Direct naar artikelinhoud
InterviewMuziek

‘Vier jaar geleden was ik nog rekken aan het vullen. Ik heb onmetelijk veel geluk gehad’: Mathieu Terryn (Bazart)

Mathieu Terryn: ‘Ik maak mezelf wijs dat ik veel beweeg op het podium en dat dat mijn eetgedrag wel compenseert. Ik ben echt de Hamburgerkoning.’Beeld Tim Coppens

De lezer regeert! In deze reeks bedenkt ú de vragen voor bekende Belgische muzikanten. Deze week leggen we Mathieu Terryn (25), frontman van Bazart, een selectie uit uw vragen voor. Gaan zijn liedjes over drugs? Hoe vaak heeft hij iemand bedrogen? En is hij niet bang om dik te worden?

en

Waar komt de naam Bazart vandaan? (Véronique Van Merris, Mechelen)

“Het zoeken naar een naam heeft even geduurd. Ik wist wél meteen dat het één woord moest zijn. Eén woord dat alles moest zeggen, dat mensen makkelijk zouden kunnen onthouden. Mijn vader dacht hulp te bieden door ‘Genant’ voor te stellen, een samentrekking van Gent en Antwerpen, de plaatsen waar de bandleden woonden. Stel je voor, op een podium komen en moeten zeggen: ‘Goeienavond, wij zijn Genant’? (lacht)

“Toen we later eens naar zee reden, passeerden we een winkel die SupraBazar heet. Die ‘Bazar’ bleef de hele weg hangen, en dat is het uiteindelijk geworden, maar dan korter en met een ‘t’ achteraan. Het ziet er goed uit, het klinkt goed… Ik weet natuurlijk dat ‘bazaar’ ook rommel betekent, maar er zit helemaal niets ironisch achter die naam. Daar waren wij niet mee bezig. Marcel Vanthilt zei in een interview dat we ons dan evengoed ‘kut’ hadden kunnen noemen… Tja.. (grinnikt) Vanthilt heeft wel meer leuke meningen over ons. Maar als ik hem tegen het lijf loop, is hij altijd vriendelijk. Een beetje teleurstellend, ja.” (lacht)

Als er in interviews over jullie teksten wordt gesproken, zeg je altijd dat ze over liefde en verlies gaan. Maar al jullie nummers gaan over drugs, toch? (Gilles Verveecken, Gent)

(lacht) “Ik zal je moeten teleurstellen: dat is absoluut niet het geval. Al snap ik wel waar dat idee vandaan komt, met zinnen als ‘Zolang het straks maar overgaat, mijn drang naar overmaat’ of ‘Liever snel naar de hel dan traag naar de hemel’. (lacht) Ach, ik vind het een compliment dat mensen ook in hogere sferen naar onze muziek willen luisteren. Heel wat teksten gaan over escapisme. Of je dat nu fysiek dan wel mentaal doet, door zaken te ontkennen of door jezelf een oog te willen uitzuipen en drugs te nemen, dat is allemaal voor interpretatie vatbaar.

“Ik schrijf mijn teksten met opzet op die manier, ik gebruik veel metaforen omdat ik niet te direct wil zijn. Zo kan iedereen zijn eigen betekenis geven aan mijn woorden, ook al sluit die niet aan bij wat ik zelf voelde toen ik die songs schreef.”

Ik zie je vaak eten op Instagram. Hoe zou je je voelen als je ooit dik werd? Ben je qua uiterlijk streng voor jezelf? (Lisa De Craemer, Diest)

“Ha! Die reactie krijg ik wel vaker als ik wéér eens foodstory’s post: hoe komt het dat jij niet moddervet bent?! (lacht) Tja, wat kan ik zeggen? Ik houd enorm van vettige fret en lekker eten. Binnen de band word ik sowieso ook Den Dikke genoemd. (grinnikt) Maar natuurlijk ben ik bezig met mijn uiterlijk. Ik ga af en toe sporten, al hou ik er zeker geen streng regime op na. Enige regelmaat is in mijn leven sowieso ver te zoeken. Wanneer ik me een beetje papperig voel (mept op zijn buik), dan zal ik wat gezonder eten en sporten, maar wanneer ik me goed voel, hang ik in de zetel en bestel ik Deliveroo.

“Ik maak mezelf ook wijs dat ik veel beweeg op het podium en dat dat mijn eetgedrag wel compenseert. Eten is heel belangrijk in mijn leven, al wijst mijn lief me er weleens op dat ik toch wel snel neig naar ongezonde dingen. Ik ben echt de Hamburgerkoning – dat gaat van Bicky Cheese en Five Guys tot zelf burgers maken.

