Direct naar artikelinhoud
Zwembaden

De zomer van de zwembadterroristen: ‘Zo moeten er binnenkort zwembaden de deuren sluiten’

De zomer van de zwembadterroristen: ‘Zo moeten er binnenkort zwembaden de deuren sluiten’

Ook de openluchtzwembaden en recreatiedomeinen beleven een hete zomer: groepen jongeren klimmen over omheiningen en maken herrie. Zijn zwarte lijsten, politieagenten te paard en een zwembadwet de oplossing? “We moeten werk maken van preventie, maar de rotte appels moet je hard aanpakken. Met een aantal jongens valt gewoon niet meer te praten.”

Begin juli raakte bekend dat de familie van een 13-jarig meisje aangifte van een aanranding had gedaan bij de Gentse politie. Het meisje zou door meerdere onbekenden betast zijn in het zwembadcomplex Rozebroeken. Daarop getuigde Valerie* (24) in Het Laatste Nieuws dat ze in maart 2018 verkracht was in de hamam van het complex.

Valerie: “Ik werd aangesproken door een man die vroeg of hij mij en mijn vriend mocht insmeren met een testproduct. Hij leek betrouwbaar, en we beslisten het toe te staan. Bij mijn vriend was er geen probleem, bij mij wel. De man betastte mijn borsten en penetreerde mij met zijn vinger, zonder dat mijn vriend het opmerkte. Ik bevroor van angst. Even later vond ik toch de moed om in het oor van mijn vriend te fluisteren wat er gebeurd was. Hij heeft meteen de redder gealarmeerd, maar intussen was de man al verdwenen. Samen met acht agenten heeft mijn vriend toen het zwembad doorzocht. Uiteindelijk hebben ze hem in een kleedhokje gevonden, waar hij zich had verstopt.”

De dader had al identieke feiten gepleegd in het zwembad Van Eyck in Gent. Hij was eerder al veroordeeld voor zedenfeiten en had van de rechter een zwembadverbod gekregen. Voor de feiten in Rozebroeken kreeg hij dit voorjaar een effectieve celstraf van anderhalf jaar wegens verkrachting en aanranding van de eerbaarheid.

Valerie: “Na het vonnis dacht ik dat jaar vol bezoeken aan de rechtbank, de psycholoog en het zorgcentrum voor seksueel geweld eindelijk afgerond te hebben. Mijn vriend en ik wilden deze zomer opnieuw naar Rozebroeken gaan, een belangrijke stap voor mij. We stonden klaar om te vertrekken, toen we het nieuws lazen over het 13-jarige meisje dat betast was. Alles kwam weer terug. Ik was ontdaan, maar bovenal boos. Pas toen besefte ik hoeveel méér er gedaan kan worden om te voorkomen wat mij en dat meisje is overkomen. Niemand hoeft zoiets mee te maken. Ik roep Rozebroeken, alle andere zwembaden en de overheid op om meer maatregelen te nemen.”

Door de publieke getuigenis van Valerie rezen bij politici vragen over de veiligheid in Rozebroeken. Het schepencollege en burgemeester Mathias De Clercq (Open Vld) grepen in: er werd een intern onderzoek bevolen en Rozebroeken kreeg de toestemming om van alle bezoekers de identiteitskaart te controleren.

Deze zomer stapelden de incidenten zich in sneltempo op: in Hofstade, Gent, Diest, Beveren, Lille, Oostende en Kortrijk zetten amokmakers de boel op stelten. Prompt werd het de zomer van de zwembadterroristen. Nieuw is het probleem niet. Aan het begin van deze eeuw werden in het Mechelse recreatiedomein De Nekker luifels in brand gestoken, andere jongeren werden afgeperst en bestolen, en medewerkers kregen klappen. In park De Ster in Sint-Niklaas werden in 2003 vijf jongeren neergestoken. Eén van de slachtoffers moest met spoed geopereerd worden. Het gevolg? Meer controles, meer toezicht en meer politie op de domeinen.

