De Nederlandse koning Willem-Alexander, de Britse Queen en koningin Máxima.
AP

Koning Willem-Alexander is nu ridder in Orde van de Kousenband, maar wat is dat? En waarom is onze koning geen lid? 

De Spaanse koning Felipe en de Nederlandse koning Willem-Alexander zijn door de Britse Queen opgenomen in de Orde van de Kousenband. Ze ontvingen hun versierselen tijdens een ceremonie in St George's Chapel in Windsor. De "Most noble Order of the Garter" is de oudste en meest prestigieuze Britse ridderorde. Alle Europese monarchen zijn vertegenwoordigd, met uitzondering van de Belgische koning. Hoe komt dat? En waar komt die kousenband vandaan? 

Koning Felipe van Spanje en koning Willem-Alexander van Nederland ontvangen uit de handen van de Britse Queen de versierselen van de “Most Noble Order of the Garter” – de Orde van de Kousenband. De plechtigheid waarbij ze als nieuwe leden geïnstalleerd worden vindt plaats in St George’s Chapel, het kerkje dat hoort bij Windsor Castle (en waar Meghan Markle vorig jaar in het huwelijk trad met prins Harry.)

Koning Felipe van Spanje, de Britse Queen en de Spaanse koningin Letizia.
AP

De "Order of the Garter" is de oudste en meest prestigieuze Britse ridderorde. Ze is opgericht door Koning Edward III, vermoedelijk in 1348, en is dus bijna 700 jaar oud. Het is ook een bijzonder exclusieve ridderorde. Er mogen tegelijkertijd maar 24 (gewone) leden deel van uitmaken. Nieuwelingen moeten dus wachten tot er een bestaand lid sterft. En het is de Queen en zij alleen die bepaalt wie lid mag worden.

Ze benoemt meestal hoogwaardigheidsbekleders met een lange staat van dienst, zoals oud-premiers of hoge militairen. Daarnaast komen ook mensen in aanmerking die een bijzondere bijdrage hebben geleverd aan de maatschappij, of een persoonlijke dienst aan de monarchie. Het getal 24 gaat waarschijnlijk terug op middeleeuwse steekspelen, waarbij twee teams van 12 leden aantraden. Maar bovenop die 24 "gewone" leden zijn er ook nog buitengewone leden, bijvoorbeeld buitenlandse monarchen. 

Oud-premier John Major, een van de 24 "gewone" leden.
AP

Het bekendste "gewone" lid op dit moment is wellicht de Britse oud-premier John Major. Er zijn vandaag trouwens maar 23 leden, er is dus nog een plaatsje vrij. De Queen denkt daar kennelijk nog over na.

Behalve de 24 “gewone” leden of “Knights and Ladies Companion” zijn er dus nog een aantal andere die niet meegeteld worden in dat getal van 24: de zogenoemde boventallige of "Supernumerary Knights and Ladies". Om te beginnen de leden ex officio (door hun ambt): de Queen zelf en haar troonopvolger,  de prins van Wales, op dit moment haar zoon prins Charles dus.  

De Queen en de prins van Wales zijn lid "ex officio", door hun ambt.
AP

Dan volgen de “Royal Knights and Ladies Companion”: familieleden van de Queen, op dit moment acht in getal. Daarbij horen haar echtgenoot Prins Philip, haar drie andere kinderen prinses Anne, prins Andrew en prins Edward, en haar kleinzoon (en latere troonopvolger) prins William.

Prins Andrew en prins William zijn Royal Knights of the Order of the Garter.
AP

En daarnaast zijn er de “Stranger Knights and Ladies Companion”, ook gekend als Extra Knights and Ladies Companion. Dat zijn buitenlandse (gewezen) monarchen. Op dit moment zijn de vorstenhuizen van Noorwegen, Zweden, Denemarken, Nederland, Spanje en Japan vertegenwoordigd.

En waar is België?

Opmerkelijk: onze koning Filip is geen lid van de Orde van de Kousenband. En zijn vader koning Albert II was dat ook niet. Vreemd, want alle andere Belgische koningen, van Leopold I tot Boudewijn, waren wèl lid. 

De verklaring ligt wellicht hierin: voor een monarch is het lidmaatschap een soort geschenk dat aangeboden wordt ter gelegenheid van een staatsbezoek aan het Verenigd Koninkrijk.

De Spaanse Koning Felipe kwam in 2017 op staatsbezoek bij de Queen, en de Nederlandse koning Willem-Alexander kwam vorig jaar in oktober op bezoek. Bij beide gelegenheden is hun het lidmaatschap van de Orde aangeboden, en pas nu is er de plechtige installatie. 

