Direct naar artikelinhoud
GetuigenissenOuderverstoting

Wanneer het kind de ouder verstoot: ‘Hij was plots een ander kind. Koud, kil en kwaad’

Petra Van den Hoeck: ‘Als ouder kom je in een oneindig rouwproces terecht. Je kind leeft nog, maar je hebt er geen contact meer mee.’Beeld Joris Casaer

Plastisch chirurg Jeff Hoeyberghs (57) beschuldigt zijn ex-vrouw van ouderverstoting. Weggeveegd worden door je eigen kind: het is de reinste nachtmerrie van elke ouder. Vier verhalen over zo’n verbroken contact.

PETRA VAN DEN HOECK (52)

‘Ik kan nog altijd geen gewone mama zijn’

Het is een vrijdag in mei, tien jaar geleden. Wout (*), dan net veertien, kruipt ’s ochtends nog bij zijn moeder op schoot. ‘O mamaatje, ik zie je graag.’ Een paar uur later, tijdens een ruzie, knakt er iets bij hem. De jongen in co-ouderschap zet het op een lopen, richting zijn vader. Plotsklaps is Petra haar zoon kwijt. “Dat kantelmoment – of die knip, zoals dat heet – was op zich heel idioot. We hadden ruzie over het stofzuigen, stel je voor. De manier waarop hij toen wegliep en voor zijn papa koos, dat was niet oké. Toen hij de week nadien op wisseldag niet kwam opdagen, brak ik vanbinnen. (stokt) Ik had dan al een voorgevoel: ik ben hem voor lange tijd kwijt.”

Vier jaar lang zou Wout alle contact weren. “Mijn leven stond stil”, vertelt Petra. “Er gaat van alles door je heen. Vertwijfeling ook, want je denkt dat je een slechte mama bent. Je hebt maar één zoon en die verstoot je: wat voor moeder moet je dan zijn? In het begin durfde ik het aan niemand te vertellen. Ik had er een heilige schrik voor om nieuwe mensen te leren kennen, uit angst voor die vraag: ‘En, heb je kinderen?’ Een tijdlang antwoordde ik zelfs ‘nee’.”

Drie maanden na de ‘knip’ zag Petra haar zoon voor het eerst terug, bij de kinderpsycholoog. “Dat was zo hard. Ik zag daar een heel ander kind zitten, dat was Wout niet. Hij was koud, kil, kwaad. Ik zat daar maar als een gebroken moeder te janken, totaal over mijn toeren. Pas achteraf heb ik ingezien dat mijn tranen hem alleen maar verder wegduwden.”

Later, toen Petra zich in de materie begon te verdiepen, leerde ze dat kinderen, getroffen door ouderverstoting, net als Russische popjes zijn. “Met dat buitenste, kwade laagje stoten ze die ene gehate ouder af. Het tweede popje is dat van schuld en schaamte. Pas in het derde popje, bedolven onder die twee lagen, zit de liefde. Ik, met mijn overweldigend verdriet, sprak vooral die schuld en schaamte aan. Net datgene wat een kind niet wil voelen.”

“Als een psychologische moedermoord, zo voelde het aan”, vertelt Petra. “Je kind ‘vermoordt’ je zonder scrupules, want ‘je verdient niet beter’.” Na verschillende buitenlandse opleidingen richtte ze De Gouden Verbinding op, waar ze als consulent ouders en kinderen in dezelfde situatie begeleidt. “Vergeet niet: als ouder kom je in een oneindig rouwproces terecht. Je kind leeft nog, maar je hebt er geen contact meer mee. Kinderen zelf lopen dan weer psychologische schade op die nog jaren nazindert.”