'Twintig jaar geleden waren de amokmakers 16 tot 18 jaar, vandaag spreken we over 14-jarigen’

Ongrijpbaar

De voorbije jaren waren er steeds meer klachten van bezoekers en directeurs over geluidsoverlast, diefstallen en grensoverschrijdend gedrag, maar er zijn geen cijfers over het fenomeen. De politiezones verzamelen en bewaren de aangiftes elk op een andere manier, bleek vorige maand in de Kamercommissie Binnenlandse Zaken: minister Pieter De Crem (CD&V) kon de commissieleden daarom geen cijfers geven. Maar de directeurs van de recreatiedomeinen en openluchtzwembaden blijven erbij: zware overlast komt steeds vaker voor. Ook de redders stellen dat vast. Karel Logghe, voorzitter van de opleidingscommissie van de Vlaamse Reddingsfederatie en zelf al meer dan twintig jaar redder, zegt dat er een kritiek punt bereikt is.

Karel Logghe: “Mensen denken soms dat meer slachtoffers met hun verhaal naar buiten komen in het #MeToo-tijdperk, en dat klopt ook. Maar ik merk dat de situatie verergerd is. Vroeger hoorde ik nauwelijks verhalen over aanrandingen, nu veel meer. Onlangs kwam er een vrouw naar mij toe, die me vertelde dat ze aangerand was in een zwembad. ‘Ik heb dat nog altijd niet verwerkt,’ zei ze. De daders hadden haar gezegd dat ze haar wel zouden vinden als ze het aan iemand vertelde. Haar verhaal heeft mij diep geraakt. Er zijn ook elke zomer opstootjes en diefstallen, maar de vechtpartijen worden groter en ze zijn soms bewust uitgelokt.”

Dat zegt ook Pieter Debaets, ondervoorzitter van Vlaanderen Is Recreatie (VIR), dat de grootste recreatiedomeinen overkoepelt. Hij is directeur van park De Ster in Sint-Niklaas en houdt zich bij VIR bezig met de veiligheid in de domeinen.

Pieter Debaets: “De laatste twee à drie jaar is de situatie zorgwekkend geworden. Wat mij opvalt, is de leeftijd van de probleemgevallen. Een kleine twintig jaar geleden waren de amokmakers 16 tot 18 jaar oud, vandaag spreken we over 14-jarigen. Die jongens voelen zich machtig, omdat ze weten dat wij hen niet kunnen straffen. En het gaat telkens om dezelfde groepjes jongeren uit Brussel en Antwerpen, die ook daar problemen veroorzaken.”

‘Driehonderd jongens’

Logghe: “In Vlaanderen gaat het over driehonderd jongens die van het ene domein naar het andere openluchtzwembad trekken. Het is een zeer kleine minderheid die denkt dat ze straffeloos alles kunnen doen, en die bewust het uitstapje van andere mensen verpesten. Hun enige doel is de hele dag herrie schoppen. Soms volstaan vijf of zes amokmakers om het dagje uit van meer dan duizend bezoekers te vergallen.”

Ook uit het buitenland komen onheilspellende verhalen. Openluchtzwembad De Fakkel in Ridderkerk, bij Rotterdam, werd onlangs bestormd door heethoofden, en in het grensdorp Koewacht terroriseerde een groepje Belgische jongeren het lokale zwembad. Ook op het traject van de bushalte naar het zwembad richtten ze vernielingen aan. Op 24 juni omsingelde en betastte een groep van twintig jongens er vier tienermeisjes. 

In het Franse Davreil namen de badgasten het recht in eigen handen: toen twee meisjes schreeuwden dat ze betast werden, gaven andere zwemmers de vermeende daders stevige klappen. In Corbeil-Essonnes reageerde een groep pubers op de berispingen van het personeel door hun gevoeg te doen in het zwembad. Ook in Duitsland woedt een fel debat. Het Rheinbad in Düsseldorf moest eind juli al voor de derde keer deze zomer ontruimd worden omdat een vijftigtal jongeren het zwembad probeerde over te nemen: ze bezetten delen van het bad en beledigden het personeel en de redders. De 1.500 bezoekers moesten geëvacueerd worden.

Debaets: “Voor die jongeren is het een spel, ze tasten de grenzen af. Onlangs stonden ze in Sint-Niklaas met veertig jongens dreigend rond enkele bezoekers. Dat is zeer intimiderend. Je zou ze kunnen oppakken wegens bendevorming, maar dan doen ze hetzelfde in kleinere groepjes.

