Direct naar artikelinhoud
ReportageCanon

Van Kulderzipken tot het broodje martino: een alternatieve Vlaamse canon

Van Kulderzipken tot het broodje martino: een alternatieve Vlaamse canon
Beeld rv

N-VA wil een canon waarin de grootste Vlaamse figuren en verwezenlijkingen zijn opgenomen. Het idee kan niet overal op evenveel bijval rekenen. Maar stel dat die canon er toch komt, dan verdienen volgens onze jury pakweg Vincent Kompany,  Kulderzipken en het broodje martino ook een plek. Zeventien keer vijf suggesties.

en

WALTER VAN STEENBRUGGE, advocaat

* de Last Post * de Venetiaanse gaanderijen in Oostende * Jan Wauters * Hugo Camps * Tom Barman

Tom BarmanBeeld Illias Teirlinck

“Het gebeurt nog regelmatig dat ik na een werkdag naar de Last Post ga luisteren. Elke keer raakt dat me tot in het diepst van mijn ziel. Hoe zo’n mooi stukje muziek ons doet terugdenken aan de meest trieste tijd in onze recente geschiedenis.”

Op de Venetiaanse gaanderijen aan het strand van Oostende mogen we ook trots zijn, vindt Walter Van Steenbrugge. “Qua architectuur is die plek heel imposant, zeker zo dicht bij de zee.”

“Sportjournalist Jan Wauters heeft mijn jeugd gekleurd. Er is niemand die het gesproken woord zo beheerste als hij. De speelsheid waarmee hij insprong op wat er op het veld gebeurde, was ongezien. Door hem heb ik nooit een voetbalwedstrijd gemist.”

Hugo Camps kan op het blad vlijmscherp en kritisch verwoorden wat er op de lever van de samenleving ligt, aldus Van Steenbrugge. “Zijn boek Camps 75 doe ik aan al mijn collega’s cadeau. Dat gaat over de essentie van ons bestaan.”

In de muziekwereld plukt hij er Tom Barman uit. “De muziek van dEUS is van wereldniveau. Barman is creatief, verlegt grenzen en is ook nog eens van vele markten thuis – ook in de jazz.” (SDW)

HELEEN DEBRUYNE, auteur

* Michaelina Wautier * Thomas Kanza * Emilie Claeys * Alle collaborateurs * Kunstenaars zonder geld, ­geluk of platform

Emilie Claeys.Beeld RV

“Schilderes Michaelina Wautier (1604-1689) kwam nooit in de canon terecht”, zegt Heleen Debruyne. “Het feit dat ze een vrouw was, zal haar carrière in die tijd niet vooruit­geholpen hebben. Terwijl haar werk fenomenaal was.”

Emilie Claeys was nog een vrouw die op weinig bijval van haar tijdgenoten kon rekenen. “Ze was een socialiste en feministe die eind negentiende eeuw al pleitte voor seksuele voorlichting en financiële onafhankelijkheid van vrouwen, en stemrecht natuurlijk.

“De eerste Congolese student die zijn diploma mocht halen aan de universiteit van Leuven, was Thomas Kanza. Dat was pas in 1952. Echt een symbool voor wat er mis was met het beleid in de kolonie.”

Maar ook alle collaborateurs verdienen een plek in de canon van Debruyne. “Het is gemakkelijk om die mensen te demoniseren, terwijl ze vaak ook toegewijde echtgenoten of ouders waren. Maar ze laten wel zien dat onze politieke keuzes gevolgen hebben.”

Ten slotte wil ze nog een lans breken voor alle kunstenaars, schrijvers en denkers die het bij gebrek aan geld, contacten of geluk niet in de canon beland zijn. “Er leeft vaak het idee dat genieën het ­enkel door hun talent maken. ­Een illusie die we dringend moeten doorprikken.” (SDW)

MOHAMED OUAAMARI, auteur

* Jef Geeraerts * Samson & Gert * Neveneffecten * Striptekenaars Merho, Jef Nys en Willy Vandersteen * Rachida Lamrabet

Willy Vandersteens Suske en Wiske.Beeld rv Wpg Uitgevers België - Standaard Uitgeverij

Zonder Jef Geeraerts zou Mohamed Ouaamari misschien nooit aan het lezen zijn geraakt. “In het middelbaar heb ik weinig boeken gelezen. Tot een leerkracht me aanraadde om Z17 van Jef Geeraerts vast te pakken. Zijn verhalen waren altijd spannend en zaten tjokvol research.”

