Direct naar artikelinhoud
Interview

Miljuschka over haar gangster oom Holleeder: ‘Eigenlijk waren alle mannen die ik als kind kende egocentrisch, afwezig, lapzwansen’

Miljuschka Witzen­hausen met haar moeder Astrid in de armen. ‘Ik ben trots op haar.’Beeld Linelle Deunk

Willem Holleeder (61), Nederlands beruchtste gangster, is vorige week tot levenslang veroordeeld. Zijn zus Astrid (53) getuigde tegen hem en leeft ondergedoken. Miljuschka Witzenhausen (34), dochter van Astrid, wil voor één keer haar verhaal doen. ‘Iedereen heeft lijken in de kast, maar die van ons zijn nationaal erfgoed.’

WAT VOORAFGING

Op 4 juli kreeg de beruchtste crimineel van Nederland, Willem Holleeder, een levenslange gevangenisstraf. De rechtbank achtte het bewezen dat hij tussen 2002 en 2006 de opdracht had gegeven tot vijf liquidaties, waarbij zes doden vielen. Holleeder, bijgenaamd De Neus vanwege de omvang van zijn reukorgaan, kreeg in de jaren 80 vooral bekendheid als ontvoerder van biermagnaat Freddy Heineken. Hij zat zijn straf uit en schopte het tot de top van de Amsterdamse misdaadwereld. Hij werd ook Nederlands ‘knuffelcrimineel’ omdat hij, tussen zijn celstraffen door, weleens opdook in talkshows. Enkele maanden had hij ook een wekelijkse column in het tijdschrift Nieuwe Revue. Cruciaal in zijn veroordeling waren zijn twee zussen, Sonja en Astrid. Hun getuigenissen, samen met die van enkele kroongetuigen, deden hem finaal de das om. Sinds het begin van het proces leven de vrouwen en hun gezinnen ondergedoken. Holleeder zelf gaf aan dat hij zelfs vanuit de zwaarst bewaakte gevangenis nog altijd terug kan slaan.

Twee dagen voor het gesprek was Astrid Holleeder nog in de Jordaan in Amsterdam, de buurt waar ze onder de knoet van haar gewelddadige vader opgroeide met moeder Stien, broers Willem en Gerard en zus Sonja. Ze droeg geen pruik en liet haar kogelwerende vest en keelbeschermer thuis. “Lekker hoor, ik heb over de Westerstraat gelopen. Marktje gepakt, daarna op het terras gezeten.”

En hoe was dat?

Astrid Holleeder: “Fijn, wel. Ik heb er lang over gedaan om hiernaartoe te groeien, maar ik liep er zonder angst. Ik ben eigenlijk wel klaar met het bang zijn.”

Al sinds ze samen met zus Sonja en ex-schoonzus Sandra begint te getuigen tegen haar broer Willem Holleeder leeft Astrid ondergedoken. Ze verhuist voortdurend, van het ene schuiladres naar het andere.

Er is een directe reden dat Astrid Holleeder besloot om ineens weer als Astrid Holleeder over straat te gaan. In haar gisteren verschenen nieuwe boek Familiegeheimen beschrijft ze hoe een vriendin begin 2019 een berichtje ontvangt, van een crimineel. ‘Ik heb een geldbedrag gekregen om Astrid om te leggen. Het gaat ook om haar dochter. Ik heb foto’s van haar gekregen.’

Astrid, nu: “Door die app werd ik met mijn neus op de feiten gedrukt. Ik heb het altijd voor mezelf willen ontkennen, maar hierdoor moest ik het onder ogen zien: zolang ik onvindbaar ben, loopt Miljuschka een groter gevaar.”

Miljuschka Witzenhausen (34) is het enige kind van Astrid Holleeder. Ze werd bekend als veejay van muziekzender TMF Nederland, speelde in de soap Onderweg naar morgen en maakte daarna carrière als kok: op televisie bij zender 24Kitchen, als schrijver van kookboeken (Lekker Miljuschka, Miljuschka’s Street Food Vietnam) en als presentatrice bij RTL (Topchef Academy), waar ze ook wekelijks te zien is als voedingsdeskundige in RTL Boulevard.

Jarenlang sprak Miljuschka niet tot nauwelijks over haar beruchte oom, nu wil ze één keer haar verhaal doen. Astrid: “En daarna nooit meer.”

