Direct naar artikelinhoud
Dark Tourism

Bent u wat uitgekeken op Zuid-Frankrijk of Italië? Overweeg dan eens een reisje naar Syrië

Enkele mannen roken een waterpijp in een koffiehuis in Damascus.Beeld © Luis Fernando Dafos

Bent u wat uitgekeken op Zuid-Frankrijk of Italië? Overweeg dan eens een reisje naar Syrië. Daar komt stilaan het toerisme weer op gang. ‘Als er kinderen op straat spelen, kan je ervan uitgaan dat het veilig is.’

“Syrië was, samen met Jemen, nu eenmaal het enige land in het Midden-Oosten dat ik nog niet had bezocht.” In december vorig jaar vloog de Spaanse reisblogger Joan Torres naar Libanon en stak hij daar de grens over met Syrië. Hij reisde er  een week in zijn eentje rond. “Ik was nieuwsgierig naar de cultuur van het land, en ik wilde met eigen ogen zien hoe het land eraan toe was." 

Die week is Torres prima bevallen. Hij bezocht Damascus, Aleppo en Homs, maar aan de bekende archeologische site Palmyra, die door terreurgroep IS deel vernietigd is, werd hij geweigerd. Reizen deed hij vlot met de bus, slapen deed hij in hotels, soms verbleef hij bij mensen thuis, via couchsurfen. 

Voor de oorlog, die echt losbarstte in 2011, was Syrië een toeristische trekpleister, goed voor jaarlijks bijna 2 miljoen bezoekers uit Europa. Tegen 2015 was dat aantal – niet erg verrassend – gedaald met 98 procent. En een jaar later viel een overheidscampagne ‘Syria – Always Beautiful’, met mooie plaatjes van de kustlijn, nog op een koude steen. Maar stilaan lijkt de homo touristicus met een bovengemiddelde zin voor avontuur er weer zin in te hebben. 

Online vinden die avonturiers elkaar met allerlei tips en nieuwtjes, zoals op de blog van Torres, Against the Compass. Hoe geraak je er (de grens oversteken in Libanon, vanuit Tripoli of vanuit Jordanië, al is het onduidelijk of dat tegenwoordig vlot gaat)? Hoe krijg je een visum (op dit moment via reisorganisaties)? En vooral: is het daar niet razend onveilig?

Straten vol shoppers

“Het centrum van Damascus is altijd veilig geweest, dat weet ik van Syrische studenten in Beiroet die elk weekend naar huis terugkeren”, vertelt Torres. “Aleppo en Homs zijn ondertussen bevrijd van IS, dus ook daar kan je naartoe. Natuurlijk moet je wat opletten, maar als de straten vol shoppers lopen en je kinderen ziet spelen, dan kan je er wel van uitgaan dat het goed zit.” 

Over politiek praten is vaak geen al te best idee. Torres: “Je kan ervan uitgaan dat de mensen die nog in Syrië wonen Assad-supporters zijn.” Zelf begonnen ze soms wel over de oorlog, die ze dan ‘de situatie’ noemen. 

Regelrechte afraders zijn steden zoals Raqqa: ooit de hoofdstad van het IS-kalifaat, vandaag nog steeds een platgebombardeerde spookstad. En over het algemeen beperkt u zich overal best braafjes tot de toeristische hoogtepunten. Begin dit jaar ging een Duitse toerist op wandel in de buitenwijken van Damascus om foto’s te nemen van platgeschoten gebouwen. Hij belandde een week in de gevangenis. Torres: “Je moet het ook niet te ver drijven. Syrië is echt nog niet klaar om westerse toeristen te laten rondlopen in gevoelige gebieden.”

De markt van Buzoriyeh, in de oude binnenstad van Damascus, krioelt van de shoplustige Syriërs.Beeld BELGAIMAGE

Sindsdien zou het voor buitenlandse bezoekers ook niet meer mogelijk zijn om op eigen houtje het land door te reizen en moeten ze een beroep doen op lokale touroperators, die ook alle paperassen regelen. Zo’n georganiseerde reis kost ongeveer 200 euro per dag, weet Torres. Ook Clio, een reisbureau uit Parijs, biedt sinds dit jaar pakketreizen aan naar Syrië. Voor 3.000 euro bezoeken de deelnemers tien dagen lang per auto onder meer de hoofdstad, de kuststad Latakia en Palmyra.

Directeur Jean-Pierre Respaut zei in februari tegen persbureau AFP dat de interesse groot was, maar was nu niet bereikbaar voor meer toelichting. Buitenlandse Zaken heeft geen weet van Belgen met reisplannen in die richting, maar zegt dat er een negatief reisadvies geldt voor Syrië. Wie toch vertrekt en daar in moeilijkheden geraakt, verliest dus het recht op consulaire bijstand. 

Ook Bart De Winter van Anders Reizen, dat vroeger reizen naar Syrië organiseerde, denkt er niet aan om daar al opnieuw mee te beginnen. Omwille van dat reisadvies, maar ook omdat er geen interesse is. “We krijgen nooit die vraag. Het lijkt me echt te vroeg.”

Torres vraagt zich af of veel toeristen effectief vertrekken: “Een lokale reisorganisator zei me dat voor elke honderd mails van geïnteresseerden er misschien twee ook echt een reis boeken. Mensen zitten toch nog in met de veiligheid, en goedkoop is het ook niet.”

Sensatiezucht

Toch is het land vastberaden om het toerisme, ooit een belangrijke economische motor, weer aan te wakkeren. Het Syrische departement van toerisme mikt dit jaar op 2 miljoen bezoekers. Vorig jaar zouden er 1,3 miljoen toeristen gekomen zijn, vooral Libanezen op daguitstap. “Het is tijd om het land en de economie te heropbouwen”, zo klinkt het in de media.  

Rest de vraag: is het eigenlijk wel kies om op vakantie te gaan in een land in puin, dat bovendien nog steeds hardhandig bestierd wordt door een dictator? Waar eindigt nieuwsgierigheid en begint sensatiezucht? En als ‘wij’ nu in hordes naar Syrië reizen, speel je zo niet in de kaart van een wreedaardige regime, op zoek naar centen en legitimiteit? Zoals De Winter zegt: “Ik vind het niet aan ons om daar nu te gaan rondreizen. Dat land heeft ademruimte nodig.” 

“Ik bezoek landen, geen overheden”, stelt Torres. “Ik ben al in Saudi-Arabië geweest en toen hoorde ik hetzelfde argument, dat ik de overheid zo steunde. Maar voor mij houdt dat argument geen steek. Als ik eet of iets koop, dan steun ik de lokale inwoners.” Alles hangt er maar van af hoe je je gedraagt, vindt hij. “Als je met empathie en interesse reist, dan kan er veel.”