Direct naar artikelinhoud
FestivalitisReggae Geel

Reggae Geel is alles wat het gemiddelde Vlaamse festival niet is

Reggae Geel is alles wat het gemiddelde Vlaamse festival niet is
Beeld Damon De Backer

In het drukst bezette weekend van de festivalzomer ruilde Geel de Belgische tricolore in voor de Ethiopische driekleur. Maar moet je hart op het ritme van Bob Marley kloppen om te aarden op Reggae Geel?

Als maagd trekt een mens met vooroordelen naar Reggae Geel, intussen al 41 jaar een vaste waarde in de zomermaanden. Eentonigheid is al wat de groen-geel-rode klok slaat, zou je denken. En we horen het de gemiddelde Vlaming zó zeggen: “Je moet nog maar tussen dat rastavolk lopen, of je bent al stoned.” Als de hitlijsten van de laatste jaren echter iets bewijzen, dan wel dat reggae – in de vorm van reggaeton en dancehall – actueler is dan ooit.

De invloed van reggae op popmuziek was de eerste reden om naar de Antwerpse Kempen af te zakken, nieuwsgierigheid de tweede. Het welkomstcomité loste de verwachtingen meteen in: rechts groette een rijdende geluidsinstallatie de massa – zo’n 50.000 bezoekers verspreid over het weekend – terwijl je links naar een kleine maar fijne markt wordt gezogen. Bob Marley herleeft er op wietaccessoires, bandana’s en weinig elegante kledij. Ook de driekleur van Ethiopië heerst over de markt. Het is een slimme zet van Reggae Geel: het merendeel van de bezoekers komt aan zonder accessoires, en keert later op de dag huiswaarts mét.

Je-m’en-foutisme

Reggae Geel draait evenveel rond togetherness als Tomorrowland. Het wij-gevoel. “Ik weet eigenlijk niet of ik deze muziek kan verdragen”, waarschuwde een twintiger haar omgeving, al schop je daar niemand mee tegen de schenen. Er hing het eerste weekend van augustus een je-m’en-foutisme van de aanstekelijkste soort in de Geelse lucht. Het is in een volgepropte festivalzomer een verademing om naar de speeltuin van de reggae te trekken, omdat Reggae Geel alles is dat het gemiddelde Vlaamse festival niet is. Ongedwongen.

Tegen het avonduur had iemand doodleuk zijn wegwerptent voor de Main Stage neergezet. Tijdens het optreden van reggaekoningin Marcia Griffiths was een gezin aan het wiezen op tien meter van het podium. En nooit eerder hebben we mensen zien voetballen op een evenement van deze grootorde. Je mag nog diarree krijgen van het genre, van de nonchalance die over Geel heerste, kon je moeilijk níét houden.

Suriname was goed vertegenwoordigd op Reggae Geel 2019.Beeld Damon De Backer

Vooroordelen

Er zijn vooroordelen die kloppen. Op de hoeveelheid rook die het publiek van Reggae Geel produceerde zou de schoorsteen van het Vaticaan jaloers zijn. “I want to get high, so high”, zong Marcia Griffiths, en ze was duidelijk niet de enige. Tegelijk mag het cliché dat je een enorm wandtapijt kan weven met de aanwezige dreadlocks voorgoed in de kast. Het publiek van Reggae Geel is divers, en bestaat niet uitsluitend uit rasta’s. Dat we onze boekhouder tegen het lijf zijn gelopen – écht waar – zegt veel over de verscheidenheid.

Reggae Geel is dan weer wel een misleidende naam. Net zoals Rock Werchter de lading nog nauwelijks dekt, was dat ook hier soms het geval. Met Burna Boy was dé popster van West-Afrika in de Kempen. “I’m ill and I’m not in the mood”, was die doodeerlijk, al belette een virus hem niet om indruk te maken. Hiphop, r&b, pop, dancehall schurkten tegen elkaar aan, en dat zorgde voor een mengsel dat hard binnenkwam.

Wat Half Pint, Beenie Man of Marcia Griffiths brachten was aardig, maar lang niet van Burna Boy’s niveau. Als de meer klassieke reggae je uit de strot kwam, kon je makkelijk pendelen tussen het hoofdpodium, de danstent en het dub-bos. Dat laatste was een ervaring op zich. Honderden mensen plaatsten zich in een dennenbos voor een torenhoge geluidsinstallatie. We hadden de indruk dat de bulderende muziek nauwelijks varieerde, en toch was de 18” Corner van ’s middags tot ’s nachts een drukbezochte attractie.

Op Reggae Geel keek je je ogen uit, maar je amuséérde je wel. Omdat dit fenomeen zodanig verschilt van het doorsnee Vlaamse pop- of elektronicafestival, wellicht, en verandering van spijs doet eten. Eerlijk? Het is aangeraden om het eerste weekend van augustus 2020 te blokkeren.

Eén bos, één torenhoge geluidsinstallatie. Het dub-bos was een evenement op zich.Beeld Damon De Backer