Direct naar artikelinhoud
Gezondheid

Waarschuwing voor directe link tussen chemicaliën en de ‘wildgroei’ aan beschavingsziekten: zo zit het

Volgens toxicoloog Jan Tytgat (KU Leuven) is doemdenken niet aan de orde
Beeld Levi Jacobs

De Hoge Gezondheidsraad waarschuwt voor een wildgroei aan hormoonverstorende of mutagene chemicaliën, zo blijkt uit een rapport dat Le Soir kon inkijken. De gezondheidsimpact is verontrustend, en toch worden amper chemische stoffen gescreend op hun langetermijneffecten.

Waarover gaat het precies?

In de wetenschap is steeds meer bewijs voor de schadelijke gezondheidseffecten van de vele chemicaliën die verwerkt zitten in producten zoals plastics, cosmetica, voeding en pesticiden. Het gaat dan over chemische bestanddelen die de hormonale werking kunnen verstoren of kunnen leiden tot ongecontroleerde mutaties. 

Het ‘lijstje’ van bewezen gezondheidseffecten dat toxicoloog Nicolas Van Larebeke (VUB/UGent), een van de auteurs van het rapport, in Le Soir aanhaalt, is niet min: “Ze dragen bij tot het risico op hart- en vaatziekten, kanker, diabetes, de ontregeling van vrouwelijke en mannelijke voortplanting, maar ook tot neurologische ontwikkeling en cognitieve stoornissen.”

Van Larebeke laat er dan ook weinig twijfel over bestaan: het is geen toeval dat de verhoogde blootstelling aan al die chemische bestanddelen de voorbije decennia gepaard gaat met een sterke groei van “beschavingsziekten” zoals diabetes of neurodegeneratieve aandoeningen. Eerder onderzoek in The Journal of Clinical Endocrinology & Metabolism wees al uit dat er in de EU op jaarbasis naar schatting 157 miljard euro aan zorgkosten wordt uitgegeven vanwege ziekten veroorzaakt door hormoonverstorende stoffen.

De stoffen zijn vooral schadelijk voor jonge kinderen en zwangere vrouwen, omdat vroegtijdige blootstelling duidelijk nadelige effecten heeft op de ontwikkeling van de hersenen en andere organen. “In de baarmoeder constateren we een sensitiviteit die tien keer hoger ligt voor polycyclische aromatische koolwaterstoffen (hormoonverstoorders MM), en voor mutagene stoffen in het algemeen”, volgens Van Larebeke.

Vooral pesticiden en plastics staan te boek als producten die hormoonverstorende stoffen bevatten.Beeld Hollandse Hoogte / Flip Franssen

Wat klaagt de Hoge Gezondheidsraad aan?

Het grootste pijnpunt: het contrast tussen de snelheid waarmee nieuwe producten op de markt komen en de traagheid van vernieuwde veiligheidstesten. Voorafgaand aan 2008 waren zo’n 145.297 chemische producten geregistreerd in Europa, en elke dag komen er nieuwe chemische stoffen op de markt. Daar tegenover staat dat amper een honderdtal substanties gescreend werden op eventuele schadelijke langetermijneffecten tussen oktober 2008 en juli 2017.

Een steekproef bij 127 chemische substanties toont nochtans de noodzaak: zo’n 20 procent bevat een carcinogeen risico “vanwege een grote productie of hoge blootstelling”, vertelt Van Larebeke. Ook de mechanismen om schadelijk bevonden producten van de markt te weren, falen volgens hem. Gemiddeld zou er 7 jaar zitten tussen het verschijnen en elimineren van “een extreem zorgwekkende substantie”.

Uit het jongste jaarverslag van het Europees Agentschap van Chemische Stoffen (ECHA) bleek ook al hoe sterk de Europese veiligheidsvoorschriften falen: bij 71 procent van de in Europa geproduceerde chemische stoffen zitten hiaten in de voorgeschreven tests of ontbreekt “belangrijke informatie over de veiligheid”. Ook tikte het Europees Milieubureau (EEB) de chemiebedrijven, waaronder bijvoorbeeld Solvay en Umicore, op de vingers voor die lakse omgang met de veiligheidsnormen.

Allemaal van de chemicaliën dan maar?

Los van het feit dat chemische stoffen nu eenmaal moeilijk te mijden zijn – zo zitten hormoonverstoorders in dagelijkse producten zoals shampoo, speelgoed of zelfs kastickets – waarschuwt toxicoloog Jan Tytgat (KU Leuven) voor doemdenken. “Niet elke mutagene stof is kankerverwekkend, en niet elke pesticide of cosmetica ‘zal wel gevaarlijk zijn’. Chemische stoffen vormen zo’n danig grote familie, dat je onmogelijk kan veralgemenen. Er  hangt ook enorm veel af van de intensiteit en de duur van de blootstelling.”

Tytgat, die niet meeschreef aan het rapport, vindt de link tussen die chemicaliën en de ‘wildgroei’ aan beschavingsziekten dan ook gevaarlijk. “Er zijn heel wat andere variabelen zoals eet- en leefgewoontes of verhoogde stressniveaus die een rol kunnen spelen.” Hij wijst er ook op dat het Europese Reach-programma sinds 2007 de fabrikanten heeft gedwongen om heel wat extra veiligheidsdossiers te voorzien. “Zo slecht zijn we dus niet bezig met het beperken van risico’s. Vergeet niet dat de levensverwachting nog altijd stijgt.”

Allemaal van de chemicaliën dan maar?
Beeld Shutterstock

Toch wijst Tytgat eveneens op een belangrijk werkpunt dat wordt aangehaald in Le Soir: er wordt vooral gefocust op de individuele effecten van chemische stoffen, niet op de synergieën die mogelijk ontstaan als we blootgesteld worden aan een “cocktail van chemische producten”, aldus Van Larebeke.

Uit een voorstel van decreet van de drie Vlaamse meerderheidspartijen (CD&V, Open Vld en N-VA ) bleek in maart wel dat er meer ingezet zal worden op sensibilisatie bij hormoonverstoorders. Een goede zaak, vindt Tytgat: “Als je ze gemakkelijk kan vermijden, is het zeker voor zwangere vrouwen en jonge kinderen aan te raden om dat te doen.”