Direct naar artikelinhoud
Tour de France

La Planche des Belles Filles: waar mooie meisjes om God smeken

Chris Froome klautert La Planche des Belles Filles naar boven tijdens de Tour van 2017.Beeld Getty Images

De Tour-etappe van vandaag eindigt op een gevreesde Vogezen-top, La Planche des Belles Filles. Die onvervalste muur zal tot een eerste schifting in het klassement leiden.

Veel belles filles zijn er niet, die zich woensdag naar boven wagen. Zij is er wel, de jonge vrouw roept hogere machten aan als zij op haar fiets de laatste steilte ontwaart. “Mon Dieu! Non! Non!” Ze was toch al aan het zwalken. Haar neus ligt bijna op de stuurpen als ze de laatste krachten in het geteisterde gestel aanspreekt. Woorden schieten nu zelfs tekort. Een ijselijke kreet galmt over de weide op de top van La Planche des Belles Filles. “Aaaargh!”

Het is de dag voordat de Tour de France de gevreesde helling in de Vogezen aandoet. Liefhebbers klauteren alvast naar adem happend en met knarsende ketting naar boven. De verwachting is dat vandaag voor het eerst de krachtsverhoudingen tussen de klassementsrenners zichtbaar zullen worden. Het is 7 kilometer klimmen naar 1.148 meter en er zitten huiveringwekkende stijgingspercentages tussen van boven de 20 procent. Het is de vierde keer dat de Tour de berg aandoet, na etappes in 2012, 2014 en 2017.

Nu moet blijken of de aanstormende knapen mannen zijn geworden en de grote mannen grote mannen zijn gebleven. Het is veelzeggend dat Vincenzo Nibali, zonder twijfel behorend tot de laatste categorie, pas hierna bepaalt of hij vol voor het geel in Parijs gaat of dat hij voortaan mikt op ritwinst.

Longen gieren na

Vraag aan Gentenaar Geert Claus, uitbater van frituur Emily’s, hoe zwaar het is. Hij legt de laatste meters te voet af met de fiets aan de hand. “Een paar tandjes te weinig, een paar kilootjes te veel.” Onlangs reed hij nog in de Alpen naar Val Thorens, finishplaats in de laatste Tour-week. “Dit is zwaarder. Die steile stukken hier knijpen je de keel dicht.”

La Planche des Belles Filles.Beeld ANP Graphics

Frédéric Talbi haalt het wel, al gieren de longen lang na. Hij woont in de buurt. Het is naar schatting de dertigste keer dat hij hier staat, met enerzijds het uitzicht op de beboste flanken van de Vogezen en aan de zuidwestkant het glooiende laagland van de Haute-Saône. “Het is zaak dat je niet vol gas geeft. Dat moet je voor het allerlaatste bewaren. Het moeilijkste is dat het zo onregelmatig is. Het loopt nergens.”

Na het nemen van de afslag ziet de weg naar boven er nog even mild uit, maar dan begint het asfalt al snel te welven. Er is minder dan een handvol haarspeldbochten, maar de hellingsgraden slopen de eerste reserves uit de benen. Hier en daar gaat het wel even heuvel af, maar het is te kort om nieuwe energie te verzamelen. Verderop is een ruime zwier omhoog naar rechts, dit is wat renners een moordenaar noemen. Maar het lijkt er ook op dat zich daar de bevrijding aandient. Een strakblauwe hemel domineert in het blikveld, het is alsof de sparren respectvol uit zicht blijven. De weldaad van een kale vlakte volgt.

Onverhard

Het is buiten de kwelzucht van de parcoursbouwers gerekend. Hier lag de afgelopen drie keer de eindstreep, maar verderop hebben ze een onverhard pad laten aanleggen. Nog wat verder omhoog, heren! Eerst lag er vrijwel alleen grind, nu is er zand toegevoegd en een pletwals strijkt wat oneffenheden weg. Zijn er dan toch grenzen aan het sadisme? Wie het haalt tot de laatste bocht naar links, weet het antwoord. Daar ligt weliswaar weer wat asfalt, maar het is een onvervalste muur: 24 procent. Het is hier dat la belle fille op haar fiets om hulp van boven smeekt.

Koen de Kort, in dienst van Trek, was er in 2017 ook bij. Hij reageert schouderophalend op het wrede dessert. “Het past in het wielrennen van deze tijd. Het moet spannender, specialer, steiler, gekker.” Wout Poels, meesterknecht voor Team Ineos, grapt dat hij maar beter zijn gravelbike kan meenemen. “We moeten er maar mee dealen. Dit is het parcours.”

Patrick Lefevere, manager van Deceuninck-QuickStep, had na de bekendmaking van het parcours al zijn bedenkingen. “Onverharde wegen en 24 procent? Dat klinkt als mountainbiken. Als profrenners niet op een normale manier boven geraken op een col, dan hoeft het niet voor mij. Dat is circus, geen sport.”

Overlevering

La Planche heeft niet de mythische uitstraling van de Mont Ventoux, de Tourmalet of de Alpe d’Huez, maar aan de reputatie wordt gewerkt. De vorige aankomsten waren vol betekenis. Op 7 juli 2012 versnelt Chris Froome op het laatste gedeelte en laat zijn kopman Bradley Wiggins tegen de stalorders in achter. Het is zijn eerste zege in de Tour, die hij later vier keer zou winnen. Op 14 juli 2014 demarreert Vincenzo Nibali op drie kilometer voor de top. De Siciliaan grijpt de leiderstrui en staat die niet meer af. Op 5 juli 2017 is het de beurt aan Fabio Aru. De Sardijn ontsnapt op 2,4 kilometer van de finish aan de wurggreep van Team Sky. Maar de verwachting dat hij het Froome in de Tour weleens moeilijk zou kunnen maken, komt niet uit.

Fabio Aru wint in 2017 de voorlopig laatste Tour-aankomst op La Planche.Beeld REUTERS

Legendevorming zit nog vooral in de geschiedenis – het leverde de berg alvast de intrigerendste naam in het Tour-schema op. Volgens de overlevering vluchtten meisjes uit Plancher-les-Mines gedurende de Dertigjarige Oorlog (1618-1648) de bossen in om te ontkomen aan bloeddorstige huurlingen in dienst van de Zweedse bezetter. Een sneeuwspoor van een kind verraadde hun schuilplaats. Ze besloten zich vanaf een plateau in een meertje te storten. In werkelijkheid kunnen ze alleen maar wadend in de troebele poel hun dood tegemoet zijn gelopen, een nabij ravijn is nergens te bekennen.

Op 10 juli 2019 bereikt la belle fille op haar racefiets zwoegend de top. Ze zou net als haar voorgangers uit de 17de eeuw ook wel een frisse duik willen nemen, maar voorlopig volstaan gulzige slokken uit haar bidon. Een bijrolletje in de historie van La Planche is genoeg. Vandaag mogen de mooie jongens.