Direct naar artikelinhoud
InterviewFamilieklap

Herman Van Goethem en zijn pleegzoon Kevin: ‘Het maakt dat je je afvraagt hoeveel invloed de genen eigenlijk echt hebben’

Herman Van Goethem en zijn pleegzoon Kevin: ‘Het maakt dat je je afvraagt hoeveel invloed de genen eigenlijk echt hebben’
Beeld Bob Van Mol

De oudste is 60 jaar, rector van de Universiteit Antwerpen, historicus, jurist, hoogleraar én vader van vier. De jongste is 19 en studeert voor industrieel ingenieur aan diezelfde universiteit. Herman Van Goethem en zijn pleegzoon Kevin De Boevre.

KEVIN

“Sinds 28 oktober 2003 woon ik bij Herman en Lisbeth. Drie jaar was ik toen. Zij zijn mijn ouders, dit is mijn thuis. Tegelijk ben ik mijn biologische mama blijven zien. Vandaag eten we nog steeds elke vrijdagavond samen. Ik noem haar mama, ook al kon ze mij niet voltijds opvoeden

“Mijn pleegmoeder noem ik ‘mamio’. Mijn biologische vader ken ik niet: Herman is voor mij mijn vader. Misschien is dat een atypische situatie, maar voor mij is het doodnormaal.

“Helemaal in het begin, toen ik nog heel jong was, droomde ik soms dat mijn ouders me zouden verlaten. Ik herinner me nog dat ik na zo’n nachtmerrie even hun slaapkamer in sloop om te checken of ze er nog waren. Gelukkig verdween die angst snel.

“Het was fijn om de jongste te zijn. Ik leerde veel van mijn oudere broers en zussen; moeilijke woorden, bijvoorbeeld. Met carnaval verkleedde ik me niet als een of andere superheld, maar als Elio Di Rupo, inclusief Frans accent.

“Op de lagere school voelde ik wel eens de drang om normaal te zijn. Als klasgenootjes me naar mijn donkere huidskleur vroegen, antwoordde ik dat ik te lang onder de zonnebank had gelegen. Later verzon ik een verhaal over Indische grootouders en genen die een generatie overgeslagen hadden. Ik wilde gewoon net zoals de anderen zijn. Eenmaal op de middelbare school besefte ik dat dat nergens op sloeg, en legde ik gewoon mijn pleegsituatie uit.

Buitenbeentje

“Ik geloof dat ik een heel gemakkelijke puber was. Nooit heb ik de nood gevoeld om te rebelleren, waarom zou ik me ook willen afzetten tegen de mensen die me met zoveel liefde grootbrachten? Ik ben hen juist erg dankbaar.

“Mijn eerste jaar Industrieel Ingenieur zit er nu bijna op. De resultaten van het vorige semester waren goed, hopelijk is dat deze examenperiode ook zo, ik krijg pas volgende week mijn punten. Goede punten zijn belangrijk voor mij. Daarover voel ik geen druk van thuis uit, ik zie zelf echt wel de meerwaarde van een goede opleiding in.

“De Universiteit Antwerpen was een logische keuze: ik ben oprecht blij om aan de universiteit van mijn vader te kunnen studeren. Ik ben trots op wat hij allemaal bereikt heeft, maar ook op wie hij is.

“Met mijn studiekeuze ga ik nu mijn eigen weg. Exacte wetenschappen zijn het buitenbeentje in ons gezin, waar iedereen een achtergrond in de humane wetenschappen heeft. De politiek en het onderwijs, dat zijn de twee thema’s die de gesprekken aan onze keukentafel domineren. Maar ik probeer soms andere onderwerpen aan te brengen, en dat lukt. Zo leert de familie ook eens wat bij.” (lacht)

HERMAN

“Meer dan dertig jaar geleden werden mijn vrouw en ik actief als steungezin. Tijdelijk vingen we kinderen in nood op; voor enkele nachten, maar soms ook langer. Het was een komen en gaan van een vijftal kinderen, die we soms ook na de crisissituatie bleven zien.

