Direct naar artikelinhoud
WielrennenEK tijdrijden

Europese tijdritkampioen breekt pas na de finish

Remco Evenepoel kan zijn emoties niet bedwingen in Alkmaar.Beeld ANP

Veel tranen en dan dat ene vingertje naar de hemel. Remco Evenepoel deed wat hij beloofd had: als nieuwe Europees kampioen hulde brengen aan de betreurde Bjorg Lambrecht en ex-ploegmaat Stef Loos. Het pakkende eerbetoon ging even voor op het sportieve exploot.

Een uurtje nadat hij zijn gouden medaille had gekregen als kersvers Europees kampioen, zat Remco Evenepoel (19) zijn verhaal te doen op de persconferentie. Halfweg zuchtte hij een keer diep en vatte hij de vier voorgaande dagen in één woord samen: zwaar.

Van maandagavond, toen hij het nieuws over het overlijden van Bjorg Lambrecht te horen kreeg, tot donderdagnamiddag, het moment van zijn triomftocht in Alkmaar, zat hij op een emotionele rollercoaster. Neen, Lambrecht was geen dichte vriend, de twee leerden elkaar pas dit voorjaar kennen, maar ze konden het goed vinden en het trieste lot van zijn collega gooide Evenepoel een paar maanden terug in de tijd. In maart had hij afscheid moeten nemen van Stef Loos, een ex-ploegmaat bij de junioren. Die was tijdens een wedstrijd naast het parcours beland en overleden na een aanrijding.

Voor Evenepoel was het duidelijk: hij zou voor hen goud proberen te pakken. “Ik had een briefje op mijn fiets gekleefd tijdens de opwarming”, zei hij. ‘Get those stars for even bigger stars’, stond daarop te lezen. “Ik wilde de trui met de Europese sterren pakken voor die sterren aan de hemel. Dat was mijn motivatiezinnetje voor de hele dag.”

Huilend op de hotseat

Evenepoel vloog. De tijdrit in Alkmaar was kort, amper 22,4 kilometer, en zijn cijfers deden duizelen. In het eerste stuk, met meewind, reed hij op de rechte stukken 65 kilometer per uur. Ook in de tweede helft, met tegenwind, stoomde hij door als een locomotief. Niemand vormde een bedreiging voor zijn goud.

Er staat geen maat op Evenepoel, die op de rechte stukken tot 65 km/u rijdt.Beeld ANP

De laatste renner, ploegmaat Yves Lampaert, moest nog over de streep komen toen het besef doordrong. Evenepoel zat op de hotseat, de stoel voorbehouden aan de renner met de (voorlopig) beste eindtijd, en knapte. Hij had al een paar keer naar zijn hoofd gegrepen, nu begon hij te huilen. Het kwam er allemaal uit: de vreugde voor zijn eigen knalprestatie, de vermoeidheid na een halfuur topinspanning, de ontlading na een hele dag met enorme focus, de boosheid omwille van het noodlot dat zijn collega’s had getroffen. “Het was een mix van alles”, zei Evenepoel. “Ik leek de dagen ervoor misschien sterk in de interviews, maar vanbinnen was het anders. Ik deed alsof.”

Het waren vreemde taferelen. Door de boxen aan de finishlijn knalde ‘Virtual Zone’, het beatnummer dat voor altijd verbonden is met de wereldtitel van Tom Boonen. Op hetzelfde moment zat daar de nieuwe kampioen, worstelend met de hele wereld. Evenepoel kreeg schouderklopjes van de twee jongens naast zich, de zilveren Kasper Asgreen en de bronzen Eduardo Affini, maar wat konden een Deen en een Italiaan hem troosten? Hij liep naar zijn verzorger voor een knuffel. Hij ging naar zijn maat Lampaert die net over de finish was gekomen en schoot opnieuw vol. Vijf meter verderop stond zijn vader Patrick en in de armen van hem kon hij eindelijk een keer doorhuilen.

Bondscoach Rik Verbrugghe keek vol begrip toe. “Ook dat is het kenmerk van een grote kampioen”, zei hij. “Iemand die in zulke verwarrende omstandigheden toch de knop kan omdraaien en enorm kan focussen op die ene prestatie.”

Patrick Lefevere, de baas van Evenepoel bij Deceuninck-QuickStep, vertelde dat hij trots was op zijn jonge renner. Op zijn resultaat, maar ook op de manier waarop hij hulde bracht aan Lambrecht en co. “Het belangrijkste is dat het gemeend is. Evenepoel is geen slijmerd die het publiek wil behagen. Als hij dat zegt, dan meent hij dat.”

Oog voor wattages

Op het podium volgden nog een paar moeilijke momenten voor de kleine kampioen, maar had hij zijn emoties weer wat beter onder controle. Het vingertje naar boven was mooi, zijn speech ook. “Dit is niet mijn overwinning, wel die van Bjorg Lambrecht en mijn ploegmaat Stef Loos. Dit is een zege voor die jongens, daar hoog in de hemel.”

Alkmaar reageerde met applaus. Evenepoel even later: “Slecht nieuws helpt nooit. Als iemand sterft, kun je daar niets goeds mee doen. Maar ik wilde het wel.”

Hij kon zelf niet helemaal uitleggen hoe de middag nu precies was gegaan. Tijdens de tijdrit had hij niet aan zijn collega’s gedacht, hij had alleen de pijn in zijn benen gevoeld en had alleen maar naar de wattages op zijn vermogensmeter gekeken. “Die concentratie begon al ervoor. Als ik op fiets stap, steek ik muziek in en beland ik in een soort cocon.”

Vader Patrick herkende dat. “Wij hebben hem gerust gelaten. We kennen Remco: als hij iets in zijn hoofd steekt, dan gaat hij ervoor. Ik had gedacht dat hij hier podium kon rijden maar toen ik hem bezig zag, wist ik dat hij met iets fameus bezig was. Alles wat deze week gebeurd is, raakt hem enorm. Toch heeft hij het gewoon gedaan. Wij beleven hier weer iets geweldigs, maar ik stel me ook in de plaats van die ouders die een kind verloren hebben. Ongeacht of dat nu de ouders zijn van Bjorg, Stef of Igor Decraene (voormalig wereldkampioen tijdrijden bij de junioren die in 2014 om het leven kwam bij een spoorongeluk, BA). Dat Remco dit nu doet, is iets speciaals. Ik hoop dat het een klein beetje troost kan bieden.”