Direct naar artikelinhoud
Rock Werchter

De fans van The Cure maken zich op voor Werchter: ‘De soundtrack van mijn leven’

Robert Smith van The Cure op het Southside festival in Duitsland, vorig weekend.Beeld EPA

Epische, lang uitgesponnen nummers, teksten die soms diep snijden en dan weer nergens over lijken te gaan, het kapsel van frontman Robert Smith: wat voor sommigen een reden is om met een wijde boog rond te The Cure te lopen, is voor anderen een aanleiding om de band te adoreren. Ook na veertig jaar stonden de fans te popelen om ze aan het werk te zien in Werchter. ‘Het is donkere muziek die troost.’

‘De soundtrack van mijn leven’

Dirk Vreys (47), aspirant-leraar wiskunde, Oud-Turnhout

‘De soundtrack van mijn leven’
Beeld Tim Dirven

“Op mijn zestiende ontdekte ik dat mijn stem hetzelfde timbre heeft als die van Robert Smith. Ik begon een paar nummers van The Cure te zingen en dat werkte. Maar ik was geen muzikant, zat niet in het wereldje. Jaren heb ik niet meer gezongen, tot mijn zoon gitaar begon te spelen. Samen hebben we een demo van ‘A Forest’ opgenomen. Toen ik die aan een vriend liet horen, stelde hij voor om een bandje te beginnen. Sindsdien noemen we onszelf the obsCURE en spelen we tribute-concerten.”

“Ik stond er eerst weigerachtig tegenover: je muzikale helden, daar blijf je vanaf. Maar langzaam geraakte ik overtuigd. We pakken het goed aan, met veel respect voor de nummers. Soms zeggen mensen dat als ze tijdens onze concerten hun ogen sluiten, ze zich op een Cure-show wanen. Dat is het mooiste compliment.”

“Ik zing niet alleen zoals Robert Smith, tijdens onze concerten neem ik ook zijn looks over, zij het met mate. Het moet niet clownesk worden. Smith zegt in interviews dat hij die make-up en dat kapsel nodig heeft om een podiumpersonage te worden. Voor mij geldt hetzelfde: als het ook visueel klopt, kan ik nog meer in de muziek van The Cure kruipen.”

“The Cure is voor mij de soundtrack van mijn leven. Het is donkere muziek die er toch in slaagt mij te troosten. Ik ken geen andere groep die zo’n effect heeft op mij, behalve Whispering Sons (die in 2016 Humo’s Rock Rally wonnen, red.). The Cure heeft nummers voor elke gelegenheid die zelfs na veertig jaar niet gedateerd zijn. Neem nu ‘One Hundred Years’ uit 1982, een filmisch nummer vol agressie. Voor mij gaat dat over alles wat er verkeerd is in deze wereld. Als Smith all shadows and deliverance / under a black flag zingt, dan zie ik beelden voor mij van de zwarte vlag van IS. Of ‘It Can Never Be The Same’, dat de band nog niet lang live speelt. Smith heeft het geschreven na de dood van zijn moeder en het doet me altijd aan mijn overleden moeder denken.”

“De kracht van The Cure is dat tekst, zang en muziek op een unieke manier samenkomen. Zelfs als je niet naar de tekst luistert, weet je direct waar het nummer over gaat. En dan die magische stem van Robert Smith... hoe hij met zijn stem speelt, in en tussen de nummers door, dat is vakmanschap. Het is onvoorstelbaar dat Smith soms beschaamd is om zijn muziek te spelen. Hij kan timide overkomen, maar hij heeft alles over voor zijn fans. Vandaar ook de marathonconcerten die de band de laatste jaren speelt, met soms meer dan veertig nummers. Dan ben je wat mij betreft meer filantroop dan Bono, die om de haverklap in de pers komt met zijn goede doelen. Bij The Cure zijn de fans het doel.”

‘Altijd een new-wavechick gebleven’

Gladys Peeters (51), bediende, Maaseik

‘Altijd een new-wavechick gebleven’
Beeld Tim Dirven

“Het is een beetje puberaal, maar ik tel de dagen af tot ik The Cure kan zien. Het zal voor mij pas de tweede keer zijn – de eerste keer was drie jaar geleden, in Keulen. En dat terwijl ik al 35 jaar fan ben! Ik leerde The Cure kennen op mijn zestiende. Tot mijn negentiende ben ik naar concerten geweest, maar nooit naar The Cure. Toen ik achttien werd, ben ik op een hoog niveau beginnen te volleyballen en was uitgaan er voor mij niet meer bij.”