Het gesprek vindt plaats in het safehouse waar Sonja Holleeder tijdelijk verblijft. Gezellig ingericht, maar wel met ramen van kogelvrij glas. Sonja poetst het aanrecht, Astrid zet koffie, Miljuschka neemt plaats aan de houten eettafel. Ernaast het hondentoilet, voor Astrids chihuahua Abbey, zodat ze niet op vaste momenten naar buiten hoeft om het dier uit te laten.

De vrouwen in de familie Holleeder vormen een hecht verbond. Moeder Stien, dochters Sonja en Astrid, kleindochters Francis en Miljuschka. Met de mannen was het altijd hommeles: de gewelddadige Willem senior met zijn alcoholprobleem, oudste broer Willem die in 1983 de familienaam brandmerkt door met Cor van Hout (de echtgenoot van Sonja) Freddy Heineken te ontvoeren. Jaap Witzenhausen, de vader van Miljuschka, die het gezin verlaat als zijn dochter 10 jaar is. Alleen broer Gerard houdt zich afzijdig – hij neemt ook niet deel aan het proces tegen Willem.

Rechtbanktekening van Willem Holleeder in de rechtbank.Beeld ANP Graphics

Miljuschka Witzenhausen: “Eigenlijk waren alle mannen die ik als kind kende egocentrisch, afwezig, lapzwansen. Het zijn altijd de vrouwen geweest die de kar trokken. Daardoor ben ik nog steeds verschrikkelijk in meetings met mannen. ‘Blablabla’, denk ik al snel, zodra ze beginnen te oreren.”

Astrid: “Miljuschka is opgegroeid met haar oom Wim die te pas en te onpas bij ons kwam binnenlopen. Hij bepaalde wanneer wij opstonden, wanneer we koffiezetten, wanneer we wat zeiden. Voortdurend vertrapte hij onze normen en waarden. Wie waren wij zelf nog? Níémand, omdat we gedwee naar hem luisterden en precies deden wat hij wilde.”

Miljuschka: “Door tegen hem te getuigen, heeft mijn moeder de vrouwen in onze familie bevrijd van zijn directe fysieke terreur. Én waren we van ons geheim af.”

Weet jij waar jouw moeder woont?

Miljuschka: “Nee.”

Astrid, meteen: “Waarom zou ze dat moeten weten? Stel dat ze haar in een kofferbak gooien om haar te dwingen het te zeggen.”

Hoe zien jullie elkaar dan?

Astrid: “Miljuschka en ik hebben vaste ontmoetingsplekken. Die hebben we namen gegeven. Tompouce, kaastaart. (lachend) Ik zie je bij kaastaart, zeggen we dan.”

Jouw moeder Stien moest ook verhuizen. De Jordaan uit, waar ze al tachtig jaar woonde, omdat jij en jouw zus Sonja haar anders niet meer konden bezoeken.

Astrid: “Zij is in een extreem isolement terechtgekomen. Ze kan niemand in haar nieuwe omgeving vertellen wie ze is. Ik heb het altijd afgedaan als: ‘We moeten overleven, dus niet zeuren’. Maar inmiddels weet ik hoe moeilijk het is om nooit meer een buurtje te hebben met wie je vertrouwd bent en iedereen je kent. Boodschappen doe ik buiten mijn eigen wijk, de hond laat ik niet uit in mijn eigen straat. Alles om te zorgen dat mensen je niet gaan herkennen.”

Hoe kijk jij terug op jouw jeugd, Miljuschka?

Miljuschka: “Het was anders dan bij normale mensen, maar toch ook heel warm. Mijn vader was kunstenaar en kon goed koken, mijn moeder studeerde rechten. Er was nauwelijks geld, maar dat heb ik niet echt gemerkt. Toen mijn vader vertrok, kookte oma. Altijd aardappelen, groenten, vlees. Haar spannendste uitstap was kip met Boursin. Of Hollandse macaroni. Dus op een gegeven moment ben ik maar zelf gaan koken.”

Jij was 11 jaar toen je tegen je oma zei: ‘Ik wil later met mijn koppie op tv’.

Miljuschka: “Dat was mijn ideaal, ja, net als een boerderij en vijf kinderen. Dus ik ben al een eind op weg.”

Voor de websites van RTL en het AD vlogde Miljuschka Witzenhausen wekelijks over de verbouwing van de enorme boerderij die ze kocht met haar vriend Philip. En ze is regelmatig te zien in RTL Boulevard, het showbizzprogramma dat dagelijks live wordt uitgezonden vanaf het Amsterdamse Rembrandtplein.