(denkt even na) “Eigenlijk zou ik er écht wel meer aandacht aan moeten besteden. Ik let amper op mijn gewicht, en het moet nu ook niet uit de hand lopen. Ik kan meewarig terugkijken naar de mollige elfjarige knaap die ik was tijdens Eurosong for Kids. Tot in mijn studententijd was ik een stuk molliger, maar daar groeide ik uit. Of ik probeerde er alleszins iets aan te doen: ‘Come on, fatso! Go for a run, go for a swim!’

De opnamen in DAFT Studios en de akoestische Radio 1 Sessie toonden Bazart van een verrassende, andere kant. Ben je eigenlijk nog tevreden over jullie tweede studioplaat? (Machteld Vandierendonck, Lichtervelde)

“Die tweede plaat inblikken moest snel gaan, en de druk was groot. Sommige dingen hebben we misschien niet 100 procent kunnen doen zoals we wilden. Ik zeg niet dat we compromissen sloten, maar op die sessies in DAFT en op Radio 1 ontdekten we dat het ook leuk is om songs eens op een andere manier te benaderen, om een ander facet van Bazart voor het voetlicht te brengen.

“We kwamen van een hele grootse eerste plaat, en het publiek en de pers verwachtten dat we een tweede ‘Goud’ zouden maken. Maar zo werkt dat niet. We moesten onszelf blijven uitdagen, misschien zelfs een ander imago creëren. Dat tweede album heeft bevestigd dat we geen eendagsvlieg zijn. Misschien wordt onze derde wel weer een gigantische ‘arena’-plaat, maar we beseffen net zo goed dat we nummers ook iets ‘kleiner’ kunnen maken. Alleen: wanneer we die songs naar het podium vertalen, klinkt alles nog altijd groots en zingen mensen massaal elk woord mee. We ambiëren nog steeds grote shows in het Sportpaleis, laat dat duidelijk zijn.” (glimlacht)

‘Vier jaar geleden was ik nog rekken aan het vullen. Ik heb onmetelijk veel geluk gehad’: Mathieu Terryn (Bazart)
Beeld Tim Coppens

Hoe heb je je lief Marie Wynants leren kennen? (Sien Plaskie, Leest)

“Op skireis, toen ik een jaar of negen was. We go waaaaay back. Destijds gingen we – toevallig allebei – met onze ouders via dezelfde organisatie skiën in Oostenrijk. We werden beste vrienden en dat is altijd zo gebleven. Ik heb onlangs trouwens nog een foto gevonden van mijn twaalfde verjaardagsfeestje in de bowlinghal, en op die foto zaten we ook al naast elkaar.

“Toen ik meedeed aan Eurosong heb ik mijn liedje ‘De allermooiste van de klas’ wel voor haar geschreven, maar voorts was onze band louter vriendschappelijk. We vertelden elkaar alles, konden bij elkaar uithuilen… Toen mijn relatie met Justine (Bourgeus, aka Tsar B, red.) vorig jaar op de klippen liep, zat ik echt diep. Marie kon dat niet aanzien en heeft me mee op reis genomen naar Griekenland, om mijn gedachten te verzetten. Daar is de vonk overgesprongen.

“We zijn daar alle twee enorm van geschrokken: na al die jaren beste vrienden te zijn geweest, waren we ineens op slag verliefd. Dat was echt… what the fuck?! Het waren verwarrende tijden. Na vijftien jaar wordt dat meisje, tegen wie je alles zei en met wie je altijd onnozel deed, plots ook je lief. Je wil die vriendschap niet verliezen, en tegelijkertijd wil je ook niet dat je omgeving denkt dat er altijd al iets speelde. Wat andere mensen over mij denken, trek ik me sowieso al te veel aan. Ik ben daar ontzéttend gevoelig voor. De laatste tijd probeer ik daar wel wat minder mee bezig te zijn en gewoon mijn leven te leiden.”

Heb je al eens iemand bedrogen of ben je zelf al eens bedrogen geweest? (Vicky Maes, Brugge)

“Hand op het hart: ik heb nog nooit iemand bedrogen. En ik dénk dat ik ook nog nooit bedrogen ben geweest. Maar bedrog is een raar beestje. Je moet dat steeds in een bredere context bekijken. Bedrog gebeurt niet zomaar vanuit het niets. Het kan best iets zijn wat je samen hebt uitgelokt. Als het mij zou overkomen, hoop ik het te kunnen bespreken met mijn lief. Dat het iets is waar we samen wel nog kunnen uitkomen – als dat tenminste is wat we beiden willen.”

