Direct naar artikelinhoud
ReportageWaterloo

Britse veteranen doen mee aan opgravingen in Waterloo om eigen oorlogswonden te helen

Britse veteranen doen mee aan opgravingen in Waterloo om eigen oorlogswonden te helen
Beeld Thomas Sweertvaegher

In Waterloo helpen Britse en Nederlandse oorlogsveteranen bij archeologisch onderzoek. Op zoek naar restanten van een veldhospitaal helen ze zelf een beetje en overwinnen ze samen hun trauma’s uit Irak, Bosnië of Afghanistan. ‘Hier in Waterloo wordt niet geoordeeld over je wonden.’  

“Ik was in Bosnië in 1995. Ik moet je niet zeggen wat daar gebeurd is.” Anthony Mulheron (51) vertelt met Schotse tongval over wat hij meer dan twintig jaar geleden als jonge Britse soldaat heeft meegemaakt. Te veel in detail gaan wil hij liever niet. “Maar ik heb massagraven gezien.”

Toen hij terugkwam van de missie in Bosnië, waar de Britten de vrede moesten handhaven, werd zijn leven een cocktail van depressie, woede, angst en alcohol. “Ik hield er veel slechte gewoonten op na”, zegt hij. Toen hij op een dag naar zijn werk vertrok, struikelde hij over een sok, een dom ongeluk. “Ik was vier dagen bewusteloos. Omdat mijn brein een zuurstoftekort had, liep ik hersenschade op. Ik ben nu deels blind.” 

Anthony Mulheron.Beeld Thomas Sweertvaegher

Hectische taferelen 

Het verhaal van Mulheron is herkenbaar voor de groep van 25 Britse en Nederlandse oorlogsveteranen. Een van hen verloor beide benen in Afghanistan, maar bij de meesten zijn de wonden inwendig. De strijd gaat in hun hoofd nog steeds door. “Voor mij is dit een soort therapie”, zegt Mulheron. “En het doet me echt goed om hier onder veteranen te zijn. Ik vind het ook geweldig dat ze een bijna-blinde man zoals ik ook laten graven.” 

Dat de Britten net naar deze plek gekomen zijn met het project Waterloo Uncovered is natuurlijk symbolisch. De Fransen en de Britten stonden hier meer dan 200 jaar geleden tegenover elkaar. De boerderij op Mont-Saint-Jean, waar tegenwoordig het Waterloo-bier wordt gebrouwen, deed tijdens de slag dienst als veldhospitaal. Naar schatting 6.000 gewonden zijn bij de hoeve verzorgd. 

“Het moeten hier echt ongelofelijk hectische taferelen geweest zijn”, zegt Tony Pollard, een archeoloog van de universiteit van Glasgow. “Je had een grote schuur en gewonde mannen die op het binnenhof lagen. Soldaten brachten gewonden aan, terwijl de doden bleven liggen. Alle operaties die de dokters deden, gebeurden zonder verdoving.” 

Het is wat je kent

De vondsten die al gedaan zijn, zeggen veel over hoe het er toen toeging. Behalve dingen zoals kogels en stukjes vork zijn ook drie benen gevonden die door chirurgen tijdens de slag zijn afgezet. Op een ervan zijn de sporen van een zaag te zien. 

Het voorzichtig uitgraven van de menselijke resten gebeurt onder een wit tentje, terwijl veteranen op een heuvel aan de slag zijn met metaaldetectoren. Een van hen doet een vondst, maar het blijkt een oude nagel. Een Nederlander naast hem vindt een metalen gespje, waarschijnlijk van een paardentuig. 

Het lijkt wat vreemd dat de veteranen op een bepaalde manier weer zo dicht bij de oorlog worden gebracht. Maar Ben Mead (39) vindt het vooral fascinerend, zegt hij. “Die hele periode interesseert me enorm.” 

Mead ging op zijn zeventiende bij het leger en diende in Bosnië, Kosovo, Irak en Afghanistan. Tijdens zijn tijd in het leger merkte hij hoe zijn persoonlijkheid stilaan veranderde. “Vanaf 2003 begon ik me anders te voelen”, zegt hij. “Als je in een oorlogszone bent, word je gevoelloos voor alles wat er rond je gebeurt. You switch off. Ik was een ander mens toen ik thuiskwam van een missie. Maar twee jaar later ging ik weer naar Kosovo. Als je een soldaat bent, kun je ook niet anders. Het is wat je kent.” 

Ben Mead.Beeld Thomas Sweertvaegher

Speciale band

In 2012 zat Mead in een helikopter in Afghanistan toen die door drie raketten van de taliban geraakt werd. De crash drukte zijn ruggengraat in, zijn schouder moest twee keer geopereerd worden. Voor de soldaat betekende het een exit uit het leger. Daarna ging alles bergaf. 

“Mijn wereld viel uit elkaar”, zegt Mead. “Ik had geen enkele emotie meer. Niets kon me nog schelen. Toen ik hoorde hoe een jeugdvriend overleden was aan kanker, kon ik aan de telefoon alleen ‘okay’ zeggen. Mijn vriendin kon het niet geloven.” 

Speciale band
Beeld Thomas Sweertvaegher

Doordat hij met een posttraumatische stressstoornis kampte, liep Meads relatie op de klippen en stortte hij volledig in. Een overdosis kostte hem bijna het leven. “Ik wou niet per se uit het leven stappen”, zegt hij. “Ik wou gewoon af van de pijn.” Een dokter greep in. Mead ging in therapie, en ondertussen gaat het weer beter. Hij heeft een job in een museum.

Ook al hebben de veteranen een speciale band en wordt er veel gelachen onder elkaar, toch is oorlog voor velen nog een dagelijkse realiteit. “Als ik zie dat iemand het moeilijk heeft, neem ik die bij mij”, zegt Mead. “Er wordt hier in Waterloo ook niet geoordeeld over de verwondingen die je hebt opgelopen, ook niet over de inwendige. Als ik een helikopter hoor, dan moet ik weten waar die is. Anders gaat het voor mij ook even niet.” 

A boy goes to war, but a man comes back”, zegt Mead. Maar dat gaat voor hem niet helemaal op. “Ik denk dat ik nooit ben teruggekomen.”