Raar maar waar: in de twintig jaar dat koning Albert II op de troon zat is hij nooit op staatsbezoek geweest in het Verenigd Koninkrijk. Of daar een aanwijsbare reden voor is, is niet meteen duidelijk.

Maar het is niet ongewoon dat het soms decennia wachten is op een volgend staatsbezoek. Dat heeft te maken met de agenda's van het ontvangende én het bezoekende land, bepaalde ontwikkelingen in de actualiteit, of andere formules van bezoeken die de nood aan een staatsbezoek doen afnemen (vb. korte officiële bezoeken). 

Zo zijn de huidige Koning en Koningin al enkele malen ontvangen door de Queen. In 2014, tijdens de eerste kennismakingsronde als nieuw koninklijk paar gingen Filip en Mathilde op bezoek bij de Queen in Buckingham Palace. Daarna bezochten ze het parlement en Westminster Abbey, waar ze een bloemenkrans neerlegden op het graf van de onbekende soldaat. 

En vorige zomer wipten ze even binnen op Windsor Castle voor een kopje thee met de Queen. Ons vorstenpaar was in Londen voor een ceremonie aan het Horse Guards Memorial ter nagedachtenis van Belgische militairen die in de beide wereldoorlogen zijn gesneuveld.

België is trouwens het enige land ter wereld, niet-lid van de Commonwealth, dat sinds 1934 in uniform en gewapend mag defileren in Londen. Dat privilege werd toegekend door Koning George V ter nagedachtenis van Koning Albert I en ter ere van de heldenmoed en het offer van het Belgisch leger in de Eerste Wereldoorlog.

Niets wijst er dus op dat er een haar in de boter zou zitten tussen het Britse en het Belgische koningshuis. Ze zijn trouwens verre familie van elkaar: onze koning Leopold I was een oom van Queen Victoria, de betovergrootmoeder van de huidige Queen.

Maar een staatsbezoek van ons koninklijk paar aan het Verenigd Koninkrijk staat tot dusver niet op de planning. Op een kousenband voor koning Filip is het dus nog even wachten. 

Waar komt die kousenband vandaan?

Hoe kwam koning Edward III erbij om juist een kousenband, een banale sokophouder, tot symbool van een ridderorde te maken? Helemaal duidelijk is dat niet, omdat er veel documenten door brand verloren zijn gegaan. Maar het meest aannemelijke verhaal gaat over een danspartijtje aan het hof, waarbij een adellijke dame (mogelijk een maîtresse) met wie hij danste een van haar kousenbanden kwijtraakte. 

Toen er gegrinnikt werd om de gênante situatie waarin de dame zich nu bevond, raapte de koning galant de kousenband op, bond hem aan zijn eigen been en sprak de hovelingen berispend toe: “Honi soit qui mal y pense” (Schande over wie hier kwaad over denkt.) Dat is nog altijd de lijfspreuk van de Orde van de Kousenband. Op die manier werd een banale sokophouder het symbool voor de bescherming en de waardering van de vorst.

Dat er Frans werd gesproken aan het hof mag niet verwonderen: Edward III bezette delen van Frankrijk en maakte zelfs een tijdje aanspraak op de Franse troon. (De wapenspreuk van de Britse monarchie luidt trouwens: “Dieu et mon droit”.) Een ridderorde in het leven roepen was een typisch trucje van koningen om de adel schatplichtig te maken aan de monarchie. 

De plechtige installatie van nieuwe leden gebeurt deels in Windsor Castle zelf, en deels in St George's Chapel, want St George is de patroonheilige van de orde, en Garter Day valt dan ook op de feestdag van deze heilige. In St George's Chapel hangen alle banieren van de levende leden van de Order of the Garter. Als er een sterft, wordt zijn of haar vlag verwijderd. Maar op de muren hangen de wapenschilden van àlle leden sinds het ontstaan van de ridderorde. Dat levert een unieke heraldische verzameling op.

Je moet je wel gedragen, want je kan geschrapt worden uit de Order of the Garter. Dat overkwam bijvoorbeeld ook twee staatshoofden die tijdens de Tweede Wereldoorlog tot het vijandige kamp behoorden: de Italiaanse koning Victor Emmanuel III, en de Japanse keizer Hirohito. Die laatste werd in 1971 bij een staatsbezoek toch opnieuw opgenomen in de Orde.

Leden mogen vanaf hun benoeming aangesproken worden met "Sir" of "Lady", en mogen de letters KG (Knight of the Garter) of LG (Lady of the Garter) achter hun naam zetten. Ze krijgen behalve ceremoniële kleding ook een ster, een badge, een kousenband en een ketting, maar alle versierselen moeten na hun overlijden weer ingeleverd worden. De kousenband wordt bij mannen net onder de linkerknie gedragen, bij vrouwen aan de linkerarm. 

Meest gelezen