoudens standaard.

In maart werd Venezuela geplaagd door een algemene black-out. Heel deze supermarkt in Maracaibo werd leeg­geplunderd – een van de vele.Beeld AFP

Vergane glorie

Maar die tijd is voorbij. Bewoners struinen de stad af op zoek naar voedsel, moeten lopend naar hun werk, klimmen in de hitte vijf of tien verdiepingen naar boven met tassen vol drinkwater of sluiten aan bij de rij voor de pomp. Wie over het meer uitkijkt, ziet in de verte roestige kranen en schoorstenen, getuigen van de vergane glorie. Uit een van de pijpen wakkert nog een gasvlam, als om de herinnering aan betere tijden levend te houden. “Dit alles is een gevolg van een ideologisch, populistisch en autoritair project met als doel de vernietiging van onze grootste rijkdom: de olie”, zegt Rincón emotioneel. “Corruptie, spilzucht en wanbeleid hebben ons veranderd in een volk van bedelaars.”

Begin maart, toen in vrijwel heel Venezuela bijna een week lang de stroom uitviel, kwam de frustratie tot uitbarsting. Tijdens de derde stroomloze nacht werden meer dan vijfhonderd winkels geplunderd, waaronder 22 supermarkten. “Met auto’s reden ze hier door de glazen pui om alles beter te kunnen inladen”, zegt Juan Carlos Kock van luxe winkelcentrum Sambil. Hij wijst op de splinternieuwe glazen toegangsdeuren. Alleen hier al werden meer dan honderd zaken leeggeroofd. Merkartikelen van Adidas, Zara en Casio waren als eerste aan de beurt.

Corruptie

De stad is gehavend door de volkswoede. Van hotel Brisas del Norte staan alleen de muren nog overeind. Sanitair, verlichting, bedrading en leidingwerk zijn eruitgehaald. Tot op de vijfde verdieping zijn zelfs de aluminium kozijnen meegenomen. Winkelcentrum Ferre Mall, een paar kilometer verderop, is compleet gesloopt. Binnen staan alleen nog wat rekken waar ooit spullen op lagen. Gemengde kleuren op de vloer verraden het verleden van een verfwinkel. Uit de gebedsruimte van een evangelische kerk zijn zelfs de toiletpotten meegenomen. Kinderwerkstukjes liggen vertrapt op de vloer.

Administratrice Lisbeth Acosta van Ferre Mall staat verslagen tussen de scherven. De dag dat het centrum werd geplunderd en in brand gestoken, stond de politie erbij te kijken. “De autoriteiten nemen geen enkele verantwoordelijkheid. Ze lieten het gewoon gebeuren. En ook nu reageren ze nergens op.”

Van de burgemeester van Maracaibo verwacht men niets, want hij is van de regeringspartij. Ook de gouverneur van de deelstaat Zulia wordt gewantrouwd. Iedereen weet hoe hij aan de macht is gekomen. Eigenlijk waren de verkiezingen gewonnen door de oppositie maar de winnende kandidaat is nooit beëdigd. President Nicolás Maduro schoof hem opzij omdat hij weigerde een illegaal schaduwparlement te erkennen. De verkiezingen in Zulia moesten opnieuw en zo kwam de kandidaat van de regering aan de macht.

Wagens schuiven aan voor brandstof in Maracaibo, ooit het centrum van de olie-industrie in deze regio.Beeld EPA

Alles kapot

Maracaibo is beroofd en bedrogen. De stroom hapert omdat politici geld voor nieuwe kabels en transformatoren in eigen zak staken. Net als de miljoenen voor een sapfabriek, een luierfabriek, een tweede brug over het meer en kunstmatige eilanden voor toerisme en recreatie, al die prachtige dingen die wijlen president Hugo Chávez meer dan tien jaar geleden beloofde. Wat functioneerde is kapot. Zoals de cementfabriek, die werd genationaliseerd en vrijwel direct failliet ging. Vorige maand moest Panorama eraan geloven, een van de oudste kranten van Venezuela, opgericht in 1914 en nu ter ziele gegaan door een gebrek aan papier.

Hoe verder van het centrum, hoe dramatischer het beeld. In de volkswijk El Mamón, in het uiterste randje van de stad, zijn de huizen van goedkope bakstenen met golfplaten, met daarboven een wirwar van stroomdraden. Op lege percelen ligt het huisvuil hoog opgestapeld, bewoners wordt geadviseerd het zelf maar te verbranden. Een man in een rolstoel duwt zichzelf over straat. ‘Stem PSUV’ staat er op zijn rode shirt, verwijzend naar de Socialistische Partij, de vaandeldrager van het revolutionaire regime dat dit jaar twintig jaar aan de macht is.

Dengue en difterie

Op de veranda van een huisartsenpost worden buurtbewoners ingeënt tegen hepatitis. Het aantal eenvoudig te voorkomen ziektes – hepatitis, dengue, mazelen en difterie – neemt toe. “De vaccinaties zijn het enige wat we hier momenteel hebben”, zegt dokter Miguel Angel Jaimes. De huisarts ontvangt zijn patiënten al maanden zonder water, zonder licht en zonder airconditioning. “Alles is gestolen, ons noodaggregaat, de luchtcompressor, het hele instrumentarium van de tandarts, zelfs de elektriciteitskabels.” Binnen is de hitte ondraaglijk. Waar ooit de airco hing is nu een lege plek, de schroefgaten nog zichtbaar. Waar ooit de meterkast hing, gaapt een gat.

Tegen de avond pakken onweerswolken zich samen boven het meer. Vissers varen uit in kleine sloepen en werpen hun drijfnetten uit tot vlak langs de boulevard. Ze blijven op zichtafstand van elkaar, voor de veiligheid. Steeds vaker worden ze overvallen door piraten die ervandoor gaan met de buitenboordmotoren. In de economie van de armoede is niemand veilig.

Spookstad

Politieagenten op motoren manen het slenterende publiek naar huis te gaan – voor de veiligheid, zeggen ze. Zodra het duister valt verandert Maracaibo in een spookstad. Straatverlichting is er nauwelijks, uitgaansleven iets van het verleden. Stoplichten zijn uitgevallen. Onverlichte flatgebouwen doemen op, donkere kolossen in de nacht. Hier en daar rochelt een stroomgenerator. Het loopt tegen achten als een eenzame pizzeria zijn laatste klanten helpt.

“Het is een wonder dat we hier overleven”, zegt professor Efraín Rincón. Maar zelf zal hij niet vertrekken. “Als dit voorbij is, zal de economische wederopbouw van Venezuela hier beginnen, in Zulia. Hier zal de olie-industrie weer worden opgebouwd. Wat we nodig hebben is geduld, maar uiteindelijk gaan we een einde maken aan deze tragedie.”