Direct naar artikelinhoud
Taal

Peuters leren nieuwe woorden sneller van hun moeder

Een peuter tijdens het onderzoek.Beeld Ivar Pel (KinderKennisCentrum Utrecht)

Peuters leren nieuwe woorden sneller van hun moeder dan van een onbekende. Dat blijkt uit onderzoek van ontwikkelingspsycholoog Rianne van Rooijen, waarmee ze vorige maand promoveerde aan de Universiteit van Utrecht.

De stem van de moeder heeft een groot effect op het leren van taal. Het is zo dat normaal ontwikkelende 2-jarigen woorden sowieso sneller oppikken, maar ook op peuters met een grotere kans op een stoornis in het autismespectrum (ASS) heeft een bekende stem een positieve invloed. De resultaten kunnen bijdragen aan nieuwe taallessen voor kinderen die moeite hebben met sociale interactie. 

In het onderzoek van Van Rooijen werden 149 normaal ontwikkelende 2-jarigen in twee groepen ingedeeld.  “We hebben bewust gekozen voor die leeftijdscategorie omdat de taalontwikkeling tijdens deze periode significante gevolgen heeft voor later”, zegt Van Rooijen. Rond het tweede levensjaar zijn kinderen volop bezig met het uitspreken van woorden, daarvoor is taal niet meer dan wat spraakklanken.

De peuters zaten voor een computerscherm met in beeld twee objecten. Zowel de woorden ‘miekel’ en ‘gemer’ als de twee objecten waren verzonnen. Van Rooijen: “Daardoor wisten we zeker dat we de peuters echt iets leerden wat ze nooit eerder gezien of gehoord hadden”.

De afbeeldingen die tijdens het onderzoek getoond werden.Beeld Ma et al. (2011)

De ene groep leerde de nieuwe woorden van hun moeder, de andere hoorde de woorden van een onbekende. Eye-trackers hielden de kijkrichting van de peuters in de gaten om te meten of ze beduidend langer keken naar het object dat gekoppeld was aan het woord dat werd genoemd. De peuters die het experiment met hun moeder deden, waren beter in staat om de woorden aan de voorwerpen te koppelen dan de peuters die de woorden van een onbekende leerden. “Bij een onbekende stem verloopt dit proces minder vlot, omdat de peuters eerst moeten wennen aan het nieuwe stemgeluid voordat ze nieuwe woorden goed kunnen opslaan in het geheugen”, aldus Van Rooijen.

Opa of oma

Een tweede onderzoek laat zien dat peuters met verhoogd risico op ASS nieuwe woorden even makkelijk aanleren als normaal ontwikkelende peuters. Dat geeft aan dat de taalontwikkelingsproblemen van kinderen met ASS een andere oorzaak hebben. “Er is dus goede reden om aan te nemen dat het probleem bij deze kinderen niet ligt aan het woordleerproces, maar aan het op lange termijn onthouden van woorden of leeromgevingen met te veel prikkels”, zegt Van Rooijen.

Of andere bekende stemmen, zoals die van de vader, grootouders of de oppas hetzelfde effect hebben, is nog niet duidelijk. Van Rooijen: “Als opa of oma vaak oppast en het kind karakteristieken van de stemmen herkent, zou ook dat effect kunnen hebben op het leerproces. Maar dat blijft een speculatie.”

“Het onderzoek geeft inzicht in hoe peuters woorden tot zich nemen en wat daarbij een rol speelt”, reageert Caroline Rowland, hoogleraar eerste taalwerving aan de Radboud Universiteit en directeur taalontwikkeling van het Max Planck Taalinstituut. Dat is volgens Rowland belangrijk voor de ontwikkeling van taallessen, met name voor kinderen met een stoornis. “Pas als we inzicht hebben in hoe kinderen met (een verhoogde kans op) autisme leren, kunnen we de lessen op hun behoeften afstemmen. Dit onderzoek is in ieder geval een mooi begin.”