Direct naar artikelinhoud
Brussel

Brussel is de pedalen kwijt als het denkt rijk te worden door de Tour

Brussel is de pedalen kwijt als het denkt rijk te worden door de Tour
Beeld Illias Teirlinck

Voor aanvang van de reclamespot genaamd Le Grand Départ heeft Brussel een waslijst verwachtingen: propvolle hotels, een miljoen gesmeerde kelen en een kostenplaatje dat zich dubbel en dik terugbetaalt. Die laatste hoop lijkt al even ijdel als de Tour de France zelf.

“Of we ook naar Brussel waren gekomen zonder deze aanleiding?” Gordon en Anja, net ingevlogen uit Denemarken, hoeven niet lang na te denken. “Neen, dankzij de Tour hebben jullie ons eindelijk te pakken”, lachen ze. 

Hun timing zegt genoeg: ze zijn hier van woensdagmiddag tot maandagochtend, net lang genoeg om de stad te bezoeken en in de eerste plaats de koers te bezichtigen. “Wat ons betreft, is dit de beste reclame die een stad zich kan wensen.”

Voor het eerst sinds 1958 en 50 jaar na de eerste Tour-overwinning van Eddy Merckx mag Brussel zich nog eens de officiële startplek noemen van wat – naar verluidt – het derde grootste sportevenement ter wereld is. Zaterdag is er de start aan het Koningsplein en aankomst aan de voordeur van de koning in Laken voor een rit in lijn, zondag volgt een ploegentijdrit met een allegaartje aan Brusselse trekpleisters tussen Paleizenplein en Atomium.

20 miljoen euro

Al op het perron in Brussel-Centraal worden reizigers met pijltjes die ‘Volg de koers’ schreeuwen richting Grote Markt gestuurd, waar het podium voor de ploegvoorstellingen van donderdagavond in gereedheid wordt gebracht. 

Van officiële boetiekjes tot obers met Merckx-shirts, de stad toont zich helemaal klaar voor het spektakel. “Voor geen enkel ander evenement had ik me kandidaat gesteld, maar de Tour-start, dat maak ik maar één keer mee”, zegt fiere Brusselaar Marc De Mey (66), die als vrijwilliger infobrochures uitdeelt.

Op de Grote Markt moet de schwung er nog wat in komen. De kiekjes waarvoor toeristen zich tegen de nadars vlijen, lijken eerder op de iconische gebouwen rond het plein dan op het podium gericht. “Wacht maar tot enkele uren voor de voorstelling. Twee jaar geleden, in Düsseldorf, zag je dat plots helemaal vollopen met wielerfanaten”, zeggen de Denen verzekerd.

Le grand départ van de Tour de France die in Brussel start.Beeld Illias Teirlinck

Gezien de kosten die tegen het project aangesmeten zijn, valt die overrompeling inderdaad te verwachten. De stad Brussel heeft 5 miljoen euro neergeteld, enkel en alleen om de Grand Départ binnen te halen – ter vergelijking: de start en de finish van een normale etappe kostte de stad in 2010 nog 400.000 euro.

Met de kosten die daar bovenop komen, wordt het totale kostenplaatje door Anthony Fina van Brussels Major Events, het bureau dat de organisatie in handen heeft, in Le Soir op 20 miljoen euro geschat. Behalve het budget van 5,1 miljoen euro voor promotie en voorbereidingen zoals de start- en finishzones zijn er nog kosten voor veiligheid, netheid en infrastructuur. Zo heeft Mobiliteit Brussel de voorbije maanden 2 miljoen euro gepompt in nieuw asfalt en andere wegherstellingen.

De hoofdbrok betaalt de stad Brussel, die minimaal 7 miljoen euro voor haar rekening neemt, rekende Bruzz uit. Ook het Brussels Gewest (3,3 miljoen euro) en het federale niveau (1,3 miljoen euro) dragen bij.

Reclamespot

“Bij dit soort evenementen vraag ik me als Brusselaar toch af: wat zijn de baten? Die lijken me toch eerder voor de koersfans dan voor de dagelijkse fietsers”, zegt Lutgard (46) uit Molenbeek, die langs de versierde startzone aan de Kunstberg fietst. 

Antoine Dauvillée (35) uit Sint-Agatha-Berchem hoort vooral positieve signalen. “Het wordt een groot feest, dat ook wel wat geld in het laatje van de Brusselse economie brengt, niet?”