“Er zijn ook zones in het zwembad waar je niet in het water mag springen. Net daar doen ze dat met veel lawaai, vlak voor de neus van de redders. Het lijkt een niemendalletje, maar het gebeurt voortdurend, de hele dag door. Iedereen heeft ooit kwajongensstreken uitgehaald, maar deze jongens overschrijden alle grenzen.”

Logghe: “Niemand heeft vat op hen. Soms troepen ze samen of bezetten ze de glijbanen en de speeltuigen. Ze wíllen dat de redder komt, dan kunnen ze hem in zijn gezicht uitlachen. En als het een vrouw is, duwen ze haar gewoon omver. In Gent is er enkele maanden geleden trouwens een redder in elkaar geslagen. Elders worden de banden van hun auto lek gestoken, uit wraak omdat ze jongeren op hun gedrag hebben aangesproken of uit het zwembad verwijderd. Ze worden ook bedreigd: ‘We weten je wel te vinden.’ Dan verlaten ze het zwembad na hun werkdag via een achterdeurtje. Sommige redders kunnen dat niet van zich afzetten. Ze melden zich ziek of geven er de brui aan.”

Het gevolg van het zwembadterrorisme is dat steeds meer mensen er wegblijven. In subtropisch zwemparadijs De Meerminnen in Beveren werden voor het eerst sinds de opening zes jaar geleden minder bezoekers ontvangen. Vooral mensen uit Beveren komen minder, stelde de directie vast.

Logghe: “Dat is op veel plaatsen zo. Het provinciedomein Halve Maan in Diest willen veel mensen niet meer bezoeken, omdat een ongrijpbare groep amokmakers het voor iedereen verziekt. Het is niet leuk meer om met je kinderen en kleinkinderen te gaan verpozen op een plek waar zo’n dreigende sfeer hangt.”

Versterkte burcht

Het zwembadterrorisme houdt ook de Wetstraat in de ban: Koen Metsu (N-VA), burgemeester van Edegem en voorzitter van de tijdelijke commissie Terreurbestrijding, werkt met collega-fractieleden een voorstel voor een zwembadwet uit. Uitgangspunt: behandel die jongeren als hooligans.

Koen Metsu: “Het hooliganisme was in de jaren 90 een enorm probleem. In 1998 werd de voetbalwet van kracht, die clubs en de voetbalbond toestond om agressievelingen de toegang tot de stadions te verbieden. Vandaag is hooliganisme een verwaarloosbaar probleem geworden. Wij willen die wet schoeien op de leest van onze recreatiedomeinen en openluchtzwembaden.”

Volgens het wetsvoorstel moet iedereen die er binnen wil, aan de ingang zijn identiteitskaart tonen. Wie zich misdraagt en 14 jaar of ouder is, komt voor een aantal maanden op een zwarte lijst terecht. Alle domeinen en zwembaden moeten die lijst kunnen raadplegen. Probeert een amokmaker toch binnen te komen, dan krijgt hij of zij een boete.

Zijn die maatregelen niet overdreven?

Metsu: “Moeten we, omdat er een kleine groep amokmakers is, iederéén controleren? Ik vind van wel. Dat is absoluut geen beperking van onze vrijheid. De controle is minimaal: er worden enkele gegevens van de identiteitskaart opgeslagen en als de bezoeker geen problemen veroorzaakt, worden die achteraf verwijderd. Ik heb de voorbije weken veel gesprekken gevoerd met de directeurs van de zwembaden en de recreatiedomeinen, en zij zijn het volledig eens met onze visie.”

Zwarte lijst

De vraag van de directeurs om zo’n zwarte lijst dateert al van tien jaar geleden. Directeur Rudy Van Der Heyden van openluchtzwembad De Warande in Wetteren zag zich in 2010, bij gebrek aan een zwarte lijst, genoodzaakt om bezoekers te weigeren op basis van een alternatief criterium: wie een bermuda droeg, mocht niet meer binnen. “Voor de hygiëne,” motiveerde hij. “Maar ook omdat we vaststellen dat de bermudadragers vaak de herrieschoppers zijn.”

