Direct naar artikelinhoud
Horeca

Brugge is het strijdtoneel, bier het wapen

Dries Brouckaert van café 't Brugs Beertje. 'Ik wil een onafhankelijk café blijven.'Beeld Tim Dirven

Brugge is het strijdtoneel, bier het wapen. Welk bier mag zich Brugs noemen en wat heeft een beer in vredesnaam te maken met bier?

De Brugse Metten worden deze keer beslecht op de horecamarkt van de Brugse binnenstad. Alles heeft te maken met de Brugse Beer, een biertje van de Brugse ondernemer Stephane Kolijn. De zaakvoerder, vooral bekend van Hostel Lybeer in Brugge, heeft een eigen bier op de markt gebracht. En dat schiet in het verkeerde keelgat van Dries Brouckaert van café 't Brugs Beertje. Niet het bier zelf, maar wel de naamkeuze, zorgt voor wrevel.

't Brugs Beertje is een instituut in biermiddens. Het themacafé heeft een lange staat van dienst en is een heuse trekpleister voor bierliefhebbers van heinde en verre. De inmiddels overleden Amerikaanse bierkenner Michael Jackson was er ooit klant, en de gerenommeerde website Ratebeer.com verkoos 't Brugs Beertje een paar jaar geleden nog tot op twee na beste café ter wereld.

Brouckaert heeft Stephane Kolijn nu gedagvaard, omdat de naam van zijn café en die van het bier te sterk op elkaar lijken. “Ik heb niks tegen meneer Kolijn, ik kende hem zelfs niet tot voor kort. Maar ik wil een onafhankelijk café blijven. Nu lijkt het erop alsof mijn café en het bier een en dezelfde eigenaar hebben. De verwarring tussen het café en het bier is te groot.” De twee voerden al ettelijke gesprekken maar tot een oplossing kwam het niet, en dus zag Brouckaert zich genoodzaakt tot deze stap.

Pikant detail in het dispuut is dat Kolijn aanvankelijk het café wou overnemen. “Omdat ik van meet af geen enkele interesse had in een overname, is het nooit tot een formeel overnamebod gekomen”, zegt Brouckaert. “Dat hij zijn bier een gelijkaardige naam geeft als het café lijkt me een bewuste provocatie. Al ken ik zijn drijfveren niet. Ik wil eigenlijk gewoon in alle rust mijn café uitbaten, maar zie me nu wel gedwongen tot reageren.”

Voor de niet-Bruggelingen: de Brugse Beer gaat terug op een stadslegende. Boudewijn van Vlaanderen (840-879) doodt in de bossen van Brugge een beer, en wordt uit erkenning de eerste graaf van Vlaanderen. De Brugse beer is vanaf dan onlosmakelijk verbonden met de stad. Hij siert het wapenschild, is de mascotte van Club Brugge, de naam van het bewuste café, én het Brugs beertje is tevens een populair zoet koekje. En nu dus ook een biertje.

Stephane Kolijn, die niet reageerde op onze telefoons, zorgde eerder al voor een dispuut met de brouwerijen De Halve Maan en Alken-Maes, respectievelijk de bedrijven achter Brugse Zot en Brugs Tarwebier - al wordt dat laatste ondertussen ook gebrouwen bij De Halve Maan in Brugge. De heisa gaat terug op het gebruik van het woord Brugs of Brugse in de benaming van het bier. Het kwam tot een uitspraak bij het Bureau van de Intellectuele Eigendom voor de Benelux. Die instelling besliste dat Brugse Beer perfect kan bestaan naast Brugse Zot of andere gelijkaardige namen. Het bureau volgt in dit geval de argumentatie niet dat er mogelijke verwarring of misleiding is bij het gebruik van de naam Brugse Beer.

Tegenover de Krant van West-Vlaanderen reageerde Stephane Kolijn tevreden op die uitspraak. “De Halve Maan en Alken-Maes trachten sinds jaar en dag een monopolie te krijgen op alles wat Brugs is en met bier te maken heeft”, klinkt het.

Dat wordt dan weer afgedaan als onzin door brouwerij De Halve Maan. Zaakvoerder Xavier Vanneste laat weten dat hij nooit enige rechtszaak of claim heeft gehad tegenover Kolijn of zijn bedrijf. “De Halve Maan heeft nooit een biermonopolie gehad, en heeft andere spelers altijd gerespecteerd: ook op de Brugse markt bestaan er meerdere ‘Brugse’ bieren.”

Schepen van Economie Pablo Annys (sp.a) zucht wanneer we hem bellen over de heisa. “Als stadsbestuur nemen wij geen standpunt in”, zegt Annys. “Dit is een juridisch geschil tussen ondernemers over een merknaam. Ik kan enkel zeggen dat het niet klopt dat Brugse Zot een monopolie heeft in Brugge. Wij schenken ook andere bieren op officiële gelegenheden. Voor de rest kan en wil ik mij als schepen niet uitspreken over deze merkenoorlog.”