Jarenlang legde Petra alle schuld bij haar ex-man, hij was “de meestermanipulator”. Later stelde ze dat beeld bij. “Dat heb ik in die jaren waarin ik mijn zoon moest missen wel geleerd: dat je met wederzijdse beschuldigingen niks opschiet. Het beeld van de hysterische ouder die het kind niet meer ziet, en de andere ouder die dat kind voortdurend en bewust opstookt, klopt niet altijd. Zeker niet in mijn geval. Mijn ex-man heeft me niet bewust uit Wouts leven willen bannen. Maar dat hij alles op zijn beloop liet, heeft Wout ook gesterkt. Niet ingrijpen is ook manipulatie. (valt even stil) Het ergste was dat hij mijn zoon liet geloven dat hij niet op mij kon rekenen. Dat hakt er zwaar in bij zo’n kind. En dat gevoel steekt soms nu nog de kop op, zes jaar na ons hersteld contact: dat hij me niet kan vertrouwen.”

Wout was net achttien toen die eerste toenadering er kwam. “Een zalige avond, maar tegelijk was ik enorm op mijn hoede”, blikt Petra terug. “Drie jaar later, toen we tijdelijk onder hetzelfde dak woonden, beleefden we echt onze wittebroodsweken. Precies alsof hij de verloren tijd wilde inhalen. We herontdekten dat we dezelfde smaak hadden voor sciencefictionboeken en fantasy. ’s Avonds zaten we samen op bed series te bingewatchen, met de laptop op mijn schoot en onze voeten tegen elkaar. Dat was een fantastisch mooie tijd.”

Toch blijft hun band ook nu nog fragiel. “Ik ben nog altijd bang iets verkeerds te doen of te zeggen. Het is al opnieuw voorgevallen dat ik hem maanden niet hoor. Dat maakt dat ik nog altijd geen gewone mama kan zijn. Ik heb moeten leren om de mama te worden en te zijn die hij nodig heeft. En ja, ik mis hem nog altijd. Ik zou hem graag wat meer zien. En ik verzeker je, zo’n welgemeende knuffel van hem, dat voelt altijd hemels.”

(*) Wout is een fictieve naam.

Stefanie Cottenier: ‘We werden één front tegen mijn vader. Wij waren het die onze moeder hebben aangepord: wanneer ga je nu eindelijk scheiden van die man?’Beeld Illias Teirlinck

STEFANIE COTTENIER (45)

‘Mijn moeder heeft me jarenlang gebrainwasht’

“Ik was een jaar of vijf toen er weer eens ruzie was tussen mijn ouders”, herinnert Stefanie zich. “Mijn moeder had zich snikkend op de grond laten vallen, en mijn zus en ik stonden rond haar om haar te troosten. Toen ik mijn vader zijn jas zag aantrekken – want op zulke momenten vluchtte hij altijd – liep ik in een reflex op hem af: ‘Papa, blijf hier.’ Nooit zal ik vergeten hoe mijn moeder me toen aankeek en riep: ‘Ja! Loop maar naar je vader!’ Haar stem klonk zo verwijtend dat ik meteen voelde: ik heb iets verkeerd gedaan, ik móét bij mama blijven. Daar werd de kiem gelegd van dat hele idee: ik moet te allen tijde mijn moeders kant kiezen.”

Het verdriet hakt er nog altijd stevig in als Stefanie erover vertelt. “Op een heel subtiele, onderhuidse manier heeft mijn moeder me jarenlang gebrainwasht, gedwongen om partij te kiezen voor haar, en mijn vader te verstoten. Ook bij vrienden en familie hoorde ik hoe ze mijn vader zwart maakte. Als kind neem je dat op als een spons, je weet niet beter. Op den duur begonnen mijn zus en ik ook denigrerend over hem te doen, dat werd een hele lastercampagne. En dat ging ver: spotten, hem geen greintje aandacht gunnen. Het leverde ons telkens een pluim op van mijn moeder. We werden één front tegen mijn vader. Wij waren het die onze moeder hebben aangepord: wanneer ga je nu eindelijk scheiden van die man?”

Stefanie was 14 toen haar ouders er een punt achter zetten. Tien jaar lang verbrak ze alle contact met haar vader. De postkaartjes die hij haar geregeld stuurde, gingen de eerste jaren meteen de prullenmand in. “Het heeft lang geduurd voor ik doorhad dat mijn moeder misbruik had gemaakt van onze loyaliteit en onze goedheid. Pas als volwassene begon het bij mij te dagen: hola, haar verhaal was niet objectief, ze had het niet bij het rechte eind. Dat besef maakte me geweldig kwaad, ik voelde me belazerd. Toen alle puzzelstukjes in elkaar begonnen te passen, wist ik: dit was misdadig, dit was psychologische kindermishandeling.”

Toch kostte het nog jaren, tot haar 24ste, voor Stefanie terug voorzichtig contact toeliet met haar vader. “Dat klinkt misschien raar, maar het voelde nog altijd als verraad tegenover mijn moeder. Wat wil je? Ik had jarenlang geleerd dat mijn vader niet deugde. Dat idee is heel moeilijk omkeerbaar, dat zit erin gebakken. Rationeel weet je wel dat je moeder je bedot heeft, maar emotioneel hang je nog altijd vast aan die loyaliteit.”

Dat het contact met haar vader deels hersteld is, maakt het niet minder stroef. Stefanie: “Ik kan nog altijd moeilijk zeggen: ‘Papa, ik zie je graag’. Dat blijft een beetje schuren. Er is een gat geslagen van zoveel jaren waarin we geen band hebben opgebouwd. Een gat dat ik, achteraf gezien, niet had willen slaan. Ondertussen heb ik zelf twee dochters, en ik zie hoeveel deugd hem dat doet. Alsof hij via zijn kleinkinderen zijn schade aan het inhalen is.”

Dat de impact op haar latere leven zo groot zou zijn, had Stefanie nooit vermoed. “Ergens vind ik het ook moeilijk om toe te geven dat ik daar nog altijd last van heb. Dan denk ik: komaan, je bent 45 jaar, laat het achter je. Maar die kwaadheid tegenover mijn moeder blijft steken.”

Zes jaar geleden vond Stefanie “eindelijk de moed” om te breken met haar. “Het is een dubbel trauma: ze heeft mijn vaderfiguur afgepakt – ze heeft me afgeleerd om van hem te houden – én ik ben in de steek gelaten door degene die ik het meest vertrouwde. Daardoor heb ik het nu nog altijd moeilijk om relaties aan te gaan, om anderen dicht te laten komen.”

Dat er wel meer moeders, ongelukkig in hun relatie, troost zoeken bij hun kinderen, geeft Stefanie nog aan. “Moeders die nietsvermoedend hun kroost dwingen om partij te kiezen. Maar je mag je kind het recht niet afnemen om die andere ouder graag te zien. Dat is pure mishandeling.”

Stefanie, mama van een tweeling van elf, is er zelf voor op haar hoede. “Ook ik ben gescheiden van hun papa. Ik maak er absoluut een punt van om nooit iets negatiefs over hun vader te zeggen. Dat zij wel een goeie band opbouwen, vind ik heel belangrijk. Ik mag er niet aan denken dat ik hetzelfde zou aanrichten als mijn moeder.”

Thomas Brockhans: ‘Ooit gaf ik Sara een verjaardags­kaart. Van de leerkracht hoorde ik dat ze er dolblij mee was, maar haar moeder had het kaartje voor haar ogen in stukken gescheurd.’Beeld Illias Teirlinck

THOMAS BROCKHANS (46)

‘Niemand mag zien dat het bij papa ook leuk kan zijn’

“‘Jij bent mijn papa niet!’, roept ze soms. ‘Ik haat je.’ Het frustrerende is: diep vanbinnen weet ik dat ze mij wel graag heeft – we hadden vroeger zo’n goeie band, ik leek haar echte vader wel. Het punt is: ze mag die liefde niet tonen, het mag niet van haar moeder.”

Sara (*) was een peuter toen Thomas met haar moeder trouwde en het meisje adopteerde. Toen ze zes was, ging het koppel uit elkaar. De eerste maanden daarna leek er geen vuiltje aan de lucht, tot Thomas zijn dochter zes weken lang niet te zien kreeg. “De rechter legde ons daarna een omgangsregeling op, maar die lapte mijn ex aan haar laars. Plots kwam mijn dochter niet meer opdagen.”

