Direct naar artikelinhoud
Grand Départ

De Tour door ‘hellhole’ Brussel: goed voor het imago?

De Tour door ‘hellhole’ Brussel: goed voor het imago?
Beeld Illias Teirlinck

Een miljoen wielerliefhebbers kwamen naar Brussel, miljoenen meer keken op tv naar mooie plaatjes van de hoofdstad. Was de Grand Départ een nieuwe start voor het hellhole? ‘Het stinkt hier wel een beetje.’

Aan het koninklijk paleis trapt Wout Van Aert zijn benen los, net voor hij met zijn ploegmakkers de tijdrit aanvat. Tussen de kijklustigen, aan de dranghekken staan Koen en Guy, twee broers die vanuit Vichte en Gavere naar centrum Brussel zijn afgezakt. Ze komen niet vaak in de hoofdstad, maar een Grand Départ in eigen land is hen wel een uitstapje waard. “Gisteren hebben we de rit op televisie gezien. Mooie beelden waren het, van historische huizen en kastelen.” Koen: “Ze hebben bijzonder goed hun best gedaan.”

Dit weekend telde de politie twee keer 500.000 toeschouwers in het Hoofdstedelijk Gewest, van wie ruim een tiende buitenlanders. Gisteren zagen zij hoe de renners zich opwarmden aan het fotogenieke Paleizenplein, zaterdag sprong het peloton wat verder in Molenbeek op de fiets. Burgemeester Catherine Moureaux (PS) stond aan de start te blinken: “Dit is een grote dag.” Moureaux is ervan overtuigd dat het grootste sportevenement na de Olympische Spelen en het Wereldkampioen voetbal het imago van Molenbeek deugd zal doen. De gemeente kan, net als de rest van hellhole Brussel, wel wat goede PR gebruiken.

Shun en Midori zijn een Japans koppel dat sinds een half jaar met hun zoontje in Rotterdam woont.Beeld Illias Teirlinck

Haar gehavende reputatie heeft Brussel niet alleen te wijten aan die aanslagen, weet journalist Pascal Verbeken, die pas het boek Brutopia schreef over de vaak verguisde stad. “Vlamingen en Walen houden niet van hun hoofdstad. De Europeanen zien Brussel als een donker, bureaucratisch gat waar wetten worden verzonnen om hen te kloten, en kers op de taart waren de uitspraken van president Trump over Brussel als hellhole.”

De broers Koen en Guy geven toe: Brussel heeft niet de beste reputatie. “Van mensen die hier wonen hoor je wel dat het een erg boeiende stad is, maar in de media is het toch vaak slecht nieuws: de tunnels die op instorten staan, de probleemwijken, de aanslagen.” Maar dit uitstapje bevalt hen prima: ze vinden het fijn dat ze hier vandaag veel Vlaams horen en er is niet te veel verkeer. “De stad voelt anders niet zo mooi aan.”

De Tour door ‘hellhole’ Brussel: goed voor het imago?
Beeld Illias Teirlinck

“Steden of landen die zichzelf willen presenteren via dit soort prestigieuze evenementen zijn toch vaak plekken met serieuze barsten”, vindt Verbeken. Hij denkt aan Rusland, dat vorig jaar het WK voetbal organiseerde, of, dichter bij huis, Bergen dat als Europese culturele hoofdstad in 2015 het donkere imago van de Borinage probeerde te counteren. “Citymarketing is het, om iets tegenover die barsten te kunnen plaatsen. Maar ik denk dat de impact van zo’n Grand Départ schromelijk wordt overschat. Morgen (vandaag, LB) is de Tour weer weg en gaat iedereen weer over naar de orde van de dag.”

Brussel fascineert wel weer. Het Nederlandse tijdschrift De Groene Amsterdammer wijdde onlangs zelfs zijn coververhaal aan de stad, met de welluidende titel: ‘Brussel als voorbeeld. In de Europese hoofdstad wordt de toekomst uitgevonden.’ Het magazine lijstte op wat de rest van Europa allemaal kan leren van “een van de meest diverse steden ter wereld”. Ook andere journalisten schrijven over interessante initiatieven die een hoopvolle dynamiek suggereren, zoals de relatief spontane schoolacties tegen luchtvervuiling of MolenGeek, een plek waar jongeren met of zonder diploma leren digitaal ondernemen.

Het feit dat Brussel na Dubai de meest diverse stad ter wereld is, met 180 nationaliteiten, trekt de aandacht. “Alle Europese steden zullen verbrusselen”, zegt Verbeken, “dus er is wel internationale interesse in Brussel als proeftuin.”

Ook toeristen vinden de weg naar Brussel. Na de aanslagen volgde er een dip, maar inmiddels gaan de bezoekerscijfers alweer een tijdje de goede kant uit. Uit het meest recente jaarrapport van Visit Brussels blijkt dat in 2017 het aantal aankomst met een vijfde gestegen was tot 3,6 miljoen. Er werden 6,6 miljoen overnachtingen geteld, ook 21 procent meer dan het jaar voordien. Die positieve tendens zou zich doorzetten.

Shun en Midori zijn een Japans koppel dat sinds een half jaar met hun zoontje in Rotterdam woont. Hij heeft een Tour-petje op, aan de buggy bengelt een gele tas vol Tour-prullaria. Shun is een koersfanaat, in Japan volgde hij ’s nachts de wedstrijd. De Grand Départ op een uurtje treinen, een droom die uitkwam, glundert hij.

De Tour door ‘hellhole’ Brussel: goed voor het imago?
Beeld Illias Teirlinck

Toen het gezin zaterdag in Brussel-Noord van de trein stapte, liepen ze recht de Aarschotstraat in. “We stonden plots tussen de prostituees”, zegt Midori ietwat verschrikt. “We dachten dat we verkeerd zaten.” Beleefd zeggen ze dat ze graag willen terugkomen, maar “het stinkt hier een beetje. In vergelijking met Rotterdam is Brussel nogal vuil.”

Peter De Wilde, directeur van Toerisme Vlaanderen, ziet in Brussel vooral veel gemiste kansen. “Het potentieel was er, maar er is niet gewerkt aan het draagvlak. Ik hoor veel verzuurde reacties.” Zo klaagde het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen over handelszaken die door de drukte nauwelijks bereikbaar waren, en volgens De Wilde mopperden de culturele instellingen dat ze niet betrokken werden.

Want de stad kleurde dan wel geel, de randanimatie bleef toch wat beperkt: aan de Anspachlaan zweefden fietswielen in de lucht, en Manneken Pis droeg voor de gelegenheid een geel pakje. “Dat beklijft toch niet?”, vindt De Wilde, die verankering miste. “Waarom speelt de stad niet in op een beter fietsbeleid, of het wieler-DNA van de Belg?”