Peter Reekmans, burgemeester van plattelandsgemeente Glabbeek, wil Mobiscore juridisch aanvechten

De Mobiscore beroert al een hele week de gemoederen. Het nieuwe instrument, een initiatief van de Vlaamse overheid, geeft elke woning een score voor duurzame mobiliteit aan de hand van een aantal parameters, zoals het openbaar vervoer en de nabijheid tot scholen of winkels.

Burgemeesters van plattelandsgemeenten, waar de scores doorgaans laag liggen, reageren ontevreden. Zo zou de Mobiscore te eenvoudig zijn (u hoeft alleen maar uw adres in te geven om de score te kennen), te weinig rekening houden met persoonlijke parameters en te veel gericht zijn op de grote stad.

Peter Reekmans, de burgemeester van Glabbeek, in Vlaams-Brabant, heeft het in "De zevende dag" over "rammelende parameters". Reekmans is burgemeester voor de lijst "Dorpspartij" en zat vroeger in het Vlaams Parlement voor Lijst Dedecker. "Mijn woning in de dorpskern scoort 4,8 op 10. Nochtans heb ik daar alle dienstverleningen", zegt hij. "In een deelgemeente zonder diensten en met amper openbaar vervoer ligt de score hoger. Jean-Marie Dedecker woont aan de polders, in the middle of nowhere, en die scoort hetzelfde als ik." 

"Het is volledig afgestemd op de steden. In Gent, Antwerpen of Brussel haal je 9 of 10. Ga je naar de provinciehoofdsteden, dan haal je 8. In de plattelandsgemeenten ben je sowieso gebuisd, in de kern of niet."

Reekmans wil de Mobiscore juridisch aanvechten. Dat kan omdat het volgens hem gaat over "nieuw beleid", wat niet kan door een regering in lopende zaken. "Ik ben ervan overtuigd dat dit niet correct is ingevoerd door de Vlaamse regering. Als blijkt dat het niet gedekt is door de regering en dat het lopende zaken heeft overstegen, dan is dit snel van de kaart", luidt het. "Vlaams minister Koen Van den Heuvel (CD&V) wilde dit nog snel op zijn conto schrijven, maar het ontploft in zijn gezicht."

Hoe wil Reekmans dat concreet aanpakken? "We gaan in de komende dagen bekijken welke stappen we kunnen ondernemen", zegt hij aan onze redactie. "Dat kan een burgerlijke procedure zijn of een procedure bij de Raad van State."

Griet De Ceuster van Onderzoeksbureau Transport And Mobility Leuven, dat meewerkte aan de Mobiscore, spreekt tegen dat de grote steden promoten een bewuste filosofie is. "We kijken naar wat je kan bereiken vanuit je woonplaats en berekenen wat de effecten zijn op de files, op de luchtkwaliteit, enzovoort."

"Kleinere stadscentra scoren best goed", zegt ze. "Landelijke gemeenten scoren inderdaad lager. We hebben gekeken naar alle verplaatsingen. We kijken bijvoorbeeld ook tot vier scholen ver, omdat mensen tussen verschillende scholen willen kiezen, naast één iets wonen is niet genoeg."

Minister Van den Heuvel benadrukte bij de lancering van de Mobiscore dat het de bedoeling is om te sensibiliseren en te informeren. Financiële gevolgen hangen er niet aan vast. Vlaams Bouwmeester Leo Van Broeck vindt dat wel een optie. "Met de Mobiscore heeft de politiek eindelijk een intelligent en veelzijdig instrument in handen om verstandig te sturen en te belonen", zei hij onder meer. Maar zijn suggesties kwamen hem op veel kritiek te staan.

In "De zevende dag" zegt hij dat zijn woorden uit de context zijn gehaald en heeft hij het over "gazettenpraat". Al blijft hij erbij dat de Mobiscore een heel nuttig instrument kan zijn. "Er is sturend beleid nodig, en daarvoor moet je meten. Maar je doet dat liever met beloningen dan met straffen."

"Wie ons klimaatrapport leest –maar blijkbaar doen veel journalisten dat niet- ziet dat daarin letterlijk staat dat je ook diegenen moet meekrijgen die zich financieel of cultureel bedreigd voelen. Anders ga je elke verkiezing een opgestoken middelvinger in het gezicht krijgen."

Bekijk het verslag uit "Het Journaal" hier: 

Bekijk het volledige gesprek hier: