Eerste geval van ebola in Congolese stad Goma: "Je moet altijd voorzichtig zijn, maar voorlopig geen gevaar"
In Goma, een stad in Congo met meer dan een miljoen inwoners, is een eerste geval van ebola vastgesteld. Goma is de grootste stad die getroffen is sinds het begin van de epidemie op 1 augustus vorig jaar. Dat kondigde het ministerie van Volksgezondheid aan, dat de bevolking tot kalmte opriep.
Het slachtoffer is een priester die zondag per bus aankwam van de stad Butembo, een van de belangrijkste brandhaarden van de ziekte in de provincie Noord-Kivu. Op de bus zaten naast de chauffeur nog achttien andere passagiers. De man was vrijdag aan zijn reis begonnen, nadat de "eerste symptomen op 9 juli verschenen", aldus het ministerie in een mededeling. De resultaten van laboratoriumtesten bevestigen dat het gaat om Ebola.
Verspreidingsrisico beperkt
Het slachtoffer is een pastoor, die voor een korte tijd in Butembo verbleef. De stad ligt op zo'n 200 à 300 kilometer ten noorden van Goma. Hij zou in een kerk hebben gepredikt, waar hij de handen van aanwezigen - ook zieken - heeft aangeraakt. "Vanwege de snelheid waarmee de patiënt is geïdentificeerd en de identificatie van alle passagiers van de bus uit Butembo, blijft het verspreidingsrisico in de rest van de stad Goma beperkt", klinkt het geruststellend.
Een mening die professor Marc Van Ranst in De Ochtend op Radio 1 deelt: "Er is een internationale luchthaven in Goma, met vooral vluchten naar Kinshasha. Er kan daardoor heel wat hulp naar Goma komen, maar dat is op dit moment nog niet nodig. Normaal mogen er geen secundaire gevallen zijn. Al moet je met ebola altijd voorzichtig zijn."
Dat Goma een internationale luchthaven heeft en vlak bij Rwanda ligt, maakt dat de overheid voorzichtiger is. Al is Van Ranst niet bang dat het virus via de luchthaven naar Europa komt: "Dat hoeven we niet onmiddellijk te vrezen, met die lijnvluchten gaat men heel voorzichtig zijn."
Van Ranst: "Volgens mij komt het allemaal in orde"
Het is al de tiende keer sinds 1976 dat een ebola-epidemie uitbreekt in Congo, maar deze epidemie is wel de zwaarste en langste ooit in onze voormalige kolonie. Sinds de uitbraak vorig jaar in augustus zijn al meer dan 1.600 mensen aan de ziekte overleden. Onder hen ook enkelen in buurland Oeganda.
Wereldwijd is het de tweede ernstigste uitbraak, na die in de West-Afrikaanse landen Liberia, Guinée en Sierra Leone in 2014-2015. Daar vielen toen meer dan 11.000 doden.
Ondanks dat er vaccins bestaan tegen ebola, krijgt Congo de epidemie niet onder controle. Dat heeft ook te maken met het feit dat de regio in het oosten van Congo instabiel is, met gewapende groepen die onrust veroorzaaken. Toch is Van Ranst niet pessimistisch, al is er altijd een kans dat Congo er niet in slaagt om de epidemie de baas te kunnen. "Ik heb er alle vertrouwen in. Ze hebben de kennis en de kunde om de epidemie onder controle te krijgen, dat hebben ze eerder al bewezen. Ze hebben ook een heel goede viroloog, professor Muyembe. Volgens mij komt het allemaal wel in orde."
Herbekijk hieronder de reportage in "Het Journaal":
