Direct naar artikelinhoud
Fiscale fraude

Zwarte Prins opnieuw in opspraak voor miljoenenfraude

Prins Henri de Croÿ in het Brusselse hof van beroep, oktober 2013.Beeld Photo News

Het Franse gerecht viseert de Belgische prins Henri de Croÿ-Solre. Hij zou miljonairs geholpen hebben om hun fortuin aan zwart geld te verbergen in belastingparadijzen en de miljoenen ondergebracht hebben in valse vennootschappen. Bij zijn klanten: een vijftigtal Belgen. Eind jaren 90 kwam hij al eens in opspraak.

Prins Henri de Croÿ-Solre (60) is een telg van de hertogelijk-prinselijke familie de Cröy. Door zijn aderen stroomt bloed zo blauw dat hij welkom is in het zogenaamde Salon Bleu in het koninklijk paleis. Een vertrek in de linkervleugel waar alleen de hoogste adel van het land welkom is: telgen van adellijke families die zich – net als de afstammelingen van de koning – prins of prinses mogen noemen. Ons land telt vier zulke families: d’Arenberg, de Merode, de Ligne en de Croÿ-Solre. Maar ondanks zijn blauwe bloed staat Henri de Croÿ-Solre vooral bekend als ‘De Zwarte Prins’. Een bijnaam die hij dankt aan zijn schimmige verleden.

In 1998 kwam hij voor het eerst in opspraak als meesterbrein achter een vermeende miljoenenfraude, waarbij voor 75 miljoen euro aan belastingen werd ontdoken en witgewassen. In 2015 sprak het Luikse hof van beroep hem over de hele lijn vrij – na zeventien jaar onderzoek en procedures.

Vandaag loopt Henri de Croÿ-Solre – tegenwoordig inwoner van het Verenigd Koninkrijk – opnieuw in het vizier van het gerecht. Het Franse parket zit hem op de hielen omdat hij rijke Franse klanten geholpen zou hebben om miljoenen aan zwart geld te verbergen voor de fiscus, via een offshoreconstructie in de Verenigde Arabische Emiraten. Klanten kregen daarna hun euro’s gestort op een anonieme kredietkaart die niet gelinkt is aan een bankrekening. Of een koerier bracht het hen cash, onopvallend, bijvoorbeeld in een Nespresso-zak met de bankbiljetten verstopt onder de koffiecapsules. Uit gelekte documenten die De Tijd kon inkijken blijkt dat het netwerk van de Croÿ-Solre ook een vijftigtal rijke Belgen hielp, die hem tot 13 miljoen euro per klant toevertrouwd zouden hebben.

Belgische achterpoortjes

Henri de Croÿ-Solre behoort tot de 24ste generatie van de familie de Croÿ. Zijn vader zat als linkse intellectueel en idealist in het verzet. Later werd hij advocaat en liet hij zich graag omringen door andere intellectuelen, zoals François Mitterand – lang voor die president van Frankrijk werd. Vader de Croÿ trouwde met een Luikse en kreeg drie kinderen: prins Emmanuel, prinses Eleonore en prins Henri.

“Toen ik 14 was, speelde mijn vader al zijn geld kwijt”, zei prins Henri in 2011, in een zeldzaam interview met De Tijd. “Ongeveer op hetzelfde moment werd mijn moeder ziek. Ze stierf toen ik 19 was. Om mijn rechtenstudies aan de ULB te betalen, moest ik met palletten zeulen in de Schweppes-fabriek en werkte ik als hulpje van een loodgieter. Na mijn studies kwam ik nergens aan de bak. Door mijn prinselijke titel nam niemand me serieus. ‘Oei, iemand van adellijke komaf? Dat moet wel een luiaard zijn.’ Uiteindelijk kon ik toch stage lopen. Bij een oude vriend van mijn vader: de Brusselse stafhouder Kirschen.”

Daarna trok Henri als fiscaal-juridisch adviseur de wereld rond. Om, zo zegt hij zelf, te werken voor een hongerloon. “Ik moest kiezen: koop ik de krant of koop ik een metroticket? Het was in die omstandigheden dat ik mijn vrouw leerde kennen, een Colombiaanse logopediste.” Maar de prins begreep snel hoe hij wél geld kon verdienen: door ondernemingen te adviseren hoe ze zo weinig mogelijk belastingen moeten betalen. Daarover zei hij acht jaar geleden aan De Tijd het volgende: “Ik ben actief in verschillende Europese landen, maar nergens zijn zoveel achterpoortjes als in België. De Belgische belastingwet is een kaas vol gaten.”

‘Niet verboden’

Een gatenkaas waarin De Zwarte Prins zich dus toch zou verslikken. Na zijn vrijspraak in het fraudedossier in 2015 sprak zijn advocate Michèle Hirsch nog over “een verspilling van middelen na zeventien jaar onderzoek en procedures”. Nu het nieuwe witwasschandaal losbarst, schreeuwde de prins zijn onschuld ook al uit in een interview met de Zwitserse zondagskrant Le Matin. “Ik maak gewoon gebruik van fiscale optimalisatie. Dat is niet verboden volgens de wet. Vandaag ben ik trouwens geen bestuurder of aandeelhouder meer. Mogelijk zijn er fouten gemaakt door mijn opvolgers.”