Eén jaar lang zou hij zijn dochter niet meer zien. “Emotioneel was dat een zware dobber. Ik was ook bang dat mijn ex haar zou ontvoeren, naar haar thuisland Oekraïne. Het enige contact dat ik nog had was via de school. Via de lerares gaf ik mijn dochter briefjes mee, maar een antwoord kreeg ik niet. Ooit gaf ik haar een verjaardagskaart. Nadien hoorde ik van de leerkracht dat Sara er dolblij mee was geweest, maar dat haar moeder het kaartje voor haar ogen in stukken had gescheurd.”

Hoe het zo fout kon lopen? “Het idee dat onze dochter ook bij mij een fijne tijd kon hebben, kon mijn ex-vrouw niet verkroppen”, meent Thomas. “Misschien was ze juist bang dat ze haar meisje ooit aan mij zou kwijtspelen? Vlak na de scheiding, toen we wel nog leuke uitstappen konden maken, smeekte Sara me soms met een piepstemmetje: ‘Niet tegen mama zeggen, hè.’ Toen ik haar op haar zevende in de bezoekruimte moest zien, biechtte ze dat ook op aan een van de begeleiders. ‘Mama geeft mij straf als ik met papa speel.’”

De hele zaak mondde uit in een aanhoudende procedureslag. Thomas spartelde zich intussen door vijftien rechtszaken, waarvan elf op gang getrapt door zijn ex. Veertien keer haalde hij zijn slag thuis, maar een winnaar is hij niet. “Mijn dossier is nochtans overduidelijk voor de rechters: dit is ouderverstoting. Toch draait die mallemolen maar voort. Via een pro-Deoadvocaat blijft mijn ex maar procederen. En niemand die zijn verantwoordelijkheid opneemt om dat een halt toe te roepen. Op die manier houdt ons gerecht ouderverstoting gewoon in stand.”

Het gerechtelijke getouwtrek kostte Thomas al 70.000 euro, in vijf jaar tijd. “Een smak geld die ik liever anders aan mijn dochter had besteed. Veel vrienden begrijpen niet dat ik al zover ben gegaan. ‘Dat kind is niet eens je eigen vlees en bloed’, zeggen ze dan. Maar zo voelt het wel voor mij.”

Sinds enige tijd ziet Thomas zijn dochter tweewekelijks, in het weekend. “Het is te zeggen: we logeren dan bij mijn ouders, want bij mij thuis wil ze niet meer slapen. ‘Mag niet van mama.’ Dat kind heeft al vijf jaar niet meer in haar eigen bed geslapen. Ze weigert ook met mij naar de winkel te gaan, wil niet gaan spelen in het park. Ze negeert me straal.

“Weet je, sinds ik haar op haar zesde een jaar lang niet heb gezien, kon ik zelfs nog geen enkele foto van haar maken. Ofwel zet ze het op een lopen, ofwel kijkt ze weg. Niemand mag zien dat het ook bij papa leuk kan zijn. En de weinige momenten waarop ze bij mij is, is ze constant met haar gsm in de weer. Die gsm is echt de afstandsbediening van haar moeder. Zo houdt zij op elk moment de regie in handen.”

Machteloos, zo voelt Thomas zich. “En geweldig kwaad, omdat de hulpverlening faalt. Zonder die hulp komen we er niet uit, dat voel ik. Zolang de invloed van haar moeder zo groot is, kan ik geen kant op. Om een idee te geven: toen mijn dochter zeven was, schreef ze ‘spontaan’ een brief naar de rechter, om te zeggen dat ze mij nooit meer wilde zien. Mij maak je niet wijs dat zoiets uit haar koker kwam. Ze wist toen nog niet eens wat een rechter was.”

Waar het zal eindigen, weet Thomas niet, en dat boezemt angst in. “Soms denk ik: als er niks verandert, ben ik haar binnen het jaar helemaal kwijt. Want als ze twaalf is, wil mijn ex opnieuw naar de jeugdrechter. Die zal ook Sara horen. Wat als mijn dochter ook daar de kaart van haar moeder trekt? De enige reden waarom ik haar nu nog zie, is omdat er dwangsommen op staan: dat besef ik maar al te goed. Komt ze niet, dan moet mijn ex 500 euro betalen.”

