Direct naar artikelinhoud
Politiek

Waarom politici maar geen afscheid kunnen nemen van de politiek

Didier Reynders, hier met de nieuwe secretaris-generaal van de Raad van Europa Marija Pejcinovic Buric, grijpt naast de Europese topjob.Beeld BELGA

Ook voorzitter van de Raad van Europa is hij niet geworden, maar niemand die gelooft dat vicepremier Didier Reynders (MR) straks echt thuis op de bank gaat zitten. Zoals ook andere toppolitici het einde van de carrière toch weer uitstellen met dat ene mandaatje dat ze niet kunnen weigeren. Waarom is afscheid nemen in schoonheid zo moeilijk in de politiek?

“Macht verslaaft niet. De schijnwerpers, die zijn verslavend.” Het is Karel De Gucht die het in 2015 zei in De Morgen-reeks Monsters van de Macht. De Gucht kan het in principe weten, als gewezen voorzitter van Open Vld, ex-minister van Buitenlandse Zaken, ex-vicepremier en voormalig Europees commissaris bekleedde hij verschillende functies op het hoogste politieke niveau. Sinds dat laatste mandaat in 2014 op zijn 60ste stopte, is de liberaal niet meer politiek actief, tenzij dan als gewillige commentator in de krant en op tv.

Toch blijkt een afscheid in schoonheid op het hoogtepunt van de macht allesbehalve evident. Wie zoekt naar voorbeelden is al snel uitverteld. Inge Vervotte (CD&V) brak in 2013, na drie keer minister geweest te zijn, radicaal met de politiek. Jo Vandeurzen (CD&V) is dat straks van plan: hij stopt na vijftien jaar op het hoogste niveau uit eigen beweging omdat hij nog een carrière buiten de Wetstraat beoogt. Frank Vandenbroucke (sp.a) deed het, weliswaar nadat zijn partij hem een zeker gewaand ministerambt ontzegde. Sven Gatz (Open Vld) stopte er eveneens mee, maar kwam snel terug om alsnog minister te worden.

Warmlopen

Veel vaker lijkt het te lopen zoals het het onfortuinlijke duo Didier Reynders (MR) en Kris Peeters (CD&V) vandaag vergaat. Reynders greep deze week naast zijn beoogde exit van het nationale toneel. Hij wordt ondanks intens lobbywerk geen voorzitter van de Raad van Europa. Pijnlijk, eens te meer omdat de Franstalige liberaal zich in 2014 al de nieuwe Eurocommissaris rekende. Dat was hij ook geworden, mocht CD&V in één cruciale onderhandelingsnacht toch niet al haar geld op Marianne Thyssen gezet hebben. 

Het andere slachtoffer van dat onverwachte manoeuvre van CD&V-voorzitter Wouter Beke heette Kris Peeters. Die was op dat moment immers slechts een zucht verwijderd van het premierschap, een voor hem niet meer dan evidente vervolg op twee termijnen als Vlaams minister-president. Hij kwam als vicepremier in de mêlee terecht in plaats van erboven, een rol die hem merkelijk minder lag. Gehavend, niet het minst door zijn mislukking als Antwerps lijsttrekker bij de gemeenteraadsverkiezingen, gaf hij deze week zijn ontslag als minister om volgende week de eed af te leggen als Europees Parlementslid.

Toch twijfelt niemand eraan dat zowel Peeters als Reynders, al zijn hele loopbaan bekend als ‘kandidaat voor alles’, nog wel zinnen op een andere post. Net zoals de halve Wetstraat dezer dagen. 

Wouter Beke loopt alvast warm voor het ministerschap in een volgende regering als vervanger van Peeters, iets waar hij als voorzitter overigens zelf over zal kunnen beslissen. Sp.a-voorzitter John Crombez vroeg een uitzondering op zijn eigen decumulregel omdat hij op verschillende paarden wedt. Premier Charles Michel (MR) wordt dan weer genoemd als mogelijke nieuwe Europese president. Als hij dat zondagavond wordt, zou zijn opvolger ad interim wel eens – jawel – Didier Reynders kunnen zijn.

Vriendjespolitiek

“Politiek is een stiel. Het duurt een paar jaar voor je een netwerk en genoeg dossierkennis hebt uitgebouwd”, stelde politicoloog Bram Wauters (UGent) onlangs nog in deze krant. Want wie wil het land overlaten aan een parlement vol neofieten? De regering aan politici die het verschil niet kennen tussen een wetsvoorstel en een wetsontwerp? Of een Europese topjob aan iemand die het wheelen en dealen niet tot in de puntjes onder de knie heeft?

Vraag het aan honderd Vlamingen en het antwoord luidt wellicht volmondig: niemand. Zelfs de socialisten die zo overtuigd tegen het combineren van mandaten gestemd hebben, zullen daar weinig tegen in te brengen hebben. In die zin is het ook niet verkeerd of misschien zelfs wenselijk dat politici een lange carrière uitbouwen. Het verklaart ook voor een stuk waarom heel wat van hen van politiek hun beroep gemaakt hebben.

Waarom ligt het dan toch zo gevoelig, dat ervaren politici bezig zijn met de volgende stap in hun carrière? Waarom is het leedvermaak om de gemiste post van Reynders dan velen male groter dan de spijt omdat ons land naast een – min of meer – vooraanstaande Europese functie grijpt? 

Daar komt de dualiteit van de menselijke psyche piepen. En meer bepaald die van de Belg, als we kunnen voortgaan op professor emeritus economie Wim Moesen (KU Leuven). Enerzijds gruwt iedereen van politieke benoemingen en alles wat nog maar ruikt naar ons kent ons en vriendjespolitiek. Anderzijds zijn we zelf amper een haar beter.

Opportunisme

Moesen heeft daar een dure term voor: civiel kapitaal. Het is de mate waarin een volk burgerzin vertoont en het van zijn leiders eveneens een hoog normen-en-waardenpatroon verwacht. België scoort daarop traditioneel laag: in een vergelijking met 21 mature industrielanden staat België pas 15de. Het bewijst volgens Moesen hoe tolerant we zijn voor politieke zelfbediening. 

“We knijpen een oogje dicht voor fraudeurs en belastingontduikers en zijn zelf ook zeer bedreven in het zoeken van fiscale achterpoortjes”, stelde hij daarover al eerder op deze pagina’s. “Wij hebben een mentaliteit waarbij alles kan, zolang je niet wordt betrapt.” Met andere woorden: we kunnen moeilijk van politici verwachten dat ze heiliger zijn dan de paus, wanneer we zelf exact hetzelfde zouden doen.

En toch is het misschien geen slecht idee dat politici zich, op de overgang van het ene mandaat naar het andere, even bezinnen. Omdat ze de antipolitiek misschien niet verder willen voeden. Maar ook uit opportunisme: afscheid nemen, dat doe je echt best voordat het tragisch wordt.