De besparingen op het Paleis: het is het een verhaal met twee kanten, zo blijkt uit de begroting van 2017. Enerzijds zullen de leden van de koninklijke familie individueel meer aan de schatkist kosten, omdat de bedragen van hun dotaties stijgen door de indexering. Anderzijds zullen de andere kosten sterker dalen.

Die zijn voor rekening van verschillende ministeries en departementen die personeel en diensten leveren aan het Paleis. Niet dat er gigantisch gesnoeid wordt in de budgetten. Het is veeleer: alle kleine beetjes helpen.

De federale politie, traditioneel de belangrijkste slokop, levert de grootste inspanning: zij hebben volgend jaar 15,1 miljoen euro nodig om de koninklijke familie te beveiligen en hun gebouwen te bewaken. Dat is 500.000 euro minder dan dit jaar.

“Achter de schermen wordt al langer druk gerekend”, klinkt het in de wandelgangen van het Paleis. ­“Elke uitgavenpost werd departement per departement herbekeken.”

Maar zoals gezegd, zullen de leden van de koninklijke familie de besparingen zelf niet voelen. Door de indexering groeit hun staatstoelage. Koning Filip ziet het budget van zijn Civiele Lijst – zijn werkingskosten zeg maar – zo met bijna 200.000 euro stijgen naar 11.786.000 euro. Koning ­Albert II mag een dotatie van 924.000 euro verwachten, in plaats van 908.000 euro per jaar. Prinses Astrid krijgt 321.000 euro (5.000 euro meer dan in 2016) en prins Laurent 308.000 euro (3.000 euro meer).