Direct naar artikelinhoud
Lokerse Feesten

Zondag metaldag op de Lokerse Feesten: passie, Zeal en zware gitaren

Zeal & ArdorBeeld Stefaan Temmerman

Er zaten twee hoofdlijnen in de zondag op de Lokerse Feesten. Naarmate de avond vorderde werden de optredende artiesten alsmaar ouder. En werd de traditionele metaldag omgebouwd naar een classic rock-dag, met een enthousiast Europe en een overjaars The Scorpions. Absolute kampioen op de Grote Kaai gisteren: het vernieuwende Zeal & Ardor.

Satan had het lekker heet gemaakt op de Grote Kaai. Het water liep je van de rug, toen Brutus (★★★☆☆) als eerste ten dans kwam spelen. De Vlaams-Brabantse postrockband was de enige Belgische act die het hoofdpodium haalde. Wie Wiegedood, Evil Invaders of Stake wou zien moest later op de avond naar de Red Bull Music Room afzakken. Drumster en frontvrouw Stefanie Mannaerts dankte het publiek om zo vroeg te komen opdagen en startte engelachtig met hoge gezangen. Dat veranderde wanneer ze begon te drummen. Vanaf dan speelde Brutus vol razernij en energie, en bewees de band dat de nieuwe songs van hun tweede plaat Nest melodisch en beweeglijk klinken.

BrutusBeeld Stefaan Temmerman

Veel ruimte kreeg Brutus niet op het verkleinde podium, waar het decor van The Scorpions al deels stond opgesteld. Maar dat werkte eigenlijk in hun voordeel. Songs als ‘War’ en ‘Cemetery’ werden compact gebracht, waarbij bassist Peter Mulders steevast zijn frontvrouw ging opzoeken. Op twee jaar tijd is dit drietal muzikaal gegroeid. Naarmate de set vorderde begon Brutus de hitte wel een beetje te voelen. Er werd langer gepauzeerd tussen de nummers, en de technische problemen van Mulders haalden de vaart ietwat uit het optreden. Al bij al toonde Brutus zich de juiste opwarmer op deze stalen zondag.

Zeal & ArdorBeeld Stefaan Temmerman

Gouden wissel

Het absolute hoogtepunt volgde al vroeg. Zeal & Ardor (★★★★☆) kwam Monster Magnet vervangen, dat enkele weken geleden verstek gaf. Het bleek een briljante wissel, eentje waar menig bondscoach jaloers op mag zijn. Veel rockfans stonden bij aanvang ietwat afstandelijk naar de avant-garde metal van deze Zwitsers  te kijken, maar dat veranderde vlug. Zeal & Ardor combineert gospel en soul met zware gitaren en bonkende drums. Frontman Manuel Gagneux (geboren uit een Afro-Amerikaanse moeder en Zwitserse vader) weet heel duidelijk wat hij wil vertellen. En dat is iets volledig nieuw. Zeal & Ardor klonk in Lokeren als een slavenschip dat in opstand kwam. Met drie zangers, zwarte kappen op en gierende gitaren. Gagneux durfde donkere teksten boven te halen en te brullen. ‘Servants’ klonk meteen veelbelovend. ‘Row Row’ drong door tot in je ziel en ‘Blood in the River’ had het over donkere heersers die beter zijn dan goede goden. Goeie god, wat speelde deze band strak en met passie! En vooral: wàt een songs. Nummer na nummer gingen er alsmaar meer handen de lucht in, als blijk van appreciatie. “We zijn Zeal & Ardor en we praten niet veel”, zei Gagneux halverwege de set. “We hopen dat dat oké is”. 

Zeal & ArdorBeeld Stefaan Temmerman

Deze Zwitserse band liet de muziek graag spreken, en die klonk overheerlijk. ‘Waste’ bouwde laag na laag op, ‘Don’t You Dare’ stond met beide voeten in het moeras, ‘Gravedigger’s Chant’ reikte met zijn tribale drums tot aan je ruggenwervel. Dit lied had zo op de soundtrack van de nieuwe Tarantino-film gemogen. Met ‘Devil is Fine’ werd de finale ingezet. Gagneux toverde een hemelse grijns tevoorschijn nadat het publiek hem op een groot applaus trakteerde. Om dan nog een laatste keer uit te halen met ‘Baphomet’. De band tourt met hun tweede plaat Stranger Fruit en eindigde met iedereen rond de drumriser. Dit concert deed vurig verlangen naar meer. We zijn er van overtuigd dat Zeal & Ardor een mooie toekomst te wachten staat.