Debaets: “De directeurs van de recreatiedomeinen vragen al járen een zwarte lijst, maar dat bleek nooit mogelijk. Nu hebben ze het momentum mee, publieke opinie en media zijn verontwaardigd, en daar moeten we gebruik van maken. De zwarte lijst zou eindelijk een einde maken aan het fenomeen dat die probleemjongeren gewoon naar een ander zwembad trekken als ze ergens geweigerd worden.”

Logghe: “Ik ben een groot voorstander van het wetsvoorstel – niet alleen van een nationaal zwembadverbod voor probleemgevallen, maar ook van de geldboetes. Want je zou denken dat een ondervraging door de politie of een tijdje in de cel zitten die jongeren afschrikt. Het tegendeel is het geval: het heeft een averechts effect bij hen. In de cel gestopt worden vinden ze juist cool.”

Metsu: “Nu al mogen sommige zwembaden zwarte lijsten bijhouden, maar ze mogen de informatie niet met andere instellingen delen. Tegen volgende zomer moet dat wel mogelijk zijn: we werken er hard aan om de wet tegen dan gestemd te krijgen.”

De zwarte lijst lijkt wel de heilige graal in de strijd tegen het zwembadhooliganisme, ook bij onze noorderburen. Daar stelden zwembaden zelf lijsten op en wisselden ze gegevens uit, tot dat verboden werd door de Nederlandse privacywet. Coördinator Job Blaak van recreatieoord Binnenmaas in het Nederlandse Mijnsheerenland had er ook zijn bedenkingen bij. Zijn domein, dat niet ver van Rotterdam ligt, wordt nauwelijks geconfronteerd met zware incidenten. Het openluchtzwembad De Fakkel daarentegen, dat enkele kilometers verder ligt, kent dagelijks problemen.

Job Blaak: “Wij voeren een zeer strikt beleid. Iedereen die binnenkomt, wordt gecontroleerd op drank, drugs, waterpijpen en lachgas. De identiteitskaart tonen? Dat is niet nodig. Ik loop zelf rond op het domein. Wanneer groepjes problemen veroorzaken, spreek ik hen aan. Er lopen ook veiligheidsagenten rond, die voortdurend controles uitvoeren. Wie niet in de pas loopt, wordt naar huis gestuurd.

“Ik ben niet tegen een zwarte lijst, maar ik vind ze praktisch moeilijk uitvoerbaar. Als je een stadionverbod krijgt in De Kuip in Rotterdam, raak je er toch op één of andere manier in, hoor.”

Groen-Kamerlid Jessika Soors is sceptisch en waarschuwt voor symboolmaatregelen. Ze zetelt in de Kamercommissie Binnenlandse Zaken en is deradicaliseringsambtenaar in Vilvoorde. Zij vroeg minister De Crem tevergeefs om cijfers.

Jessika Soors: “Er bestaat niet eens een procedure om cijfers bij te houden. Alles wordt op één hoop gegooid, en daarna zoekt men naar één mirakeloplossing. Maar wat is die overlast precies, hoe vaak wordt ze veroorzaakt, en waar? Dát moet minister De Crem eerst uitzoeken, in plaats van onsamenhangende maatregelen te nemen en een draconische wet te laten stemmen. Ernstige incidenten en aanrandingen moeten zwaar bestraft worden, dat spreekt voor zich. Maar voor de kleinere vormen van overlast is een gecoördineerde aanpak aangewezen: preventie wanneer het kan en repressie wanneer het moet. Zonder die coördinatie dreigt zo’n zwarte lijst een symboolmaatregel te worden.”

Gaat wie de visie van Koen Metsu en de N-VA volgt ervan uit dat zwembaden en recreatiedomeinen versterkte burchten moeten worden, aangezien iedereen wordt gecontroleerd? Dat botst volgens sommigen met de bestaansreden ervan: ze zouden voor de hele bevolking toegankelijk moeten zijn. Hoge hekken rond de domeinen suggereren iets anders. In Nederland laat openluchtzwembad De Fakkel nu zelfs prikkeldraad in de omheining vlechten. Wordt dat de toekomst voor de Vlaamse domeinen en zwembaden?

