Gibraltar laat Iraanse tanker nu toch vertrekken, VS vraagt inbeslagname
De Iraanse tanker "Grace 1" die aan de ketting ligt in het Britse autonome gebiedsdeel Gibraltar, mag nu toch vertrekken. Volgens de regering van Gibraltar heeft Iran beloofd dat de tanker niet naar Syrië zal varen en dus de EU-sancties niet zou schenden. De Verenigde Staten vroegen eerder om de inbeslagname van de tanker.
"Als de VS niet tussenbeide was gekomen, was het schip al weggevaren", zo reageerde Anthony Dudley, de voorzitter van het Hooggerechtshof van Gibraltar op het nieuws. De VS is echter wel tussenbeide gekomen en daardoor werd het geplande vertrek van de Grace 1 uitgesteld.
Vanavond besliste de autonome regering van Gibraltar dan dat de tanker toch mag vertrekken. Iran zou Gibraltar voldoende garanties hebben gegeven dat het schip niet naar Syrië zal varen. Volgens Europese sancties mag er geen olie verkocht worden aan het regime van Bashar al-Assad in Syrië en eerder werd vermoed dat de tanker naar dat land op weg was.
De Iraanse tanker "Grace 1" was op 4 juli voor de kust van Gibraltar onderschept door Britse commando's.
Daarop hadden Iraanse commando's de Britse tanker "Stena Impero" onderschept in de Straat van Hormuz. Sindsdien werd in alle stilte onderhandeld tussen Londen en Teheran en blijkbaar was het de bedoeling dat de Iraanse tanker vandaag zou mogen wegvaren. Het is niet duidelijk of er nu ook schot komt in de kwestie van de Britse tanker in Iran.
Iran reageert verheugd op de beslissing van Gibraltar. Volgens Teheran is een "Amerikaanse poging tot piraterij volledig mislukt". De beslissing kan wel tot spanningen leiden tussen de VS en Groot-Brittannië.
De Grace 1 is een supertanker die niet door het Suezkanaal kan varen. Daarom volgde hij vanuit Iran de route met de rode stippellijn via de oude scheepsroute rond Afrika naar de Middellandse Zee. Waar de tanker nu naartoe gaat, is niet duidelijk. Mocht hij toch naar Syrië varen, dan hebben de Amerikaanse of andere westerse vloten in de Middellandse Zee nog altijd mogelijkheden om hem opnieuw te onderscheppen.