Life Of AgonyBeeld Stefaan Temmerman

Onzichtbare muur

Life of Agony (★★☆☆☆) heeft een stevige reputatie, maar de alternative metalband uit Brooklyn kwam al beter voor de dag dan in Lokeren. Het leek alsof het viertal achter een onzichtbaar gordijn speelde. Je zag de groep wel zijn best doen, maar horen deed je ze amper. Daar waar L.O.A. vaak een stomp in je maag is, bleek het nu eerder een slap handje. Had het er mee te maken dat de band (te) moe was van hun passage op Wacken in Duitsland? Had transseksuele frontman Mina Caputo een verkeerd pilletje genomen? Ze leek er niet met haar volle aandacht bij. Caputo feliciteerde de Lokerse Feesten met zijn 45ste verjaardag. Om dat drie seconden later nog eens opnieuw te doen. Life Of Agony heeft nochtans de songs. ‘Lost at 22' en ‘Weeds’ (de doorbraaksingle vlak voor de groep zou splitten) kwamen helaas nooit over zoals het hoorde. Dat merkte Joey Z zelf ook. Hij vroeg ongelovig of “de P.A. misschien niet aan stond?”, omdat het publiek zo mak bleef. De gitarist deelde de Grote Kaai daarop in twee en zorgde met een wedstrijdje ‘wie maakt de grootste moshpit’ toch nog voor plezier bij het nieuwe ‘Empty Hole’. De geluidsmenger én Mina waren wakker schoten. Tijdens ‘Method of Groove’ rende de frontvrouw naar beneden om enkele fans te gaan knuffelen. Ze gaf een korte speech (“Hou van elkaar. Heb elkaar lief. We zijn alleen één.”) die geïnspireerd leek op het drama in het Texaanse El Paso, waarbij zaterdag tientallen doden vielen. Caputo ging haar band omhelzen, riep dat ze van iedereen in Lokeren hield. En zette met een vol klinkend ‘This Time’ en ‘River Runs Red’ toch nog veel recht, wat een uur lang scheef zat.

AlestormBeeld Stefaan Temmerman

Meer gimmick dan band

Alestorm (★☆☆☆☆) was veeleer een gimmick dan een liveband. Schotse piratenmetal met dubbele basdrum, opblaasbare eend en kilts aan. Een uur lang speelde deze dolle bende drinkliederen met een stevig ‘yo-ho-ho’-gehalte. Je kon er niet onderuit dat ze een volksfeest veroorzaakten. Alestorm kreeg de Grote Kaai massaal aan het crowdsurfen. Maar muzikaal was dit nooit meer dan eenheidsworst. Alsof één nummer telkens op repeat werd gezet. De gimmick was er na een tijdje helemaal af. Dat vonden de weergoden ook: ze lieten enkele regendruppels naar beneden dwarrelen. Frontman Christopher Bowes (een krullenbol die anno 2019 nog een keytar bespeelt) wist zelf niet goed van welk hout pijlen maken. “Het is tien jaar geleden dat onze tweede plaat uit kwam”, riep hij. “Dat deert jullie niks? Ons ook niet!” Alestorm hapte veel gebakken lucht. En het was al zo warm in Lokeren. De zanger prees dan maar de drankprijzen van het festival (“7 pinten voor slechts 20 euro!”). Daar had je na zo’n optreden wel behoefte aan.

EuropeBeeld Stefaan Temmerman

Uitstekend vermaak

De muzikale hoogdagen van Europe (★★★☆☆) dateren uit ver vervlogen tijden. Maar de Zweedse hardrockband blijkt zich nog altijd uitstekend te vermaken. Hun enthousiasme straalde af op het publiek. The Final Countdown (goed voor 15 miljoen verkochte exemplaren) dateert al van 1986, toen Joey Tempest nog een heuse poedel op zijn hoofd had. Europe ging nadien ten onder aan de grunge en is intussen al 13 jaar aan een tweede leven bezig.

