Opgevist wegens bewezen diensten: 10 "gebuisde politici" hebben hun plek in de Senaat beet

Nu de namen van de 10 gecoöpteerde senatoren bekend zijn, is de Senaat eindelijk volledig. Nochtans pleiten verschillende partijen ervoor de instelling af te schaffen. Het "overbodige parlement" door de ogen van Wetstraatjournalist Ivan De Vadder.

analyse
Ivan De Vadder
Wetstraatwatcher voor VRT NWS. Maakt en presenteert ook het programma "De afspraak op vrijdag".

De Senaat heeft definitief vorm gekregen. Het meest overbodige parlement van de zeven  parlementen die ons land rijk is, is eindelijk voltallig want de politieke partijen hebben de 10 gecoöpteerde senatoren aangeduid, die plaats mogen nemen naast de 50 senatoren aangesteld door de gewest- en gemeenschaps­parlementen. Die groep van tien is mooi verdeeld onder zes Vlamingen en vier Franstaligen.

50 + 10

Ja, u begrijpt het goed: het Vlaams Parlement, het Waalse Parlement, het Brussels Parlement, het parlement van de Franse gemeenschap én het parlement van de Duitstalige gemeenschap vaardigen samen 50 parlementsleden af die in de Senaat tien keer per jaar mogen vergaderen.

Op zijn eigen website schrijft de Senaat dat hij “samen met de Kamer, ten volle bevoegd is voor de Grondwet en de wetgeving over de organisatie en de werking van de federale Staat en van de deelstaten". Maar in de praktijk schrijven de senatoren mooie “informatieverslagen”, meestal over “een ander bevoegdheidsniveau (staat, gemeenschappen, gewesten)” die na de publicatie ervan meestal meteen geklasseerd worden in diepe schuiven die de Senaat ongetwijfeld rijk is.

Bij die 50 senatoren komen dus ook nog eens 10 gecoöpteerde senatoren.  Die functie van gecoöpteerde senator is eigenlijk een halve politieke baan. De gecoöpteerde senatoren krijgen de helft van de wedde van een parlementslid, maar dat geeft de partijen de gelegenheid “gebuisde” politici –die meestal net niet verkozen zijn- of politici die één of andere vorm van beloning verdiend hebben, op te vissen. 

CD&V: Sabine De Bethune

Laten we bij CD&V beginnen. Daar wordt Sabine De Bethune aangesteld als gecoöpteerd senator “wegens bewezen diensten”. Zij was de kamikaze-politica die de CD&V-lijst trok in de kieskring Brussel-Hoofdstad voor de Kamer.

Na de splitsing van de oude kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde in de zuivere kieskringen Brussel-Hoofdstad en Vlaams–Brabant maken Vlamingen op een Vlaamse lijst geen enkele kans meer om verkozen te geraken in de kieskring Brussel-Hoofdstad. De Vlamingen in deze kieskring (Tinne Van der Straeten van Groen  en Maria Vindevoghel van PVDA) raakten verkozen vanop een tweetalige lijst, met de zusterpartijen Ecolo en PTB. CD&V besefte dat de opdracht hopeloos was, en Sabine De Bethune wist dat ook. Ze haalde 2.073 stemmen, maar vijf jaar gecoöpteerde senator is haar beloning. 

Open VLD: Rik Daems en Veli Yüksel

Ook de liberalen Rik Daems en Veli Yüksel worden opgevist. Geen van beiden raakte verkozen bij de verkiezingen van 26 mei. Rik Daems was lijstduwer voor het Vlaams Parlement in de kieskring Vlaams-Brabant, en verzamelde 6.592 stemmen zonder verkozen te zijn. Hij vult de eerste helft in van dat mandaat van gecoöpteerd senator.

Vervolgens wordt hij opgevolgd door een andere politicus die opgevist moet worden “wegens bewezen diensten”. In de campagne liep de christendemocraat Veli Yüksel over naar Open VLD. Hij kreeg de vierde plaats op de Kamerlijst in Oost-Vlaanderen, verzamelde 11.272 stemmen, maar raakte niet verkozen. Hij wordt getroost met twee jaren gecoöpteerde senator.

SP.A: Bert Anciaux

De grootste politieke verrassing onder de gecoöpteerde senatoren viel bij de SP.A te bespeuren. Bert Anciaux –in een vorige legislatuur al de gecoöpteerde senator voor de socialisten- wordt alsnog opgevist en beloond voor zijn geste in de campagne. Anciaux, die eigenlijk aangeduid was als de Brusselse lijsttrekker van zijn partij voor het Vlaams Parlement, zette groothartig een stap opzij voor het opkomende talent Hannelore Goeman. Enkele maanden later blijkt dat die stap beloond wordt door nog eens vijf jaren het mandaat van gecoöpteerde senator. Wegens bewezen diensten dus.

N-VA: Mark Demesmaeker

Ook de andere Vlaamse partijen vissen vooral “gebuisde” politici op, die bij de verkiezingen van mei niet verkozen raakten. De N-VA geeft op die manier Mark Demesmaeker een herkansing. Demesmaeker stond op de 4e plaats van de Europese lijst van zijn partij, maar raakte ondanks 84.009 stemmen niet verkozen.

Groen doet hetzelfde met Fourat Ben Chikha die op de 4e plaats stond op de lijst voor het Vlaams Parlement in Oost-Vlaanderen, hij haalde toen 6.960 stemmen. Bij Vlaams Belang wordt Bob Debrandere opgevist, hij stond op de 3e plaats in het Brusselse gewest, en haalde 422 stemmen, onvoldoende om verkozen te raken. De PVDA ten slotte schuift haar Limburgse lijsttrekker voor de Kamer naar voren. Ondanks 8.604 stemmen raakte Ayse Yigit niet verkozen.

MR en PS

Dezelfde reflex in Franstalig België: daar vist de MR een van haar talentrijke jongeren, Georges-Louis Bouchez, op. Op de vierde plaats in de kieskring Henegouwen haalde hij meer stemmen dan de tweede of de derde op zijn lijst, maar door het spel van de lijststemmen raakte hij niet verkozen. Ook de PS kiest voor een opkomend politicus, Jules Eerdekens, zoon van de burgemeester van Andenne, en opvolger op de PS-lijst in de kieskring Namen.

Overbodig

Conclusie: een totaal overbodig parlement –waarvan een heleboel partijen trouwens aangeven dat ze pleiten om het af te schaffen- wordt dus nog altijd gebruikt om “gebuisde” politici op te vissen.

Politici die dus een “onvoldoende” hebben gekregen van de kiezer, want het verdict viel elke keer op 26 mei. En dat opvissen gebeurt door de politieke partijen die daarmee het mechanisme van de particratie weer versterken, want de opgeviste politici zijn natuurlijk schatplichtig aan wie hen heeft opgevist. 

Ik snap dat het niet eenvoudig is om de tak waarop je zit af te zagen, maar misschien moeten de senatoren toch eens grondig nadenken over de toekomst van hun instelling.

Meest gelezen