Een dankwoord aan Vlaamse strip­tekenaars vond Ouaamari ook op zijn plek. “Merho, Jef Nys en Willy Vandersteen hebben literatuur voor een grote groep mensen toegankelijk gemaakt.”

Ook Samson & Gert zijn boeg­beelden van onze generatie, besluit Ouaamari. “Of je nu arm of rijk was: die twee figuren deelde je met iedereen. Een groot deel van de charme van die reeks komt door de geweldige Danny Verbiest, die de stem van Samson insprak.”

Neveneffecten vindt Ouaamari nog zo’n uitermate geschikt sociaal glijmiddel. “Dat programma zit vol Vlaamse humor, maar blijft toch scherp en kritisch.”

Schrijfster Rachida Lamrabet mocht niet ontbreken in zijn top vijf. “Zij was een van de eerste Marokkaans-Vlaamse schrijvers die naam maakte in de literaire wereld. Zowel haar carrière als advocaat als haar literaire loopbaan waren op dat moment quasi onontgonnen terrein.” (SDW)

ANNELIES MOONS, radiopresentatrice

* In de gloria * Dalilla Hermans * Murielle Scherre * Kulderzipken * Reinhilde Decleir

Murielle ScherreBeeld RV Murielle Scherre

Geen reeks die beter vat hoe het is om in Vlaanderen te wonen dan In de gloria, vindt Moons. “Van hoe we omgaan met onze buren tot hoe we kijken naar mensen die we niet kennen. Die reeks slaagt erin om alledaagsheid tot een comedy-genre te verheffen door het uit te vergroten. Van Kulderzipken is me vooral de taligheid bijgebleven. Dat programma was voor mij hét bewijs dat we met de regels van de taal mogen spelen.”

Verder wil Moons het vooral over de vrouwen in haar leven hebben. “Murielle Scherres filosofie voor het lingeriemerk La Fille d’O vind ik prachtig. Ze werkt met producten van hier en brengt vrouwenlichamen in al hun diversiteit én seksualiteit in beeld.”

Ook actrice Reinhilde Decleir is zo’n straffe vrouw, vindt Moons. “Zoveel kracht en kwetsbaarheid in één lichaam. Zowel haar acteerwerk als wat ze met haar theatergezelschap Tutti Fratelli neerzet, verdient een buiging.”

Op het vlak van literatuur zijn de boeken van Dalilla Hermans onmisbaar, volgens Moons. “Ik heb uit haar werk geleerd dat twee mensen op dezelfde plek kunnen komen en toch een totaal andere ervaring kunnen hebben, gewoon omdat ze een andere huidskleur hebben.” (SDW)

MICHAEL BORREMANS, kunstschilder

* Jan Van Eyck, De annunciatie * Pieter Bruegel de Oude, Kindermoord te Bethlehem * Léon Spilliaert, De flacons * Louis Paul Boon, Zomer te Ter-Muren * Hugo Claus, De verwondering

‘De flacons’ van Léon SpilliaertBeeld RV Léon Spilliaert

“Heel het oeuvre van Van Eyck is interessant, maar De annunciatie springt er voor mij toch uit”, vertelt Borremans. “In dat schilderij klopt er eigenlijk niets, de verhoudingen zijn absurd. Puur theater, vind ik dat. De flacons van Léon Spilliaert is voor mij dan weer belangrijk door zijn eenvoud. Met dat schilderij toont Spilliaert dat je met weinig – enkele flessen – en een eenvoudige techniek toch een dramatisch effect kunt creëren.”

Hoort volgens Borremans ook in dit overzicht thuis: Pieter Bruegel de Oude. “In zijn schilderij Kindermoord te Bethlehem speelt zich een gruwelijk tafereel af in een vredig Vlaams dorpje. Dat contrast vind ik erg filmisch. Ik ben er zeker van dat, als Bruegel nu geleefd zou hebben, hij een gelauwerd filmmaker zou zijn.