De frontman had zich voorgenomen om zich te vermaken. Met alle rockposes uit het boekje. Niemand die beter naast gitarist John Norum rockt dan hij. Tempest (55) zag er zijn leeftijd niet uit en bleek uitstekend bij stem. Europe-Bon Jovi: 1-0! Het Zweedse vijftal scoorde vlot goals, met gouden oudjes als ‘Scream of Anger’ (uit Wings of Tomorrow) of het recentere ‘War of Games’. Tempest lachte zijn hagelwitte tanden bloot om de massale respons van het publiek. Dat zette de handen tot diep op de Grote Kaai op elkaar, en maakte van ‘Carrie’ een collectief kampvuurmoment. Heerlijk om bonken van kerels zo passievol te zien meebrullen. “Here’s Johnny!”, riep Tempest om zijn luitenant aan te moedigen. Een maniak als Jack Nicholson in The Shining is Norum gelukkig niet, wel een uitstekend gitarist. Europe speelde met ‘Superstitious’ leentjebuur bij Whitesnake. Dat Tempest de song plots liet overgaan in ‘No Woman, No Cry’ (Bob Marley) had niemand verwacht. Maar geloof ons: zelfs dàt werkte. 

EuropeBeeld Stefaan Temmerman

Met een in toetsen badend ‘Cherokee’ werd de finale ingezet. Tempest smeet zich andermaal, viel passievol op zijn rug en liet zijn micro in het publiek vallen. Alles met de grote glimlach. Een lach die hij ook op het gezicht van de grootste zuurpruimen op de Grote Kaai toverde, toen slotsong ‘The Final Countdwon’ werd ingezet. Europe bewees nog steeds als vanouds te kunnen rocken.

The ScorpionsBeeld Stefaan Temmerman

Op routine

The Scorpions (★★☆☆☆) zijn bezig aan een drie jaar durende tour. Voor een afscheid dat er nooit (b)lijkt te komen. Een straatje zonder eind, van een groep met een roemrijk verleden. De Duitse hardrockpioniers hadden een groots decor mee en speelden voor een volgepakte Grote Kaai. Dat deze band nog altijd overeind staat is vooral de verdienste van snarenplukkers Matthias Jabs (63) en Rudolf Schenker (70). Ze speelden strak en werden goed oversteund door Mikkey Dee (Motörhead), die hoog in een drumkasteel zat. De stem van Klaus Meine (71) was dun geworden. Niet dat hij naast de toon zong, maar een powerhouse is deze frontman al even niet meer. De trucjes die The Scorpions bovenhaalden kennen we intussen. Een Belgische driekleur tijdens ‘Make It Real’, Meine die drumstokken het publiek in smeet bij een gezapig ‘The Zoo’. De band (en Meine’s stem) kwam beter over bij het rustige ‘Is There Anybody There?’. Een lied met swing in de melodie en de heupen. Bij ‘Coast to Coast’ gordde de zanger zelfs even een gitaar om.

De massa kwam -dat hoeft niet te verbazen- voor ‘Wind of Change’. “Na al die tijd nog steeds een lied over hoop”, vertelde Meine. Terwijl de Berlijnse Muur (op de videowall) opnieuw werd opgetrokken, begon de zanger te fluiten en deed de hele Kaai mee. Toen die ballad voorbij was trok een groot deel van de massa al huiswaarts. Wie voor het laatste half uur bleef, moest nog een drumsolo doorstaan (met Dee die de lucht werd ingetrokken), maar kreeg als beloning nog ‘Still Loving You’ en ‘Rock You Like a Hurricane’. Een onverwoestbare finale. Dit was een concert van een professionele band op routine.

The ScorpionsBeeld Stefaan Temmerman

Diep in de nacht speelde Goe Vur in den Otto (★★★☆☆) nog een rockende dj-set voor de overblijvende feestvarkens. Het was duidelijk niet voor niets dat het duo eerder op de dag de sleutels van de Stad Lokeren en het ereburgerschap gekregen had.