De Blaarmeersen in Gent is een recreatiedomein van 100 hectare groot, en het stadsbestuur overweegt niet meteen een Mexicaanse muur. ‘De Blaarmeersen is een open domein zonder omheining,’ klinkt het op het kabinet van burgemeester Mathias De Clercq. ‘Dat willen we absoluut zo houden. Het moet een plek blijven waar iedereen welkom is.’ De burgemeester heeft wel andere maatregelen genomen, na een massale vechtpartij met een veertigtal jongeren uit het Brusselse op paasmaandag van dit jaar. Nu is er verhoogd politietoezicht, en op warme dagen rukken ook politieagenten te paard en patrouilles met honden uit. Daarnaast worden er extra opzichters ingezet.

Mathias De Clercq: “Zij waarschuwen de politie onmiddellijk bij incidenten, waardoor die bijzonder snel ter plaatse is en de situatie kan ontmijnen. Die aanpak werkt tot nog toe. Sinds paasmaandag zijn er nog maar twee schermutselingen geweest, die de politie meteen in de kiem kon smoren.”

Die omheining is in Gent dus nog niet voor morgen.

'In de Gentse Blaarmeersen patrouilleert de politie te paard en met honden. Na de massale vechtpartij op paasmaandag zijn er slechts twee incidenten geweest' Burgemeester De Clercq

Olifant in de kamer

‘U durft de olifant in de kamer niet te benoemen,’ zei Dries Van Langenhove, onafhankelijk Kamerlid voor Vlaams Belang, in de Kamercommissie Binnenlandse Zaken tegen minister Pieter De Crem (CD&V) nadat die mogelijke oplossingen voor het zwembadhooliganisme had opgelijst. Met ‘de olifant in de kamer’ bedoelde Van Langenhove de allochtone jongeren. Het discours van de oprichter van Schild & Vrienden, die het in de commissie ook over een ‘mislukt migratiebeleid’ en een ‘falende justitie’ had, deed minister De Crem even uit zijn rol vallen: ‘We zijn hier niet op uw partijcongres, meneer Van Langenhove.’

Olifant in de kamer

Maar bijna alle directeurs en coördinatoren van recreatiegebieden en openluchtzwembaden bevestigen dat de amokmakers grotendeels van Marokkaanse origine zijn, jongeren van de derde of vierde generatie die in groep vanuit Antwerpen of Brussel naar domeinen in heel Vlaanderen reizen. Op Sceptr, de rechtse nieuwssite waar Van Langenhove lang mee aan het roer stond en waar nog steeds leden van Schild & Vrienden actief zijn, verschijnen aan de lopende band berichten over allochtonen die meisjes aanranden. Liesbeth Kennes, experte seksueel geweld, is niet verbaasd.

Liesbeth Kennes: “Iedereen moet overal naartoe kunnen zonder lastiggevallen te worden en ik wil het probleem absoluut niet minimaliseren, maar de manier waarop die incidenten veralgemeend worden, is bedenkelijk, zeker als het over grensoverschrijdend gedrag gaat. Het is absoluut níét zo dat jongens van Marokkaanse of Turkse afkomst een grotere bedreiging vormen voor vrouwen. We zien dat foute gedrag ook bij witte mensen met een hoog diploma en een mooie job, keurige mannen die elke week hun gras afrijden. Uit elk onderzoek blijkt dat afkomst en sociale klasse niet bepalend zijn voor grensoverschrijdend gedrag, maar álle Turkse en Marokkaanse jongens worden verantwoordelijk gesteld voor de daden van een kleine minderheid. Als je mensen op die basis uit de samenleving weert, creëer je een voedingsbodem voor meer wangedrag.”

Logghe: “We merken dat redders jonge bezoekers van buitenlandse afkomst nu meteen viseren, en dat is menselijk. ‘Weer zo één, dat wordt miserie, die zullen we goed in de gaten houden.’ Terwijl die bezoekers misschien niets verkeerds doen. Dat creëert spanningen op het domein.”

Toch valt niet te ontkennen dat er problemen zijn met jongeren van Marokkaanse origine in recreatiedomeinen en openluchtzwembaden.

Debaets: “Ik vraag me dan telkens af: waar zitten hun ouders eigenlijk? Dat zijn jongens van 14 jaar, en die blijven zich maar asociaal gedragen. Er wordt altijd met de vinger gewezen naar de overheid en de domeinen, maar de rol van de ouders is toch even belangrijk? Ik vind dat eerlijk gezegd een vorm van kinderverwaarlozing.”