Jij leidt een heel zichtbaar leven, terwijl jouw moeder zich juist onder de radar beweegt.

Miljuschka: “De vlogs waren wel zo gefilmd dat je niet makkelijk kunt achterhalen waar ons huis staat.”

Maar als jij bij RTL Boulevard staat, weet iedereen waar jij je op dat moment bevindt.

Miljuschka: “Ja. Dus daar treffen we maatregelen voor, zodat het veilig is.”

Hoe dan?

Astrid: “Daar kan ze natuurlijk niets over zeggen.”

Twee jaar nadat jouw ooms Willem Holleeder en Cor van Hout Freddy Heineken hadden ontvoerd, werd jij geboren. Ging het daar thuis vaak over?

Miljuschka: “Nooit. Maar al wordt er niet over gesproken, bijna elke dag lag er bij de Bruna aan de overkant wel een Telegraaf met een verhaal over mijn ooms, of onze familie. Er werd altijd óver ons gepraat.”

Voelde je dan schaamte?

Miljuschka: “Ik heb altijd gevonden dat het niet mijn verhaal is. Wíj hadden niets gedaan. Maar in de stad werd ik natuurlijk vaak aangesproken op mijn oom. Er was een tijd dat mensen hem een ‘toffe gozer’ vonden. Het liefst antwoord je dan dat je er helemaal niet bij wilt horen, maar dat kon niet. Als hij dat zou weten, was er écht stront aan de knikker. En thuis was het ook altijd op eieren lopen als hij weer eens zomaar binnenkwam. Het liefst sprak ik zo weinig mogelijk met hem, dan kon je ook niks verkeerd zeggen. Maar er moest tegelijkertijd ook wél contact zijn, anders zou je hem weleens kunnen beledigen.

“Je voelde je er een beetje vies door, maar tegelijkertijd dacht ik: waar moet ik me voor schamen? Iedereen heeft lijken in de kast, alleen zijn die van ons nationaal erfgoed.”

Het is november 2016 als het verhaal van de familie Holleeder voor het eerst van binnenuit wordt opgetekend: door Astrid, in haar boek Judas. Drie jaar later is ze een van de bekendste schrijvers van Nederland, al weet niemand hoe ze eruitziet.

Judas passeert De ontvoering van Alfred Heineken (van Peter R. de Vries) als bestverkochte Nederlandse true-crimeboek aller tijden. Alleen al in Nederland zijn er 600.000 exemplaren van verkocht. Opvolger Dagboek van een getuige is met 200.000 verkochte exemplaren eveneens een bestseller.

Miljuschka: “Toen ik jong was, zei ik al dat mensen moesten weten hoe ons leven was, dat mijn moeder er een boek over moest schrijven. Dus ik ben zo trots als een pauw op haar.”

Judas, de tv-serie over hun leven, is een ander verhaal. Miljuschka: “Iedereen vraagt me of ik daar trots op ben. Natuurlijk vind ik het bijzonder dat mensen zo in ons zijn geïnteresseerd. Maar vooral omdat het laat zien wat een problematische gezinssituatie met mensen kan doen. Bij een serie is dat in your face. Om je eigen leven zo terug te zien, is voor ons eigenlijk alleen maar verschrikkelijk. Omdat het voor mijn familie géén entertainment is, maar onze dagelijkse realiteit.”

Waarom besluit je nu jouw verhaal te doen?

Miljuschka: “Daar ben ik langzaam naartoe gegroeid. Toen we de rechtszaak gingen doen en het boek uitkwam, voelde ik me heel naakt. Mensen vragen voortdurend: ‘Ben jij het nichtje van?’ ‘Nee’, antwoord ik dan, ‘ik ben de dochter van Astrid Holleeder.’ Voor anderen is Wim een soort mythe, terwijl hij voor mij alleen maar de hel is. Maar het is zo’n groot verhaal dat je er als persoon bijna niets meer náást kunt zijn. Daarom wilde ik er nu toch één keer over vertellen.”

