Hittestress brengt wereldeconomie in gevaar
Hittestress kan de wereld in 2030 miljoenen banen aan arbeidsproductiviteit kosten. De rechtstreekse gevolgen voor onze contreien vallen goed mee, maar de wereldwijde economie zou tot 2.100 miljard euro verliezen. Dit stelt de International Labor Organisation (ILO), een onderdeel van de Verenigde Naties. Vooral de landbouw en de bouwsector zouden volgens het rapport door de hittestress zwaar kunnen worden geraakt.
Hittestress treedt op als de buitentemperatuur boven de 35 graden Celsius uitkomt in gebieden met een hoge luchtvochtigheid. Buiten werken geeft dan gezondheidsrisico’s, doordat het lichaam vanaf een temperatuur van 39 graden blootgesteld wordt aan ‘hitte-uitputting’. Dit zorgt volgens het rapport van de ILO voor een verminderde productiviteit, een grotere kans op fouten in het werk en zonnesteken. Volgens de ILO kan hittestress in 2030 2,2 procent van alle werkuren wereldwijd tenietdoen. Uitgedrukt in voltijdse banen gaat het om 80 miljoen banen.
De sector die naar verwachting wereldwijd het zwaarst zal worden getroffen, is de landbouw. Liefst 940 miljoen mensen over de hele wereld werken in de agrarische sector. Naar verwachting zal 60 procent van de werkuren in 2030 verloren gaan als gevolg van hittestress. Ook de bouwsector zal zwaar worden getroffen, met naar schatting 19 procent van de wereldwijde werkuren die tegen dan verloren zijn gegaan. De organisatie stelt wel dat het om een voorzichtige schatting gaat, omdat ervan uitgegaan wordt dat werk op het land en in de bouw in de schaduw uitgevoerd wordt en niet in de volle zon. Als meegerekend wordt dat werk in de bouw en op het land in de zon gedaan wordt, gaan er volgens het rapport 136 miljoen voltijdse banen verloren.
Andere sectoren die meer gevaar lopen zijn milieudiensten, afvalinzameling, noodhulp, reparatiewerkzaamheden, vervoer, toerisme, sport en sommige vormen van industrieel werk. Ook gaat de ILO er in de voorspelling vanuit dat de opwarming van de aarde beperkt blijft tot 1,5 graden Celsius. “Op dit ogenblik lijkt men echter op weg naar een temperatuurstijging met meer dan 3 graden Celsius”, zegt onderzoeksleider Catherine Saget, hoofd van het onderzoeksdepartement van de wereldvakbond. “Om dat traject te corrigeren, is drastische actie nodig om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen.”
Werkgevers spelen volgens de ILO een cruciale rol in het nemen van maatregelen die hittestress kunnen tegengaan. Zo kunnen ze ervoor zorgen dat gebouwen minder warmte binnenlaten door groene daken te installeren, of zorgen dat medewerkers die buiten werken meer schaduw hebben. Ook kan het aanpassen van de werkuren helpen, zodat werknemers niet op de heetste uren van de dag hoeven te werken.
‘Geografisch grote verschillen’
Het spreekt voor zich dat niet alle landen en contreien even zwaar zullen worden getroffen. Geografisch zouden Zuid-Azië en West-Afrika de grootste schade te verwerken krijgen. “Aangezien de hittestress de ongelijkheid tussen landen met hoge en lage inkomens nog dreigt te versterken, moet rekening worden gehouden met hogere armoedeniveaus”, zegt Saget. “Dat kan opnieuw aanleiding geven tot bijkomende volksverhuizingen.”
Europa en Centraal-Azië lijken de regio’s te zijn die het minst worden beïnvloed door blootstelling aan warmte, vooral omdat ze worden gekenmerkt door een lage werkgelegenheid in de landbouw en een hoog aanpassend vermogen. Noord-, Midden- en Oost-Europa zijn aanzienlijk minder kwetsbaar, terwijl Zuid-Europa naar verwachting slechts marginaal wordt beïnvloed door hittestress. Toch kan de verhoogde frequentie en intensiteit van hittegolven in Europa ernstige gevolgen hebben voor de gezondheid en de productiviteit. Vooral in landen in Zuid-Europa zijn ouderen, buitenmedewerkers en personeel die fysiek werken zonder airconditioning kwetsbaar voor hittegerelateerde ziektes en verwondingen.