“Ik ben altijd blijven luisteren naar de muziek uit mijn jeugd: TC Matic, Talking Heads, OMD, Fad Gadget, Gary Numan. Ik was een new-wavechick met alles erop en eraan: lange, zwarte jas, mijn haar langs één kant geschoren en spitse schoenen. Zo loop ik er gelukkig niet meer bij, maar vandaag moeten mijn kleren nog altijd zwart zijn, anders voel ik me niet op mijn gemak.”

“De eerste lp die ik ooit kocht, na Urbanus, was ‘The Walk’ (single die later op het compilatie-album Japanese Whispers verscheen, red.). Aanvankelijk viel ik voor de poppy kant van The Cure, nadien ben ik van het drama en de melancholie in hun muziek gaan houden. Wat dat betreft ben ik bang voor Werchter: ik weet niet of de dromerige en lang uitgesponnen nummers van The Cure een hele festivalweide gaan bekoren. Maar één van hun platen die ik het meeste speel is een live-cd, opgenomen op Bestival (festival op The Isle of Wight, red.) in 2011, dus slecht kan het niet worden. Gewoon een kwestie van lang op voorhand gaan aanschuiven om zo dicht mogelijk bij het podium te geraken. (lacht) Puberaal: ik zei het al.”

‘Beïnvloed door bassist Simon Gallup’

Bart Van Lierde (42), muzikant, Gent

‘Beïnvloed door bassist Simon Gallup’
Beeld Tim Dirven

“De muziek van The Cure is bedrieglijk eenvoudig. Eenvoudig omdat er geen hogere wiskunde aan te pas komt: de nummers zijn redelijk straightforward, zowel melodisch, harmonisch als ritmisch. Er komen geen rare maatsoorten of maatwisselingen aan te pas. Maar schijn bedriegt: bij The Cure gaat het om wat er bovenop die eenvoudige akkoordenschema’s wordt gelegd. De muziek moet het hebben van de tekst en de sfeer. Ik kan me voorstellen dat veel mensen daar niets aan vinden, maar als het je pakt, dan ben je voorgoed mee.”

“Ik ben pas laat basgitaar beginnen te spelen, rond mijn twintigste. In die periode heb ik veel teruggrepen naar The Cure en dat was een fijne herontdekking. Tijdens mijn puberjaren luisterde ik naar niets anders. Ik droeg truien tot op mijn knieën, had eyeliner op en toupeerde mijn haar met zeep. In die periode was ik ook keeper bij de lokale voetbalclub – dat moet een raar zicht geweest zijn. Maar onder de douche had ik tenminste geen shampoo nodig.”

“Ik durf gerust te zeggen dat ik beïnvloed ben door Simon Gallup, de bassist van The Cure. Het melodische in zijn bas, de klank die hij maakt: dat wilde ik ook. Gallup speelt veel akkoorden, zonder dat het disco wordt. Luister naar ‘Fascination Street’ van The Cure en je weet wat ik bedoel. Het hielp dat ik speelde bij Monza en Meuris, waar de frontman om de haverklap verwees naar het geluid van The Cure: ‘Zó moet het klinken!’”

“Voor een band die al meer dan veertig jaar bestaat kan The Cure mij nog elke keer verrassen. Ze hebben een steengoede livereputatie: hun live-cd’s zijn volwaardige albums die kunnen wedijveren met de studio-albums. De registratie van hun passage op Bestival biedt een mooi overzicht van de muziekgeschiedenis, met zowel punk-, wave- als popnummers. Het is een unieke band, niemand klinkt zoals The Cure. Het is trouwens opmerkelijk dat het stemgeluid van Robert Smith na veertig jaar nauwelijks is veranderd. Er zijn dubbel zoveel kilo’s bijgekomen, maar zijn stem klinkt nog altijd krek hetzelfde, waardoor de nummers herkenbaar blijven.”

“Ik zie The Cure het liefste in een zaal spelen. Hun laatste concert in België, in 2016 in het Sportpaleis in Antwerpen, was zo goed dat ik een dag later nog eens ben gaan kijken in Amsterdam – met een stuk of tien andere nummers op de setlijst. Maar de beelden van Pinkpop een paar weken geleden zagen er veelbelovend uit. Nog wat oefenen en als Gallup straks uitvalt, ben ik er klaar voor.”

The Cure speelt vanavond (vrijdag) om 21.30 uur op de Mainstage.