In ‘Tunnels’ zing je: ‘gemeen maar niet gemeend’. Ben jij iemand die mensen wegduwt wanneer ze te dichtbij komen? (Caroline Germijns, Sint-Gillis)

“Nee, ik ben net zeer omarmend en uitnodigend, ook om nieuwe mensen in mijn leven binnen te laten. Vaak denk ik zelfs bij goede vrienden: kom nog maar wat dichter, vertrouw me nog maar wat meer toe. Ik heb totaal geen bindingsangst. Ik dacht dat ik door het succes van Bazart schuwer zou worden, maar met de juiste mensenkennis is dat niet nodig. Ik heb een oprecht hechte vriendengroep die zich regelmatig uitbreidt.

“Het helpt ook wel dat heel wat vrienden weten wat het is om in de spotlights te staan, zoals Boris (Daenen, alias Netsky, red.) of Kevin (Janssens, red.). Je hoort weleens de kritiek dat bekende Vlamingen altijd samenklitten, maar ergens is dat logisch. Zij begrijpen bepaalde struggles beter en zijn ook niet onder de indruk van dingen die deel uitmaken van de job. Neem nu Charlotte (De Witte, red.). Die is huge, die is de hele wereld aan het veroveren, maar tegelijk is dat de coolste, meest down-to-earth chick die ik ken.

“Sommige mensen denken dat wij een heel zot, decadent leven leiden. Daar lachen we onderling weleens mee, want zo voelt het niet. In onze ogen doen we ook gewoon maar ons ding.”

Jullie zijn heel snel bekend geworden en hebben waarschijnlijk veel geld verdiend. Wat is het zotste waar je al veel geld aan hebt besteed? (Steffie Dewael, Sint-Niklaas)

“Ik denk dat dat dit schilderij moet zijn (wijst naar een kunstwerk van de Cubaanse artiest CB Hoyo). En dit aangekochte huis ook, zeker? Ik wil helemaal niet materialistisch of kapitalistisch klinken, en ik leef nu ook niet een fancy casino life of zo, maar het is gewoon superleuk dat ik kan doen wat ik graag doe, in een huis en in een stad waar ik graag woon, en dat dat mogelijk is geworden door iets wat ik fucking graag doe. En dat mensen dat ook gewoon kunnen appreciëren, dat is ook fijn.

“Vier jaar geleden was ik nog rekken aan het vullen in de supermarkt. Ik besef dat ik onmetelijk veel geluk heb gehad.

“Ambitieus ben ik wel altijd al geweest. Al toen ik stage deed bij Studio Brussel en Woestijnvis, wilde ik dat mensen achteraf nog over mij zouden spreken. Ook op sociaal vlak heb ik dat: als ik ergens ben, wil ik dat mensen, zodra ik weg ben, zeggen: ‘Die Mathieu is toch een toffe gast, tegen alle verwachtingen in.’” (lacht)

Hoe krijg jij je haar zo mooi? Speciale shampoo? (Jasmine De Lille, Zelzate)

(lacht) “My mom’s gonna kill me for this… Ik heb mijn haar al drie jaar niet meer gewassen met shampoo of zeep. Nu, het stinkt niet, hè. Ik heb heel veel en heel sluik haar. Maar ik kon er tot een paar jaar geleden niets mee aanvangen, welke wax of mousse ik ook gebruikte. Het viel altijd zo’n beetje plat. Nu is het hooguit een beetje vettig, maar op de goede manier. Je haar heeft eigenlijk geen shampoo nodig.

“Bazart-haar is een dingetje geweest in de media, ja. (schouderophalend) Dat was in de periode dat ze volgens mij voortdurend verlegen zaten om artikels over ons. Tja, wat wil je dat ik daarover zeg? Er was geen ander nieuws, zeker?”

‘Vier jaar geleden was ik nog rekken aan het vullen. Ik heb onmetelijk veel geluk gehad’: Mathieu Terryn (Bazart)
Beeld Tim Coppens

Wat zijn je grootste angsten? (Fred Dessange, Aalst)

“De angst om niet geliefd te zijn, om niet graag gezien te worden. Ik heb een veel te grote drang om bij iedereen op een goed blaadje te staan. Ik kan moeilijk om met kritiek, dus ben ik een pathologische pleaser. Ik zal hemel en aarde verzetten om mijn beloftes na te komen bij mensen. Dat is in mijn ogen een sterke eigenschap, maar tegelijk ook mijn grootste zwakte. Muziek is misschien niet de gezondste branche voor zo iemand.”