Miljuschka Witzenhausen: ‘Het naarste van alles is dat ik weet hoe het zal gaan. Dat mijn moeder op een dag koud op straat zal liggen. En dat haar lichaam een bewijsstuk wordt.’Beeld Linelle Deunk

Even later: “Wij zijn opgegroeid in twee verschillende werelden en in allebei die werelden zijn we nu af. Mensen in de normale wereld vinden mijn verhaal spannend en interessant, maar willen niets met me opbouwen. Dat is eng, want welke lijken zullen er nog meer uit de kast komen? En in die andere wereld, de wereld waarin mijn oom zich bewoog, spuugt iedereen op ons omdat we verraders zijn.”

Heb jij veel vrienden?

Miljuschka: “Nee. Het is moeilijk om echte vriendschappen te maken als je altijd een hele lade hermetisch gesloten laat. Je houdt het gedwongen oppervlakkig. De paar vrienden die ik heb, weten dat ik liever zo min mogelijk over dit verhaal praat.

“Vroeger al nam ik klasgenoten niet graag mee naar huis. Want als Willem langskwam, moest ik toch altijd zeggen ‘Kom, we gaan’. En ik kon niet uitleggen waarom. Maar mijn moeder had me geleerd: zodra hij binnenkomt, ga je zo snel mogelijk weg.”

Toen je bij muziekzender TMF werd aangenomen, ben je meteen uit huis gegaan.

Miljuschka: “Stel dat een paparazzo me met Wim op de foto had gezet.”

Astrid: “Ik ben ervan overtuigd dat Miljuschka geen kans had gemaakt in de tv-wereld als ze toen hadden geweten dat zij een Holleeder is. Daarom zwegen wij er allemaal over.”

Miljuschka: “Ik ben tien jaar met de vader van mijn kinderen samen geweest, maar ik heb hem nooit iets over Wim verteld. Hoe meer iemand weet, hoe gevaarlijker het voor ze is. Wim liep toen nog vrij rond, dus je moet je omgeving daarin beschermen.”

Was het voor jouw huidige partner nog even slikken dat jij een Holleeder bent?

Miljuschka: “Natuurlijk, dat is het voor iedereen. Hij heeft het eerste jaar niet aan zijn ouders verteld dat hij met mij ging. Philip komt uit een heel normaal, Brabants gezin. En dan komt je zoon ineens thuis met een gescheiden vrouw die twee jonge kinderen heeft en een moeder die getuigt tegen haar broer die terechtstaat voor vijf liquidaties. Ik zou de vlag ook niet uithangen.

“Je hebt voortdurend het gevoel dat je met een 3-0 achterstand begint. Al zeiden we er zelf nooit iets over, er was geen ontsnappen aan ons verhaal. Ik was 9 jaar toen ik bij een broodjeszaak iets te eten ging halen. ‘Zo,’ vroeg de man achter de toonbank, ‘en wat gaat er van dít Holleedertje worden? Ga jij ook helemaal de verkeerde kant op?’”

Op een gegeven moment bracht RTL Boulevard, het programma waarvoor je nu werkt, het nieuws dat veejay Miljuschka het nichtje was van Willem Holleeder.

Miljuschka, onbewogen: “Vanaf dat moment was ik niet langer Miljuschka, maar werd ik het ‘nichtje van’.”

Astrid, geëmotioneerd: “Ze had toen net een campagne gedaan voor een groot merk, alle foto’s waren al gemaakt, maar die werd meteen afgeblazen. Daar heb ik echt om gehuild. Nog steeds krijgt ze klussen níét vanwege ons verhaal. Daar voel ik me natuurlijk heel verantwoordelijk voor.”

De keuze die jij maakte om te gaan getuigen, in eerste instantie omdat jouw broer Sonja en haar kinderen bedreigde, had ook directe invloed op het leven van jouw dochter.

Miljuschka: “De keuze die wij sámen hebben gemaakt.”

Astrid: “Al wisten we toen nog niet dat het zo zou lopen.”

Miljuschka: “Op een gegeven moment zei mijn moeder: ‘Ik denk dat ik hem moet vermoorden. Dan is alles opgelost. Wat vind jij?’ Ik antwoordde dat dan het slechte zou overwinnen. Ik geloof oprecht dat je in essentie altijd het goede moet willen doen.”

Astrid: “Het was óf dat, óf tegen hem getuigen. In retrospectief weet ik niet of we de juiste keuze hebben gemaakt.”

Het is inmiddels zes jaar geleden dat je begon met getuigen. Zou je die keuze opnieuw maken?

Tegelijkertijd, meteen: “Nee.”

