Direct naar artikelinhoud
OpinieJames Butler

Waarom het premierschap van Johnson het einde van Groot-Brittannië kan betekenen

Boris Johnson.Beeld Photo News

James Butler is een Brits journalist, die als medeoprichter van Novara Media publiceert in onder meer The Guardian, The London Review of Books en Vice.

Boris Johnson, voor wie liegen even natuurlijk is als ademen, is Brits premier. Hij staat voor de meest complexe crisis waarmee Groot-Brittannië sinds 1945 geconfronteerd is geweest.

Dat op zich is zorgelijk genoeg. Maar in het Britse politieke systeem, dat sterk afhangt van de persoonlijkheid en de houding van de eerste minister, heeft dat nog grotere consequenties. Johnson is een man die van bedriegen een kunst heeft gemaakt en die er geen enkel probleem mee heeft voor gemakkelijk gewin in te spelen op de vooroordelen van zijn publiek. Zijn privéleven is liederlijk, zijn publieke verdiensten zijn onbeduidend.

En zijn premierschap kan het einde van Groot-Brittannië betekenen.

Ernstige problemen

De brexit wordt vooral aangedreven door Engelse passies. Twee van de vier gebieden – Schotland en Noord-Ierland – stemden Remain. Beide vormen ernstige problemen voor Johnson – en voor de toekomst van Groot-Brittannië.

In Schotland gaan stemmen op voor een tweede referendum. Premier Nicola Sturgeon verkondigt dat dat er komt als de brexit doorgaat. Uit de chaos van het bewind van Johnson zou weleens een onafhankelijk Schotland kunnen ontstaan.

In Noord-Ierland hangt Johnson vast aan de Democratic Unionist Party, een protestantse partij van de harde lijn die hij nodig heeft voor een meerderheid in het parlement. Dat beknot zijn manoeuvreerruimte aanzienlijk om Groot-Brittannië op de een of andere manier uit de EU te halen. De DUP wil geen scheiding van Groot-Brittannië, wat de reden was waarom Theresa Mays deal het nooit haalde in het parlement. De vraag is maar hoe Johnson dat probleem kan oplossen. Ondertussen klinkt de roep om een Verenigd Ierland alsmaar luider.

De traditionele oplossing voor zo’n impasse zijn nieuwe verkiezingen. Maar mede door het succes van Nigel Farages Brexit Party bij de recentste verkiezingen staat lang niet vast dat Johnson daarvan zou profiteren.

De algemene politieke situatie is er alleen maar op verergerd sinds het ontslag van May. De Europese Unie ziet er wat anders uit na de recente verkiezingen, maar de nieuwe voorzitter van de Commissie, Ursula von der Leyen, sluit nieuwe onderhandelingen met Groot-Brittannië nadrukkelijk uit. (Het helpt ook niet dat Johnson beschouwd wordt als een gevaarlijke hansworst.)

In het binnenland beperkt de opkomst van de Brexit Party zijn opties nog verder. Gedeeltelijk om die bedreiging teniet te doen, belooft hij dat als er eind oktober, de deadline voor het vertrek van Groot-Brittannië uit de Unie, geen deal is, Groot-Brittannië zonder deal vertrekt. En aangezien het parlement verdeeld is en wellicht nooit een voorstel van Johnson zal steunen, is een no deal best mogelijk. De gevolgen daarvan zijn niet te overzien, maar zullen zeker niet in het voordeel van Groot-Brittannië zijn.

Verschrikkelijke persoonlijkheid

De politieke situatie is dus grauw, de manoeuvreerruimte beperkt, de belangen groot. Voor een andere politicus zou in zulke omstandigheden aan de macht komen een immense uitdaging zijn – maar het zou niet noodzakelijk gevaarlijk zijn. In een systeem dat ruime autonomie aan de eerste minister geeft en dat sterk leunt op diens degelijkheid, doet karakter ertoe. Hetzelfde scenario kan anders uitpakken, afhankelijk van wie de touwtjes in handen heeft. En dat is de reden waarom de analyse uiteindelijk weer terechtkomt bij Johnson en zijn verschrikkelijke persoonlijkheid.

Hij vindt zijn overwinning belangrijker dan goed bestuur. Zijn politieke carrière werd gekenmerkt door de hevigheid van zijn campagnes en zijn onverschilligheid toen hij de post eenmaal beet had, zowel als burgemeester van Londen als als buitenlandminister. Hij lijkt geen principes te hebben. Eind jaren 90 vertelde hij een verbaasde collega-journalist dat hij zich er zorgen over maakte dat hij totaal geen politieke opvattingen had.

Behalve zijn spectaculaire leugenachtigheid zijn er nog een paar constanten in het beleid van Johnson: zijn steun aan bankiers, zijn voorliefde voor belastingverminderingen en een afkeer van mensen die hem met feiten confronteren.

Maar aan de werkelijkheid zal niet te ontkomen zijn op 31 oktober, hoe hard Johnson ook bluft. Om een antwoord te vinden op de diepe verdeeldheid in Groot-Brittannië is een premier nodig met diepgang op het vlak van persoonlijkheid, overtuigingen en principes, zaken waarvan Johnson nooit tekenen heeft gegeven dat hij ze bezit.

In Johnsons akelige roman, gelukkig zijn enige tot nog toe, mijmert een politicus die verdacht veel van hem weg heeft, dat “de hele wereld niet meer lijkt dan een ingewikkelde grap”.

Groot-Brittannië staat misschien wel op het punt erachter te komen hoe het voelt de clou te zijn.

James Butler.Beeld RV

© 2019 The New York Times Company