Direct naar artikelinhoud
ColumnMarnix Peeters

Hier, die producent, zei mijn vrouw: Imperial Meat Products. De eerste veganist die dit potje leest, schrikt zich dood

Hier, die producent, zei mijn vrouw: Imperial Meat Products. De eerste veganist die dit potje leest, schrikt zich dood
Beeld rv

Op zijn berg in de Oostkantons schrijft Marnix Peeters over vrijheid, zijn vogels en zijn vrouw.

Mijn vrouw had in de Delhaize in Huldange een potje groentespread gekocht, voor op de boterham.

Bij dit soort dingen ben je toch altijd zeer nieuwsgierig naar het ingrediëntenlijstje, zei ze, de kleine lettertjes lezend. Als het als heel erg gezond wordt voorgesteld, zitten er altijd een paar dingen in waar je je wenkbrauwen bij fronst.

In dit geval: citrussappoeder en rookaroma, zei ze na een tijdje.

Anders smaakt het niet zo lekker rokerig, zei ik.

Het moet gewoon naar groenten smaken, zei ze. Er staan bovendien wel zes dingen op die er níét inzitten. Bewaarmiddelen, gluten, lactose, melk, soya en ei. Dan kunnen de mensen die graag ergens niet tegen kunnen hun keuze maken.

Mensen worden geacht de hele tijd tolerant te zijn, zei ik, misschien worden ze daarom dan maar ei-intolerant.

Hier, die producent, zei mijn vrouw: Imperial Meat Products. De eerste veganist die dit potje leest, schrikt zich dood.

Ik dacht al dat Aoste vooral hesp verspreidt, zei ik.

Niet Meat Products, zei mijn vrouw, Imperial Meat Products. Er staat nergens meer een koe rechtop, als Imperial Meat Products langs is geweest. Legerjeeps vol met dikke jagers met rode koppen denderen het bos in en knallen herten en zwijnen af bij de vleet. Onschuldige lammeren in een lenteweide maken geen schijn van kans.

De salesmanager die op de Quarterly Product Strategy Meeting voorzichtig heeft geopperd dat het gezien de bredere vraag naar vegetarische producten misschien geen slecht idee zou zijn om eens in die richting te denken, is allicht door zijn zeven collega’s doodgeslagen, zei ik. Bij de middagbiefstuk hebben ze tegen de anderen gezegd: Vansteenkiste begon te ijlen. Zo zot als een schoendoos. Wilde iets met courgettes en paprika’s in de markt zetten.

Mijn vrouw had die middag met de buurvrouw afgesproken om samen een taart te bakken. Dat is niet ongebruikelijk – er staat dan nog iets in de tuin, rabarber of zo, dat op z’n laatste pootjes loopt, en dan bakken ze er gezellig een taart van, gevolgd door thee en een uitgebreide bespreking van de stand van zaken in dorp en wereld. Na een uur of vier zie ik haar de heuvel afkomen met een groot bord met een halve taart erop, en wordt de stand van zaken in dorp en wereld aan mij doorverteld.

De vijf dominicaner paters die in het klooster van pastoor Schoonbroodt in Steffeshausen woonden, zijn weg. Plots, niemand weet waarheen, en wie nu de tridentijnse missen zal doen op zondagochtend waar mensen van heinde en verre op afkwamen.

Jammer, zei ik – wij gingen niet vaak, maar het was wel altijd een belevenis. Wij houden van dingen die oud en ongebruikelijk zijn, en die missen waren zo stokoud dat ze onecht leken, nagespeeld, je waande je op een filmset.

Ze zijn vast ergens naartoe geroepen waar de Schepper hen harder nodig heeft, zei ik. Misschien viel er hier niets meer te zalven.