Wat brengt het inderdaad op, zo’n Grand Départ? Een miljoen bezoekers in de hoofdstad, leert de prognose van de toeristische dienst, samen met een pr-gepolijst plaatje van Brussel dat via de televisie zo’n 3,5 miljard toeschouwers in 190 landen moet bereiken. Burgemeester Philippe Close (PS) rekent op 40 à 50 miljoen euro opbrengsten, en verwijst onder meer naar overvolle bezettingen in de hotelsector. Ook op langere termijn moeten de toeristische en de culturele sector de vruchten van de dure reclamespot plukken.

Disclaimer: de hele vorige alinea mag u onder de noemer ‘verkooppraatje’ plaatsen, ingefluisterd door de marketingafdeling van Tour-organisator ASO. 

Rooskleurig beeld

Neem nu die 3,5 miljard kijkers in 190 landen. “Dat zijn het aantal landen waar de Tour theoretisch gezien ‘uitgezonden zou kunnen worden’ door rechthebbenden als Eurosport. Maar in exotische landen waar de Tour ’s nachts plaatsvindt, of waar er geen interesse voor de wielersport is, komt die uitzending er gewoon niet”, zegt sporteconoom Daam Van Reeth (KU Leuven). Het aantal unieke kijkers tijdens de Tour ligt volgens hem eerder op 50 à 60 miljoen, en per etappe op 20 à 25 miljoen.

Wat het terugverdieneffect betreft, begeleidde Van Reeth dit jaar een masterproef van KU Leuven-student Simon Bourdead’hui, die net die specifieke oefening maakte over de Grand Départ in Brussel. Uitkomst: 16 miljoen euro baten, goed een derde van wat Close belooft en minder dan de geschatte kosten door Brussels Major Events.

Wat dan met de gecommuniceerde opbrengsten van recente Grand Départs in Yorkshire (134 miljoen euro), Utrecht (25 miljoen euro) en Düsseldorf (64 miljoen euro)? “Politici verkopen alleen de meest rooskleurige toestand, zonder negatieve effecten in beeld te brengen”, zegt Van Reeth. Zo zijn er tijdelijk onbereikbare parkeerplaatsen en worden ook heel wat hotels gevuld met organisatieleden. 

“Waarom zijn er anders niet meer steden die staan te trappelen voor dit evenement?” Met een simpele vraag staaft Van Reeth zijn claim: die plaatjes zijn onrealistisch.

Tandje bijsteken

Bovendien tonen studies van dezelfde recente Tour-starten dat zo’n 80 procent van alle kijklustigen uit het binnenland komt. Allemaal mensen die zonder een Grand Départ misschien hun geld elders in België – op de Meir of aan het strand van Oostende – hadden uitgegeven. 

Tegelijk mijden sommigen door de drukte net de stad. “Me drie uur lang tussen de massa wurmen om één seconde een tgv van renners te zien passeren, daar pas ik toch voor”, zegt Dauvillée. “De zee wordt mijn bestemming.”

“Eigenlijk kun je perfect vergelijken met andere evenementen zoals de Olympische Spelen of het WK voetbal: ze blijken niet of amper rendabel voor een hele regio”, zegt Van Reeth.

Waren die miljoenen dan niet beter elders geïnvesteerd? Om, gezien de berichtgeving de voorbije maanden, maar één domein te noemen: veilige infrastructuur voor alle fietsers in plaats van voor 176 renners? 

“Ik moet zeggen dat het Gewest de afgelopen vijf jaar echt zijn beste beentje heeft voorgezet qua fietsinfrastructuur”, nuanceert Lutgard, die tegelijk wel vaststelt dat het voor bijvoorbeeld een fietspad aan de Tervurenlaan bijna smeken om politieke aandacht is, terwijl voor de Tour alles wél in een stroomversnelling raakt. “En de stad Brussel mag ook wel een tandje bijsteken.”

Realiteitszin

Toch hangt er bij het gros van de Brusselaars behoorlijk wat wielerromantiek in de lucht. “Het blijft tenslotte een eerbetoon aan Eddy”, zegt vrijwilliger De Mey.

“Ik vind ook dat je als wielerland een zekere plicht hebt om om de zoveel jaar de Ronde van Frankrijk binnen te halen. Zo kweek je ook interesse bij jongeren”, zegt Van Reeth. “Alleen mag er meer realiteitszin zijn in de communicatie, ook bij de media. Toen onlangs werd aangekondigd dat de Tour over twee jaar in Denemarken start, kreeg ik meteen kritische telefoontjes van Deense journalisten, die vraagtekens plaatsten bij zowat dezelfde geprojecteerde cijfers. Hier krijg ik die slechts enkele dagen voor het startschot.”