Direct naar artikelinhoud
AnalysePolitiek

De Walking Dead van de Wetstraat: hoe legitiem is het om te onderhandelen met een voorzitter die dat alleen nog in naam is?

De partijvoorzitters, van links naar rechts: Gwendolyn Rutten (Open Vld), John Crombez (sp.a), Meyrem Almaci (Groen), Bart De Wever (N-VA), Wouter Beke (CD&V) en Tom Van Grieken (Vlaams Belang).Beeld Eric de Mildt

Bart De Wever, Wouter Beke, John Crombez: alle drie boden ze sinds 26 mei intern hun ontslag al aan. Alle drie zijn ze nog op post, net als de al uitgedaagde Gwendolyn Rutten. Hoe legitiem is het onderhandelen met een voorzitter die dat alleen nog in naam is?

en

Drie weken lang heeft hij het kunnen rekken, maar maandagavond bood John Crombez dan toch zijn ontslag als voorzitter aan op het sp.a-partijbureau. Vlak na de verkiezingen zag hij de noodzaak niet: zijn mandaat loopt sowieso op zijn laatste benen, in de herfst staan er voorzittersverkiezingen gepland. 

Maar Crombez kwam de afgelopen dagen zwaar onder vuur te liggen omdat hij een uitzondering gevraagd had op zijn eigen decumulregels: hij wil donderdag de eed afleggen als Kamerlid en tegelijk nog voorzitter blijven. Het kwam hem te staan op striemende kritiek van voornamelijk oude rotten, en notoire tegenstanders van de decumul, Hans Bonte en Bruno Tobback. Het verraste partijbureau had echter geen zin in chaos.

En zo sluit de socialist aan bij het clubje dat Bart De Wever (N-VA) en Wouter Beke (CD&V) op verkiezingsavond al vormden: zij boden toen, geschrokken door de slechte verkiezingsresultaten van hun partijen, hun ontslag al aan aan een select kransje toppers. Om vervolgens allebei te horen dat ze nog even moeten blijven. 

De enige die al liet verstaan dat hij niet van plan is om zichzelf op te volgen, is Beke. Bij CD&V zijn de voorzittersverkiezingen eveneens voorzien voor het najaar. Crombez en De Wever houden hun toekomst nog in beraad. Net zoals Gwendolyn Rutten, die vorige week wel al onverwacht werd uitgedaagd door Francesco Vanderjeugd. N-VA en Open Vld kiezen normaal gezien pas in 2020 een nieuwe voorzitter.

Lees ook:

Het standpunt van hoofdredacteur Bart Eeckhout: ‘Zou het kunnen dat er bij de verkiezingen ook een bepaald type politiek is afgestraft?

Galante exit

Dat die voorzitters voorlopig geen a of b willen zeggen, is logisch. Bij een strijd om het voorzitterschap worden interne spanningen uitvergroot. Geen enkele voorzitter wil zijn partij in chaos storten op het moment dat de regeringsgesprekken beginnen. Dan is enige continuïteit aan het roer geen overbodige luxe. 

De tweede reden is praktisch. Als er binnenkort regeringen worden gevormd, moeten er sowieso ministerposten worden ingevuld. En dan loert er altijd opportunisme om de hoek. Het aanduiden van de nieuwe regeringsleden gebeurt namelijk door de partijvoorzitters en alle voorzitters met een aflopend mandaat hopen op een mooie exit. 

Bij Crombez, gewezen staatssecretaris in de regering-Di Rupo, ligt die mogelijk federaal. Hij kondigde al aan dat zijn partij Vlaams voor een nieuwe oppositieronde kiest. Zowel oudgedienden als de nieuwe lichting binnen de partij met onder meer Melissa Depraetere als spreekbuis dringen aan om ook federaal voor de oppositiebanken te kiezen, maar daar sprak Crombez zich nog niet over uit. Gezien de lastige puzzel kan het daar nog alle kanten uit. 

Wouter Beke staat sowieso hoog genoteerd als toekomstig ministerieel zwaargewicht, wie weet zelfs als premier. Dat is een post waar ook Gwendolyn Rutten haar oog op heeft laten vallen, zoals ze tijdens de campagne al verkondigde. De Wever, overigens de enige ‘verliezende’ voorzitter die intern niet gecontesteerd wordt, mikt op het Vlaamse minister-presidentschap.

Nieuw evenwicht

Maar eerst moeten ze in een regering geraken. Federaal informateur Johan Vande Lanotte (sp.a) zei het maandag al: deze verkiezingen hebben een bizarre situatie gecreëerd. Zowat alle partijen die tot een coalitie kunnen toetreden, hebben verloren of - in het geval van de Vlaamse groenen - bleven ver onder de verwachtingen. “Zij zitten nu nog in een defensieve reflex. Dat is ongewoon, want meestal heb je enkele partijen die het goed hebben gedaan en die de regeringsvorming kunnen trekken.”

De Vlaamse ‘informateur’ De Wever ziet het probleem iets minder. De kwestie of zijn gesprekspartners wel legitimiteit hebben, stelt zich voor hem niet, zegt zijn woordvoerder Joachim Pohlmann. “De partijen beslissen zelf wie ze afvaardigen, wij gaan ervan uit dat ze daarvoor een mandaat hebben voor hun partij.”

Toch kan je er niet om heen dat hun positie verzwakt is, zegt politicoloog Dave Sinardet (VUB). “Die partijen hebben klappen gekregen en moeten opnieuw een evenwicht vinden. In de eerste plaats op vlak van personeel: wie heeft hier nu de leiding? Maar ook qua inhoud: wat is onze lijn? Bij CD&V vond de rechterzijde bijvoorbeeld al voor de verkiezingen dat Beke een te linkse koers voer. Hoe stelt de partij zich nu op? Wil ze verder met centrumrechts, of niet?”

Het is een vraag die ook binnen CD&V leeft. Hendrik Bogaert, vertegenwoordiger van die rechterflank bij de christendemocraten, uitte zich daarom voor de verkiezingen al als kandidaat-voorzitter. Of hij daar nog altijd voor gaat? “Ik sluit het niet uit”, klinkt het zuinig. Beke heeft zich dan al wel nederig opgesteld sinds 26 mei, de partij wordt nog steeds strak in de hand gehouden door het kwartet Beke, Koen Geens, Kris Peeters en Hilde Crevits. Die laatste is ook Bekes gedoodverfde opvolger, waardoor de macht in dezelfde handen zou blijven. En dat steekt. “Ze doen alsof het business as usual is”, zegt een christendemocraat.

Die ergernis leeft in alle partijen, al worden de lange messen voorlopig nog op zak gehouden. Vraag is of dat zo blijft wanneer de fase van de verkennende gesprekken overgaat in de eigenlijke onderhandelingen en het echt om de knikkers gaat.