“Ook Kevin kwam zo voor het eerst bij ons over de vloer. Toen zijn moeder vroeg of hij niet voorgoed bij ons kon blijven omdat zij niet voor hem kon zorgen, hebben we toch drie maanden nagedacht. We waren al halfweg de veertig en waren bang te oud te zijn voor zo’n jong kind. Toen we onze drie kinderen vroegen hoe zij erover dachten, reageerde een van hen heel rationeel: ‘Ja, maar wie staat zijn kamer dan af?’

“Zodra het besluit genomen was, was meteen duidelijk dat het het juiste was. We kunnen ons haast niet meer voorstellen waarom we getwijfeld hebben. Met Kevin hebben we echt het groot lot gewonnen.

“In het begin merkten we wel dat die kleine dreumes het moeilijk had. Hij verstopte zich in stilzwijgen, begreep ook geen normale vraag-antwoordstructuur. Gelukkig haalde hij alles snel in.

“We begrepen dat Kevin een pleegkind was dat bij ons zou blijven; als zijn moeder niet voor een kind van drie kon zorgen, zou ze ook niet voor een kind van zeven of ouder kunnen zorgen. In het begin bevond ik me bij het opvoeden wel meer in de rol van observator dan bij mijn andere kinderen, omdat ik me bewust was van Kevins precaire situatie. Evengoed groeit zo’n pleegkind heel moeilijk op. Maar die afstand verdween na een paar jaar helemaal. Met grote vanzelfsprekendheid zeg ik nu dat ik vier kinderen heb.

Humor

“Kevin is altijd een ontzettend goed kind geweest. Misschien heeft de idee dat je ouders je zomaar kunnen ‘opzeggen’ als pleegkind hem wel geconditioneerd om trouw en inpasbaar te zijn?

“Achteraf gezien had het grote leeftijdsverschil ook zijn voordeel. Onze drie andere kinderen hebben eveneens bijgedragen aan Kevins opvoeding. Wij hebben altijd heel hard gewerkt, maar in de jaren 90 swingde het bij mij toch echt de pan uit. Ik had veel hooi op mijn vork genomen voor een boek over Leopold III. Het was zelfs zo erg dat onze oudste, Joos, bang was dat ik niet zou opdagen voor zijn eerste communie. Hoewel het daarna nooit meer zo erg geworden is, vind ik mezelf soms toch wat de afwezige vader. Vooral mentaal, dan: ik ben vaak met mijn hoofd ergens anders. Natuurlijk heb ik thuis dingen gemist, maar ik voel me daar niet schuldig over. Je kunt niet alles doen in het leven. Ik waak erover dat de weekends vrij blijven, maar ik vind Kevin vooral de verdienste van mijn vrouw en kinderen.

“Er zijn wel dingen waaruit we kunnen opmaken dat Kevin ons vreemd is. Zijn gebrek aan fantasie, bijvoorbeeld. Als kind las hij encyclopedieën in bed, van fictieve verhalen moest hij niet weten. En in plaats van met de autootjes te spelen, plaatste hij ze liever allemaal op één lijn.

“Kevin is een man van de exacte wetenschap. Zo repareert hij al onze huishoudapparaten, ongezien in dit gezin. Kevin is gene van ons, zeggen we weleens. Als die humor kan, dan zit alles echt wel goed.

“Tegelijk is het bevreemdend hoeveel hij niettemin op mij en Lisbeth lijkt in zijn manier van spreken en redeneren. Het maakt dat je je afvraagt hoeveel invloed de genen eigenlijk echt hebben. Kevins startpositie in beschouwing genomen, is het fantastisch hoe ver hij al geraakt is. Ook hij heeft het groot lot gewonnen.

“Op de universiteit weet nog bijna niemand dat Kevin mijn pleegzoon is, ik wilde dat eigenlijk niet per se verspreiden. Gelukkig is hij een goede student, anders was ik daar misschien wat discreter over gebleven. (lacht) Nee, ik hoop vooral dat we kunnen inspireren. Pleegzorg kan ook een heel positief verhaal zijn.”