Astrid: “Uit mijn praktijk als advocaat wist ik al dat slachtoffers in de rechtszaal opnieuw slachtoffer worden. Nu maakte ik het zelf mee. Iedereen pist over me heen. Het voelt alsof je van alle kanten wordt geslagen, bekeken, beoordeeld.

(fel): “Als een getuige de waarheid niet spreekt, gaat-ie de gevangenis in. Maar over mij werd voortdurend geroepen dat ik lieg. Denk je nou écht dat ik vijftig verklaringen lang ongestraft kan liegen? Het doet wat met je, hoor, al die meningen.”

Miljuschka: “Hoorde ik een presentator bij Pauw (Nederlandse talkshow, gepresenteerd door Jeroen Pauw, red.) zeggen dat mijn moeder haar boeken wel goed had uitgekiend, en er ook nog bakken geld mee verdiende. Dan denk ik: jochie, jij weet écht niet waarover je het hebt. Mijn moeder had liever geen stuiver gehad, en alle vrijheid van de wereld.”

Astrid: “Ik begrijp niet dat mensen jaloers kunnen zijn op mijn leven. Dat je kunt zeggen dat ik rijk ben. Waarín dan? In de zorgen om mijn kind? Ik had een goeie baan, een heerlijk huis, een fijn sociaal leven. Ben ik allemaal kwijt. Ja, ik heb dankzij die boeken geld op de bank, maar geloof me: dat is niet hetzelfde als rijk zijn.”

Miljuschka: “We zijn een soort levende soap geworden. De rijen voor de deur van de Bunker (zwaar beveiligde rechtbank in Amsterdam, red.), alle reportages over de zaak. Het is voor het publiek bijna jammer dat dit eindigt.”

Dus als jullie opnieuw hadden kunnen kiezen, zou Miljuschka zeggen: mam, ga maar niet getuigen?

Miljuschka: “Ja.”

Astrid: “Zou je dat echt zeggen?”

Miljuschska: “Ja.”

WAT VOORAFGING
Beeld ANP

Astrid: “Dan zouden we hem nog voortdurend om ons heen hebben, hè. Ik had destijds jouw mening niet moeten vragen en zelf voor die andere optie moeten kiezen. Dan had ik inmiddels mijn straf al uitgezeten en liep ik nu vrij rond.”

Miljuschska: “Dat was veel rustiger geweest.”

Ze zucht diep, staat op. Losse haren, blote voeten. Op haar onderarm een groot rood hart met daarin het woord ‘mama’, op haar voet een tatoeage voor oma Stien. Astrid: “Mil is zo mooi. Toen ze kind was, kon ik al niet ophouden foto’s van haar te maken.”

Praat je met jouw zoon en dochter over de zaak, Miljuschka?

Miljuschka: “Dat doen ze meer met mijn moeder.”

Astrid: “Ze vinden het vooral spannend. Al is ‘oom’ een stuk spannender dan oma. Een grote boef spreekt meer tot de verbeelding.”

Miljuschska: “Heel irritant vind ik dat.”

Hoe komt jullie moeder en oma de dagen door? Stien is inmiddels 83, kan niet meer lopen en is slechtziend, begrijp ik uit jouw boek.

Astrid, geamuseerd: “Aan haar ogen is ze inmiddels geopereerd, maar dat blijkt helemaal niet zo feestelijk voor haar: ze is ontzettend schoon en ziet ineens weer elk pluisje dat op de grond ligt. Dus ze staat de hele dag te swifferen.”

Volgde ze de rechtszaak?

Astrid: “Jawel, ze wilde weten hoe het met Sonja en mij is gegaan. Tegelijkertijd wil ze zo min mogelijk aan Wim denken. Dat is de enige manier waarop ze ermee kan omgaan: doen alsof hij niet bestaat. Ze zegt altijd: als ik die beerput moet opentrekken, kan ik net zo goed mijn keel aan de kapstok hangen.”

Miljuschka: “Oma heeft haar eigen zoon uit haar leven moeten snijden, omdat het niet anders kon. Hoe sterk zij daaronder blijft, verdient een standbeeld.”

Ze schreef een brief aan de rechter waarin ze stelt dat haar zoon onder geen beding de Extra Beveiligde Inrichting mag verlaten. Was dat haar eigen idee?

Astrid: “Ja. Ze wilde ook iets dóén. Ze is zo bang dat een van ons iets overkomt.”