Toch is er nog dat sprankeltje hoop. “Heel af en toe krijg ik mijn dochter nog eens aan het lachen. (licht helemaal op) Als ze weer even kind kan zijn, en de rest vergeet. Onlangs, toen we samen een drone lieten vliegen. Die lach, dat deed zo’n deugd. Maar ik besef dan ook: over een uur is het weer gedaan. Hoe dan ook, mijn deur blijft altijd open voor haar. Ik weet dat ik een goeie papa ben. Hopelijk krijg ik ooit weer de kans om dat volop te bewijzen.”

(*) Sara is een fictieve naam.

Delfine Van Daele: ‘Mijn vader zette de eerste stap. ‘Dag meisje’, schreef hij. Je bent volwassen en je vader noemt je ‘meisje’. Dat was zo schattig.’Beeld Illias Teirlinck

DELFINE VAN DAELE (40)

‘Je wilt die ene ouder natuurlijk pleasen’

Flashback: Delfine is zes, een meisje van gescheiden ouders. Thuis bij mama kruipt ze geregeld op de vensterbank. Daar wacht ze haar papa op, maar tevergeefs. “Ik hoor mijn moeder nog verzuchten, met die afkeurende blik in haar ogen: ‘Tja, hij zal het weer te druk hebben.’ Pas jaren later zou het tot mij doordringen: ze liet me telkens op de verkeerde momenten wachten.”

Na haar zesde zou Delfine haar vader zo’n dertig jaar niet meer zien. Híj had haar in de steek gelaten, zo lepelde haar moeder in. “Haar mantra was: ‘Hij vindt zijn werk, zijn nieuw lief en zijn geld belangrijker dan u.’ Die boodschap prentte ze er goed in. Daardoor had ik ook altijd het idee: mijn vader zal serieus door het stof mogen kruipen, wil hij ooit terug contact.”

Delfine was klein en kneedbaar. De ouderverstoting sloop er subtiel in. “Een van de eerste tekenen was dat ik niet langer naar hem verwees als ‘mijn papa’. Net zoals mijn moeder had ik het over ‘de Ludwig’. Zoiets doe je als kind niet uit jezelf. Je doet het omdat je aanvoelt dat het zo van jou wordt verwacht. En je wilt die ene ouder natuurlijk pleasen.”

Pas jaren later, nadat ze zelf op haar 25ste alleenstaande moeder was geworden, doorzag Delfine het leugenachtige web dat haar moeder had gesponnen. “Keer op keer moest ik toezien hoe ze mijn zoon Julien (*), al van kleins af aan, van mij probeerde te vervreemden. Ook dat deed ze heel impliciet. ‘Sorry jongen, je mama heeft liever dat je in de nabewaking blijft in plaats van bij mij.’ Ik was het onmens dat haar zoon in de opvang dropte. Ze ondermijnde voortdurend mijn gezag en schilderde me af als de slechte.”

Ouderverstoting bleek een sluipend gif, over generaties heen. En dat bleef niet zonder gevolgen. Delfine: “Ik merkte hoe mijn zoon zich steeds meer begon af te zetten tegen mij. Hij zette een keel op als ik hem bij haar kwam oppikken. En terwijl kinderen de tekortkomingen van hun ouders meestal met de mantel der liefde bedekken, nam mijn zoon de kritiek van mijn moeder klakkeloos over.”

Uiteindelijk zette Delfine een rem op het contact met haar moeder. Het bleef beperkt tot het hoogst noodzakelijke, voor Julien. “Je kunt je niet voorstellen hoe gelukzalig dat was. Mijn zoon voelde dat ook: ineens was ik een baken van rust. Maar mijn moeder kon niet aanvaarden dat ik die afstand nam. Ze gebruikte mijn zoon nog meer om haar controle terug te winnen.

“In die periode, Julien was toen twaalf, overleed mijn grootmoeder. Op de begrafenis kon hij zijn tranen niet bedwingen. Ik weet nog dat ik hem voorzichtig een schouderklopje wilde geven, om hem te troosten, maar hij trok zich terug. Hij voelde nog altijd: dit mag niet.”

