Direct naar artikelinhoud
Economie

Waarom groeit onze productiviteit niet meer zoals vroeger?

Als we straks allemaal van ons welverdiend pensioen willen genieten, zal de overheid dat ook moeten kunnen betalen.Beeld BAS BOGAERTS

Om de vergrijzing te kunnen dragen, moet in ons land de productiviteit naar omhoog, stellen economen. Dat is immers de enige manier om de stijgende kosten van de pensioenen te drukken. Maar net daar loopt het mis: waarom groeit onze productiviteit niet meer zoals in pakweg de jaren 90?

1. Hoe kan de productiviteitsgroei de kosten van de vergrijzing opvangen? 

Omgerekend naar geld van vandaag, zouden we 17 miljard euro extra moeten ophoesten in 2040, omdat de kosten voor de vergrijzing in ons land blijven stijgen. Dat blijkt uit een rapport van de Vergrijzingscommissie, een speciale instelling die verbonden is aan het Federaal Planbureau. 

Die som is gigantisch, meer dan twee keer het totale budget dat we vandaag al opzij leggen voor werkloosheidsuitkeringen, het brugpensioen en stelsels zoals het tijdskrediet en loopbaanonderbreking. Om die stijgende sociale uitgaven op te vangen wijzen verschillende economen naar de productiviteitsgroei. Hoe meer we met z’n allen kunnen produceren, hoe makkelijker we die kosten kunnen dragen, is de redenering. Of hoe groter de taart, hoe kleiner het stukje dat we aan de vergrijzing moeten besteden. “De link is gekend”, zegt Paul De Grauwe, professor aan de London School of Economics. “Als de productiviteit groeit, dan heb je een groei in het bbp. Dan heeft de overheid ook meer middelen, zoals belastingen, waarmee je het vergrijzingsprobleem kunt financieren.” 

Maar daar wringt het schoentje. De OESO bracht maandag een rapport naar buiten dat nog eens wijst op alle pijnpunten in de Belgische economie die ervoor zorgen dat de productiviteitsgroei bij ons kwakkelt. De daling in de groei manifesteert zich ook sterker in Brussel en Wallonië dan in Vlaanderen. 

2. Waarom hinkt de productiviteitsgroei dan precies achterop? 

De OESO bevestigt dat ons land tot de productiefste landen ter wereld behoort. Maar de laatste jaren kalft die productiviteitsgroei alsmaar af. Als die was blijven doorgroeien zoals in de jaren 80 en 90, dan was de Belgische economie nu een vijfde groter. Maar net omdat die productiviteitsgroei hapert, dreigt België zijn status als een land met een hoge productiviteit – waar werknemers ook hoge lonen uitbetaald krijgen – te verliezen.

Economen zien een brede waaier aan verklaringen voor waarom ons land het hier minder goed doet. “Voor een stuk heeft dat te maken met de publieke investeringen”, zegt macro-econoom Tom Verbeke (KU Leuven). “Die zijn duidelijk achtergebleven. Kijk bijvoorbeeld naar de infrastructuur. We staan nu allemaal in de file. Maar een uur dat je spendeert in de file is natuurlijk niet productief: je zit in je auto of in je vrachtwagen en je wacht.” 

3. Wat zijn de verschillen met onze buurlanden? 

Ook in Nederland, Frankrijk en Duitsland neemt de productiviteitsgroei af, maar niet zo erg als bij ons. “Op zich lopen zij geen kilometers voorop", zegt Verbeke. “Maar de Duitse industrie heeft zich de laatste jaren wel sterk ontwikkeld en daar is zwaar ingezet op engineering-bedrijven zoals Siemens.” Het zijn vooral zo’n grote bedrijven, en dan specifiek die in het ingenieurswezen of in de chemie, die uitblinken in productiviteit, volgens de econoom, omdat er ook veel onderzoek gedaan wordt. “In die sectoren heb je relatief weinig personeel nodig. Maar die bedrijven zijn wel heel kennisintensief en heel gespecialiseerd en er heerst ook veel onderlinge competitie.” 

Terwijl ook Nederland een aantal grote bedrijven heeft (denk maar aan de oliegigant Shell), staat België vooral bekend om kmo’s. Daarnaast heeft België net sterk ingezet op sectoren die niet zo productief zijn. “In ons land is er de voorbije jaren veel geïnvesteerd om mensen aan het werk te krijgen, bijvoorbeeld in de dienstenchequesector”, zegt ook Johan Van Gompel, senior economist bij KBC en voorzitter van de Studiecommissie voor de Vergrijzing. “Het is goed dat we die mensen activeren, maar dat zijn niet de meest productieve jobs.”

4. Wat zijn de oplossingen? 

Een ding staat voor de economen al vast: niets doen is geen optie. Over wat de oplossingen dan moeten zijn, passeert een resem ideeën de revue. Al vallen een aantal belangrijke elementen wel meteen op. Ons land moet bijvoorbeeld het landschap van onze ondernemingen hertekenen. 

“Nieuwe ondernemingen moeten makkelijker kunnen groeien", zegt Verbeke. “Daarvoor moeten we het verstrekken van risicokapitaal aanmoedigen. Maar aan de andere kant moeten ook de zombiebedrijven eruit. Niet-performante bedrijven moeten hun boeken kunnen sluiten, zodat de middelen en de mensen naar groeiende bedrijven stromen. Daarbij moeten insolventieprocedures om bedrijven toe te laten hun activiteit te stoppen eenvoudiger gemaakt worden. De werknemers kan je door levenslang leren ook beter wapenen tegen jobverlies.” 

Voor De Grauwe moet het ook niet te flexibel worden. Hij stelt wel meer investeringen voorop. Behalve in infrastructuur, kan dat ook in hernieuwbare energie. “Een van de drama’s is dat de overheid minder investeert”, zegt hij. “Maar dat ondermijnt ook de groeimogelijkheden van een land. Als de overheid minder investeert, blijven ook de private investeringen achter.” 

Lees nu

De vergrijzing jaagt de kostprijs van onze sociale zekerheid met miljarden de lucht in. 

Standpunt: We vergrijzen onze economie kapot.