"Taaltest botst op grenzen van antidiscriminatiewetgeving"
Wie een sociale woning huurt, zal in de toekomst moeten aantonen dat hij over een basiskennis Nederlands beschikt. Op voorstel van Vlaams minister van Wonen Liesbeth Homans (N-VA) wil de Vlaamse regering de bestaande taalbereidheidsvereiste ombuigen in een taalkennisvereiste. Na één jaar zal de huurder moeten aantonen dat hij voldoende Nederlands kan. Huurders die geen of onvoldoende moeite doen, riskeren een geldboete.
Voor oppositiepartij SP.A gaat de taaltest te ver. "Vandaag bestaat er al een inspanningsverbintenis. De overgrote meerderheid van de sociale huurders wil die inspanning ook doen, alleen zijn er lange wachtlijsten voor mensen die Nederlands willen leren", zegt fractieleider Joris Vandenbroucke van SP.A. "De Vlaamse regering moet er eerst voor zorgen dat er voldoende aanbod is, in de plaats van te zwaaien met boetes."
De wet botst volgens Vandenbroucke ook op de grenzen van antidiscriminatiewetgeving. "Ik denk niet dat het wettelijk gezien zal standhouden. Dit zal de toetsing van het Grondwettelijk Hof niet doorstaan", besluit hij.
Vangnet, geen hangmat
Ook oppositiepartij Groen is niet enthousiast over de taaltest. Analfabeten en laaggeschoolden gaan het in het erg moeilijk hebben om te slagen voor de test, klinkt het. Regeringspartij Open VLD wil de klemtoon eerder leggen op het vinden van werk en stelt daarom een koppeling voor met een activeringstraject naar een job. "Een sociale woning is een vangnet en geen hangmat", klinkt het.