Nadat ze Julien een half jaar niet had gezien, schakelde Delfine de hulpverlening in. Haar zoon ging op internaat – “weg van grootmoeders rokken, weg van die invloed”. “Maar die maatregel versterkte hun band nog meer. Was Julien in het weekend thuis, dan ontsnapte hij soms langs zijn slaapkamerraam. ‘Toevallig’ stond mijn moeder in onze buurt rond te trippelen, klaar om hem mee te nemen.”

Drie jaar geleden kwam haar vader terug in haar leven. Die eerste toenadering kwam er onverwachts, door een tante die hen wilde verzoenen. Delfine: “Eerst stond ik daar wat weigerachtig tegenover. Want hij was toch de man die mij al die jaren in de steek had gelaten, remember? Uiteindelijk zette hij de eerste stap, met een berichtje via Facebook. ‘Dag meisje’, schreef hij. (stokt) Je bent een volwassen vrouw en je vader noemt je ‘meisje’. Dat was zo schattig. Nadien vernam ik dat hij in zijn huis altijd een kamer voor mij had voorzien, in de hoop dat ik ooit zou terugkeren.”

Haar vader is niet rancuneus, vertelt Delfine, hij slaagde erin zijn leven voort te zetten. “Maar voor mij is dat niet dood en begraven. Ik zit nog altijd met vragen waar ik ooit een antwoord op wil. Vorige zondag hadden we nog een heel apart gesprek. Ook hij herkende dat verhaal: wachten op iemand die niet komt. In die drie vakantieweken, waarin ik aan hem toegewezen was, had hij elke ochtend voor onze deur gestaan. Drie weken lang, uit principe. Maar niemand die opendeed. Net zoals ik daar meermaals op de vensterbank zat.”

Verloopt het met haar papa goed, dan blijft het bouwen aan de band met haar zoon. “Het is oké nu tussen ons, maar ik merk die beïnvloeding vooral nog in zijn houding. Dan kan hij dingen zeggen als: ‘Ik heb je al genoeg kansen gegeven’. Die boodschap heeft mijn moeder er natuurlijk hard in gedreund: dat ik het niet goed genoeg doe, dat ik het moet verdienen om zijn mama te zijn. Je kunt niet geloven hoe goed het voelt om, na die periode van afwijzing, weer knuffels en schouderklopjes van hem te krijgen.”

(*) Julien is een fictieve naam.

WAT IS OUDERVERSTOTING PRECIES?

Ouderverstoting is psychologische kindermishandeling, zo erkende de Wereldgezondheidsorganisatie vorig jaar. De ouderverstotingsstoornis is een mentale stoornis bij het kind, meestal na een scheiding. Het kind allieert zich sterk met één ouder en verstoot de andere ouder zonder geldige reden. Eerder legde de studie Scheiding in Vlaanderen bloot dat zo’n 10 procent van de ouders na een scheiding het een-op-eencontact met zijn kroost verliest: in 9 procent van de gevallen is dat de vader, in 1 procent de moeder. Psychiater Richard Gardner beschreef als eerste het fenomeen van ‘parental alienation’. Hij zag acht kenmerken die steevast terugkeren.

1. Het kind zet een lastercampagne op en laat zich minachtend uit tegen de gehate ouder.

2. De redenen waarom het die ene ouder afwijst, zijn zwak of onzinnig.

3. Het is een zwart-witverhaal. De ene ouder is alleen maar goed, de andere alleen maar slecht.

4. Het kind beweert zelf dat het niet beïnvloed is, maar praat anderen wel na.

5. Het kind wordt het soldaatje van de geliefde ouder en gaat bewust op zoek naar bewijsmateriaal om de ander af te wijzen.

6. Elk schuldgevoel ontbreekt om die ene ouder psychologisch te vermoorden.

7. Het kind neemt woorden in de mond die niet overeenkomen met zijn leeftijd.

8. De vijandigheid verspreidt zich: op termijn is niet alleen die ene ouder slecht, maar ook diens familie en vrienden.