Kennes: “Volgens mij vergeten we te vaak de context. Ik ben zelf opgegroeid aan de Halve Maan in Diest, en daar waren vijftien jaar geleden al problemen met Marokkaanse jongeren uit Brussel die overlast veroorzaakten. Hun Vlaamse leeftijdsgenoten zitten in de zomer op een duur kamp, logeren bij oma en opa of gaan naar familie. Zij hoeven niet rond te hangen, want zij zijn goed omringd. En vooral: de Vlaamse middenklassekinderen hebben er baat bij om zich goed te gedragen in de samenleving, want zij hebben het vooruitzicht op werk en een huis. Die Marokkaanse jongens van 14 jaar hebben nu al geen perspectief meer. Op de lagere school krijgen ze al te horen dat ze beter naar het beroepsonderwijs gaan. De maatschappij gaat er, soms zelfs onbewust, van uit dat ze een richting in het algemeen of technisch secundair onderwijs niet zullen aankunnen. Beeld je eens in dat jou een toekomst wacht zonder, of met een laag diploma. Je vindt geen fatsoenlijke job en verdient geen menswaardig loon. Dan zou ik ook gaan revolteren, denk ik. Zeker als je maar wat rondhangt en je begint te vervelen.”

Logghe: “Een positieve evolutie is wel dat we steeds meer redders van buitenlandse origine opleiden. En we merken dat zij gezag hebben, ook al omdat sommigen Arabisch spreken. Maar het blijft een feit dat werkelijk niemand vat krijgt op een harde kern van amokmakers.”

Olifant in de kamer

Naar het museum

Prikkeldraad, identiteitscontroles, politiehonden op het strand, bodycams voor redders: het lijkt er inderdaad op dat het probleem niet onder controle raakt. Is de zwembadwet niet meer dan symptoombestrijding? Volgens Danny De Wit, directeur van het park De Nekker in Mechelen, moeten we ons geen illusies maken.

Danny De Wit: “Ik ben voorstander van het wetsvoorstel dat nu wordt voorbereid, maar mensen moeten ook beseffen dat we het probleem dan verschuiven. Wij beschermen onze sector, net zoals de voetbalsector zichzelf heeft beschermd tegen agressievelingen. Maar door onze domeinen en zwembaden te beveiligen, zullen die jongens niet ineens verdwijnen. Dan gaan ze musea, filmzalen of speelpleinen teisteren.”

Soors: “Dat klopt, dat heb ik zelf ervaren als deradicaliseringsambtenaar in Vilvoorde. Laten we ons dus op preventie concentreren. Sluit die jongens niet uit, probeer de ouders mee aan tafel te krijgen, maak gepaste begeleiding mogelijk en denk pas aan straffen als alle alternatieven uitgeput zijn. Dat zal meer vruchten afwerpen dan aan symptoombestrijding te doen zonder het probleem te analyseren.”

Metsu: “We moeten werk maken van preventie, maar de rotte appels moet je hard aanpakken. Met een aantal jongens valt gewoon niet meer te praten. Ik vind die zware veiligheidsmaatregelen gerechtvaardigd, omdat de toestand zeer verontrustend geworden is. We moeten weer zorgeloos met onze gezinnen van een dagje uit kunnen genieten.”

Er moet hoe dan ook íéts veranderen, klinkt het bij de redders. Anders dreigt het einde voor de recreatiedomeinen.

Logghe: “Het is doodjammer dat de taak van de redders zo ingrijpend is veranderd. Onze mensen hebben eigenlijk maar één opdracht: waken over de veiligheid in het water, maar nu moeten ze zich bezighouden met die amokmakers. Ik kan alleen maar hopen dat er in de tussentijd niemand verdrinkt.

“Als de problemen niet snel opgelost raken en het voorstel van Koen Metsu er niet door komt, zullen we nog minder kandidaat-redders hebben. Zwembaden zullen dan de deuren moeten sluiten bij gebrek aan personeel. Dat klinkt theatraal, maar we kunnen snel in een neerwaartse spiraal belanden.”

* Valerie is een schuilnaam.

© Humo