Fuglsang en Mollema mopperen over rol motoren: “Echt belachelijk”

“Pinot en Alaphilippe glipten mee in het spoor van de motor en zo hebben ze toch wat seconden kunnen pakken. Daardoor misten we de kans om bij hen aan te sluiten”, sprak Fuglsang, die in het voorjaar al enkele verbeten duels uitvocht met de gele trui van Deceuninck-Quick.Step. “Dat net zij konden profiteren, is niet onlogisch: het zijn Fransen. Ze hebben zeker wat hulp gekregen, dat kon iedereen zien. Wij reden vol door, maar de kloof werd niet kleiner. Normaal is dat niet.”

“We hebben inderdaad onze fietsen op de motor gehangen en zijn op die manier dan maar weggereden. Dat was makkelijker”, reageerde Alaphilippe met een kwinkslag toen hij de reactie van Fuglsang voorgeschoteld kreeg. “We hebben geen hulp gekregen van de motoren en hebben op eigen kracht vol achter Thomas De Gendt gereden.”

De Nederlander Bauke Mollema (Trek Segafredo) probeerde in de slotfase van de achtste etappe om het gat naar de ontsnapte Alaphilippe te dichten en zo de gele trui van ploeggenoot Giulio Ciccone te beschermen. Dat lukte de Nederlander echter niet en na de etappe zat hem toch iets dwars.

Mollema reageerde net als Fuglsang boos op de motoren die volgens hem te dicht op het peloton reden. “Echt belachelijk. Ik heb onderweg ook met de jury gepraat. De tv-motor - ook in de afdelingen - reed de hele tijd een seconde voor ons uit en dat maakt veel verschil.”

Tijdens de Ronde van Italië mopperde Mollema ook al over de motoren. De renner wenkte zelfs een motorrijder dat hij meer afstand moest houden. “Je kunt door te kijken naar de remlichten van de motor precies zien wanneer en wat voor een bocht eraan komt. Bovendien heb je gewoon voordeel van de zuiging van zo’n motor”, zei hij. “Jammer dat er geen aandacht aan wordt besteed. Misschien was het hetzelfde in de kopgroep, maar dit soort taferelen heeft gewoon invloed op de koers.”

Met de ritwinst van onze landgenoot Thomas de Gendt had Mollema wel vrede. Onze landgenoot ontsnapte vroeg in de etappe met drie anderen. Waar de anderen werden ingerekend, daar hield hij stand. “Zeker een speciale, die De Gendt”, zei Mollema. “Ik ben wel blij dat hij wint.”