Waarom is ‘Voodoo’ zo’n vaag nummer? (Robin Breugelmans, Beringen)

“Ik herinner me dat de strofes heel snel op papier stonden. ‘Het stormt, het verdween / Met bliksem nooit omgekeerd /Mijn hoofd het voelt even / Als iemand die zonder leeft’. Maar zo mistig is de tekst nu ook weer niet: eigenlijk vertel ik hoe ik vermoed dat iemand een pinnetje in een popje stak, waardoor die mij op afstand heeft geraakt en me beter heeft gemaakt.

“Soms werk ik eindeloos lang aan een tekst: ‘Ademnood’ heeft echt zijn tijd nodig gehad om op papier te verschijnen. Die tekst bestond eerst louter uit Engelse woorden en klanken. De moeilijkheid is dat de klanken en de melodie eerst komen, en daarna moet ik daar songregels in het Nederlands op bedenken.”

Wat is de mooiste tekstregel die je ooit al hebt gelezen? (Benny Beutelinck, Gent)

“Ik hou van de tragikomische stijl van Pedro Elias in zijn boek Van den hond uit 2014. Helaas kan ik er moeilijk een zin uitvissen voor jullie. Ik ben niet het type dat zinnen markeert in een boek.

“Jezelf niet te serieus nemen vind ik belangrijk. Zoals Leonard Cohen het zo mooi verwoordt in zijn laatst verschenen dichtbundel: ‘I am the Kanye West Kanye West thinks he is’. Zulke dingen vind ik grappig. Of Faberyayo in zijn nieuwste roman: ‘Ik had zin om een designerzonnebril te kopen en een slagromerino te drinken met iemand die ook net een designerzonnebril gekocht had en niet te veel zei maar wel aanwezig was.’ Een verwijzing naar een nummer van De Jeugd van Tegenwoordig (‘Twee Xannies en een Slagromerino’). Intertekstualiteit en humor zijn een mooi duo.

“Ik ben niet zo belezen als ik zou willen zijn. Dat heeft misschien te maken met mijn leeftijd, al wil ik me daar niet achter blijven verbergen.”

Welk nummer of welke tekstregel die je hebt geschreven vind je het mooist? (Rosalie Auwerx, Linkebeek)

“Een favoriete tekstregel van Bazart? Is dat niet wat hautain om dat nu zelf te zeggen? Ik weet dat ik Leonard Cohen niet ben, maar laat popzangers gewoon popzangers zijn, denk ik dan. Misschien vind ik ‘Niemand weet hoe laat het is, totdat ik weer een afspraak mis’ wel een mooie zin. Er zit een komische inslag in, zeker als je het meegezongen hoort worden uit duizend kelen.”

Heeft jouw leerkracht Nederlands uit het middelbaar je sinds jullie succes al gecontacteerd? (Raf De Smet, Brugge)

“Nee. (lacht) Mijn leerkrachten Frans en Duits wél, vreemd genoeg. Mijn leerkracht Nederlands in de eerste en tweede graad heb ik wel ooit gevraagd om me in de richting te duwen van straffe Nederlandstalige songschrijvers. Hij kwam toen af met Lenny & de Wespen – dat heeft veel betekend voor de eerste incarnatie van Bazart.

“Nu, dat ik me niet zoveel complimenten van leerkrachten voor de geest kan halen, is omdat ik best wel een moeilijke leerling was. Mijn leraar biologie heeft me ooit letterlijk gezegd dat ik niets zou bereiken in het leven. Die zal me niet gauw een schouderklopje geven, denk ik.” (lacht)

Het werk van CB Hoyo dat Mathieu Terryn thuis heeft hangen.Beeld CB Hoyo

Vind je jezelf relevant? (Wouter Kamerlinck, Hasselt)

“Goede vraag. Ik ben de koning van de zelfrelativering, en ik zal mezelf nooit de grootste kunstenaar ter wereld noemen. Maar ik denk dat ik wel góéd ben in wat ik doe. Zonder daarmee te willen pretenderen dat ik relevant ben. (Terryn staat op en gaat naar het kunstwerk van CB Hoyo, geschilderd in de stijl van Basquiat, en leest de graffito voor die eroverheen is gekalkt:) Sorry if my fake Basquiat offends you, but honestly I don’t give a fuck. Dat zou zowat mijn motto moeten zijn. Ik vind dat niemand relevant zou moeten zijn. Wat betékent dat ook? Dat iedereen je een goede artiest zou moeten vinden? Dat gaat nooit lukken.”