In het boek beschrijf je hoe je naar jouw moeder uithaalt: ‘Als jij dat monster niet op de wereld had gezet, dan had ik nu een gewoon leven gehad!’

Astrid: “Dat is toch ook zo? Soms kom ik te laat bij haar aan, omdat ik voor onze veiligheid moest omrijden. Als ze dan begint te mopperen, denk ik: hallo zeg, waar is deze keten nou begonnen? Niet bij mij! Maar goed, daar heb ik dan natuurlijk meteen weer spijt van.”

Vindt zij het erg dat alle vuile was over jullie familie nu buiten hangt? Als kinderen mochten jullie nooit met anderen spreken over hoe het er thuis aan toe ging.

Astrid: “Mijn moeder schaamt zich heel erg, maar zal dat niet zomaar toegeven. Het is ook sterker geworden nu ze niet meer in de Jordaan woont. Daar kende iedereen haar, wisten mensen dat ze een goede moeder is geweest. Wim en Cor waren er bovendien een soort Robin Hood: ze hadden de rijken bestolen. Dat was een heel andere sfeer.”

Astrid staat op, haalt gebakjes uit de koelkast. Ze draagt een gebloemde jurk, het haar in een knot boven op haar hoofd. Lichte ogen, net als haar dochter, een slank lijf. Hoe je fit blijft, als je eigenlijk beter niet op straat kunt komen: met de stappenteller om rondjes lopen door een filiaal van Ikea. Astrid: “Daar kun je snel de parkeergarage in en uit, boven is het altijd lekker druk. Dus dan zeggen Sonja en ik tegen elkaar: zullen we nog een rondje ingang-uitgang?”

Astrid Holleeder: ‘Iedereen pist over me heen. Het voelt alsof je van alle kanten wordt geslagen, bekeken, beoordeeld. Het doet wat met je, hoor, al die meningen’Beeld Linelle Deunk

Vliegvelden, ook favoriet: “Het wemelt er van de marechaussee met mitrailleurs, daar gaat niemand iets doen, top. Het is voor ons ook noodzakelijk om af en toe even onder de mensen te zijn. Anders word je gek.”

Plotseling: “Met mijn nieuwe boek zeg ik ook: hij is niet alléén schuldig. Wij hebben met z’n allen in stand gehouden wie hij kon zijn. Die verantwoordelijkheid moet je wel nemen.”

In Familiegeheimen beschrijf je 21 sessies bij jouw therapeut. Het gaat vaak over de ontwikkeling van je angsten en schuldgevoel. Op een gegeven moment concludeert de therapeut dat het schuldgevoel jegens jouw broer een manier is om controle over je leven te houden.

Astrid: “Doordat ik me schuldig voel over het verraad is Willem slachtoffer van mij, zei ze. Dat schuldgevoel is dus een soort verdedigingsmechanisme. Dat zou kunnen; alles beter dan toegeven dat ik zíjn slachtoffer ben. Ze vond ook dat ik over-angstig was. Maar ik had een enorme motivatie om te zorgen dat ik zou overleven: ik wilde de rechtszaak halen, ik had nog een en ander aan de kaak te stellen.”

In het boek analyseer je dat Miljuschka een groter doelwit is geworden doordat jij al jaren onder de radar leeft. Had je daar eerder nooit bij stilgestaan?

Astrid: “Jawel, maar ik sprak er niet over. Omdat je mensen niet op ideeën wilt brengen. Maar het is naïef om te denken dat Willem dit niet al lang zelf heeft bedacht. Dat hij mij het zwaarst treft door aan mijn kind te komen. Daarom ga ik me vaker laten zien, juist op de plekken waar hij en ik samen kwamen. Daarmee zeg ik tegen hem: ‘Als je zo nodig moet, ga je gang’.”

Hoe ga jij om met de dreiging, Miljuschka?

Miljuschka: “Vrij nuchter. Ik geloof dat ieder mens een bepaald aantal hartslagen in zijn leven krijgt. En als die op zijn, eindigt het. Stel dat er nu iets met mij gebeurt, dan zal heel Nederland naar hem kijken. Ik vraag me af of hij dat wil aangaan. En verder: ik vind het leven heel mooi, hecht er veel waarde aan en wil er graag zo lang mogelijk voor mijn kinderen zijn. Dus ik kijk dertig keer vaker over mijn schouder dan een ander, en overweeg zorgvuldig alles wat ik in de buitenwereld doe. Maar als dat niet genoeg is, kóm dan maar. Ik weiger om mijn leven nog langer door angst te laten vergiftigen. Of om maar half te leven. Ik leef voluit, en wil daarin ook een voorbeeld zijn voor mijn kinderen, anders heb ik sowieso al verloren.”

