Direct naar artikelinhoud
Protest Hongkong

Maakt het Chinese leger een einde aan de protesten in Hongkong?

Demostranten in Honkong gooiden met bakstenen en brandblusapparaten. De politie schoot traangas en rubberkogels af.Beeld EPA

Voor de achtste week op rij kwamen afgelopen weekend duizenden betogers op straat in Hongkong, en braken er hevige confrontaties uit met de politie. Zaterdag vielen er 24 gewonden en werden 13 betogers gearresteerd. Over zondag zijn nog geen cijfers bekend. Vier vragen over waarom de Hongkongse protesten niet verslappen.

Waarom blijft het protest in Hongkong aanhouden?

Het protest in Hongkong lijkt in een vicieuze cirkel terechtgekomen. Voor de betogers gaat het allang niet meer alleen om de controversiële uitleveringswet voor verdachten aan China, maar om een diep gevoel van wantrouwen. Dat wantrouwen wordt verder gevoed met iedere uiteengeslagen betoging, ieder voorbeeld van politiegeweld en iedere halfslachtige concessie van de Hongkongse regering. Inmiddels vinden betogingen plaats uit woede over het geweld tijdens de vorige betoging.

De Hongkongse autoriteiten hebben de escalatie deels aan zichzelf te danken. Na een miljoenenmars was Carrie Lam, de hoogste bestuurder van Hongkong, bereid de uitleveringswet uit te stellen en zelfs ‘dood’ te verklaren, maar niet om de wet officieel in te trekken. Ook een onafhankelijk onderzoek naar het politiegeweld, volgens Amnesty International excessief, kwam er niet. Daarmee negeerde Lam de makkelijkst te vervullen eisen van de betogers.

De stugge houding van Lam leidde onder de betogers tot radicalisering. De protestbeweging is uitgegroeid tot een brede opstand voor meer democratie, met verregaande eisen – zoals het aftreden van Lam en de invoering van algemeen stemrecht – die onmogelijk ingewilligd kunnen worden. Zo is Hongkong in een ‘zomer van protest’ verzeild, waaruit niemand nog een uitweg ziet.

Worden de protesten gewelddadiger?

Vanaf het begin liepen de vreedzame massabetogingen vaak uit op rellen. Maar het geweld neemt sinds begin deze maand alsmaar toe. Begin juli vielen honderden jongeren het parlementsgebouw binnen, waar ze vernielingen aanrichtten. Vorige week omsingelden betogers het Liaison ­Office, de vertegenwoordiging van de Chinese overheid in het semiautonome Hongkong, en besmeurden ze het Chinese nationale embleem met zwarte inkt – een zwaar affront voor Beijing.

Het dieptepunt vond vorige week plaats, toen betogers in Yuen Long werden aangevallen door in wit geklede mannen met stokken. Hoewel de politie door getuigen was gewaarschuwd en duizenden hulpoproepen kreeg, duurde het minstens vijftig minuten voor ze ter plaatse was. De mannen in wit – leden van lokale gangsterbendes of triades – waren verdwenen, onder de betogers waren 45 gewonden gevallen.

De politie zei overbelast te zijn door de betogingen in de rest van de stad, maar veel demonstranten verdenken de politie ervan opzettelijk traag te hebben ingegrepen. Afgelopen week lekten video’s en foto’s uit waarop leden van de oproerpolitie de ‘witte mannen’ schouderklopjes geven en gezamenlijk optrekken. Volgens het pro-democratische parlementslid Eddie Chu is er sprake van ‘samenspanning tussen de politie en de bendes’.

Hoe reageert de Hongkongse maatschappij hierop?

De Hongkongse regering lijkt de hoop te hebben gehad dat de betogers zichzelf door het vandalisme in diskrediet zouden brengen. Omdat het geweld ook van politiezijde komt, is eerder het omgekeerde gebeurd. Volgens onderzoek is 80 procent van de vreedzame betogers het eens met de radicalere acties. Het incident met de gangsterbendes heeft de sympathie voor de protesten nog versterkt.

Hoewel gemord wordt over economische schade door de protesten, kregen de betogers afgelopen week steun uit brede kring. Tijdens de optocht van afgelopen zaterdag, waarvoor de politie geen toestemming had gegeven, liep een universiteitsvoorzitter mee. Meer dan zeshonderd ambtenaren tekenden een petitie tegen de overheidsopstelling en dreigden met stakingen. Ook de Kamer van Koophandel riep Carrie Lam op het vertrouwen met de betogers te herstellen.

Hoe groot is het risico op een interventie van het Chinese leger?

In Hongkong zijn zo’n zesduizend Chinese militairen gestationeerd. Die mogen volgens het ‘één land, twee systemen’-principe alleen tegen een buitenlandse aanval optreden en niet ingrijpen bij lokale zaken. Maar woensdag opperde een woordvoerder van het Chinese ministerie van Defensie dat het leger wel degelijk tussenbeide zou kunnen komen. Volgens de wet zou de Hongkongse regering om zo’n tussenkomst kunnen vragen.

Even gingen alarmbellen af, maar de Hongkongse regering liet meteen weten geen hulp te willen. Ook voor Beijing is militair ingrijpen alleen een uiterste redmiddel, aangezien dit zware politieke gevolgen zou hebben en een risico zou inhouden op herhaling van het Tiananmenbloedbad in 1989, waarbij honderden betogers omkwamen. De uitspraak van de ­defensiewoordvoerder is vooral ­bedoeld als bangmakerij.