Een blik op haar moeder, die naast haar zit. “Mama heeft al verloren, op dat vlak.”

Astrid: “Ik maak wel wat van mijn leven, hè. Ik heb de afgelopen jaren gezorgd dat ik elke ochtend een doel heb. Schrijven, mijn getuigenissen voorbereiden, na afloop pleitnota’s maken. Maar ik weet heus wel dat ik zo hard werk om de illusie te koesteren dat ik nog een leven héb. Want what the fuck stelt het voor? Helemaal niets. Ik kan mijn lezers niet ontmoeten, mijn vrienden amper zien. Als mijn kleinkinderen bij me zijn en het is 28 graden, dan moeten we binnenblijven, ook al zitten we allemaal te stikken. Als mijn dochter een nieuw boek presenteert, is iedereen erbij, behalve haar trotse moeder. Alles wat kleur gaf aan mijn leven, is vervallen. En dat allemaal omdat ik iets goeds wilde doen.”

Miljuschka: “Wij zijn sterke vrouwen, maar praten samen steeds weer over wat ons is aangedaan. Dat is zo irritant.”

Astrid: “We komen altijd bij dezelfde vragen uit: wie doet hij eerst en hóé doet ie het? Francis (dochter van zus Sonja, red.) zegt dan: ‘Wat als ie na jou ook ons nog doet?’ Korte stilte: “Dan hoef ik het gelukkig niet te weten.”

Als Miljuschka naar het toilet loopt: “Ik heb serieus overwogen een einde aan mijn leven te maken. Dan zijn zij ook van de dreiging af.”

We spreken elkaar vijftien dagen voor de uitspraak. Toen ik jou bij het verschijnen van Judas interviewde, zei je: als mijn broer levenslang krijgt, wordt het gevaar voor ons alleen maar groter.

Astrid: “Ja. Hij is al eerder in de EBI aangehouden omdat hij opdracht had gegeven tot de liquidatie van mij, Sonja en Peter R. de Vries. Niemand kan hem dus stoppen, ook justitie niet. Als hij levenslang krijgt, heeft hij niets meer te verliezen (Willem Holleeder werd op 4 juli effectief veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf, red.). Dan maakt het hem niet meer uit of het één keer levenslang is, of drie keer. Ik heb hem gekrenkt, dus het is uitgesloten dat ik dit overleef. De uitspraak in het proces is ook voor ons een vonnis. Een vonnis dat hij over ons gaat vellen. Je praat met iemand die eigenlijk al dood is.”

Miljuschka, hoe hoor jij dit aan?

Miljuschka: “Doordat wij al zo lang onder zo veel druk leven, kan ik mezelf heel makkelijk uitzetten. Ik schiet in een soort mummiestand. Ik ben kennelijk zo gewend mijn emoties uit te schakelen dat ik ook nooit droom. Als dat heel soms toch gebeurt, zijn het nachtmerries. Die gaan over mijn moeder.”

Ze huilt. “Ik laat het idee bijna nooit toe, maar het zou voor mij een heel grote klap zijn. Mijn moeder en ik zijn zo hecht, met niemand anders kan ik delen wat wij hebben meegemaakt. Ik kan zo solitair leven doordát ik haar heb. Vroeg of laat verliest iedereen z’n ouders, maar voor mij is het heel reëel, zeker nu mijn moeder vaker de straat op gaat.

“Het naarste van alles is dat ik weet hoe het zal gaan. Dat ze op een dag koud op straat zal liggen. En dat haar lichaam een bewijsstuk wordt. Ik vind het heel erg dat ik niet kan voorkomen dat zij zo’n respectloos einde tegemoetgaat.”

Astrid: “Hoelang blijf ik nog verhuizen? Hoe vaak wissel ik nog van auto? Hoelang ga ik nog níét leven door dit alles? Er is geen antwoord.”

Miljuschka: “Als mijn moeder wordt vermoord, is dat niet alleen een persoonlijk verlies voor ons, maar voelt het ook als verlíézen.”

Astrid: “Dan wint hij alsnog.” 

Astrid Holleeder, Familiegeheimen, Lebowski Publishers, 416 p., 22, 50 euro.