“Louis Paul Boon en Hugo Claus waren schrijvers van een orde die we nu niet meer kennen. De verwondering van Hugo Claus heeft mijn wereld op zijn kop gezet, dat boek is zó experimenteel en gedurfd. Zomer te Ter-Muren schetst dan weer mooi het leven in een doorsnee Vlaams dorpje.” (SDW)

RICK DE LEEUW, zanger en auteur

* Pieter Bruegel de Oude * Jacques Brel * Michaël Borremans * Paul van Ostaijen * Raymond van het Groenewoud

Paul van OstaijenBeeld SPAARNESTAD PHOTO

“Maar net zo goed hebben Helmut Lotti, Peter Paul Rubens, Will Tura, Selah Sue en Triggerfinger recht op een mooi plaatsje. En in plaats van Van Ostaijen had ik ook Gezelle kunnen noemen – niets mis mee”, zegt Rick de Leeuw. “Hoe langer ik erover nadenk, hoe bespottelijker ik het idee van een canon vind. Het is stilstand. Ik ben dan ook de eerste om naast mijn eigen lijstje te kijken en raad iedereen van harte aan hetzelfde te doen.”

De Leeuw hoopt dat een canon juist de nieuwsgierigheid prikkelt om te zoeken naar wat er zich buiten die besloten wereld afspeelt. “Want ook bij de kerk was de index indertijd vele malen interessanter dan de canon, toch? Daarom vond ik het opvoedkundig slim van mijn moeder om lezen in bed te verbieden, waardoor ik het toch ging doen. Misschien moet je de Vlaamse volksaard daar zoeken: bij de buitenstaander.”

“Gelukkig oordeelt de geschiedenis op haar beurt zelf ook over de mensen die haar naar eigen inzichten willen kanaliseren. Maar dat heeft de N-VA blijkbaar niet begrepen. Je moet niet denken dat je een cultuur in regels kunt vatten.” (SS)

CHRISTOPHE DEBORSU, politiek journalist

* het jaar 1965 * de Vlaamse seksuele bevrijding * een Waalvrije Guldensporenslag * le mal flamand * tomate-crevette

Tomate-crevetteBeeld Steven Richardson

“Mijn geboortejaar 1965 is het enige jaar waarop de welvaart in Vlaanderen en Wallonië gelijkliep: beide landsdelen hadden toen hetzelfde bruto binnenlands product per capita. Voordien lag het overwicht in Wallonië, nadien in Vlaanderen. De natiestaat België was in de beginjaren zeker geen succesverhaal voor Vlaanderen.”

Vlaanderen is ook op andere vlakken lang geen vooruitstrevend gewest geweest, stelt Christophe Deborsu. “De seksuele bevrijding kwam er pas laat op gang. In de jaren 70 ging ik in Namen al naar een gemengd jezuïetencollege, in Vlaanderen zijn gemengde scholen pas sinds de jaren 90 gemeengoed geworden. In de jaren 90 had de Vlaming pas op zijn twintigste voor het eerst seks. Die leeftijd is nu gezakt naar 16 jaar, net als in Wallonië, wat aantoont dat Vlaanderen op seksueel gebied volwassen is geworden.”

Bij het schrijven van zijn boek Dag Vlaanderen ontdekte Deborsu dat er geen Namenaars meevochten in de Guldensporenslag – maar wel dat een Naamse graaf via zijn Vlaamse familie huurlingen uit het oosten op pad stuurde in de strijd.

‘Le mal flamand’ is een medisch begrip waarmee dokters in de 19de eeuw een combinatie van ondervoeding en uitputting vaststelden. “In die eeuw haalde 28 procent van de Vlaamse borelingen niet eens hun eerste levensjaar”, weet Deborsu, die nog meegeeft dat tomate-crevette evenveel gesmaakt wordt bezuiden de taalgrens. “Een Waalse canon zou overigens verdacht veel op een Vlaamse lijken. Logisch: via het prinsbisdom Luik zijn Vlaanderen en Wallonië al 550 jaar samen.” (SS)

DIRK DE WACHTER, psychiater

*Jean-Marie Berckmans * Julien Schoenaerts * Delphine Lecompte * Chokri Ben Chikha * Guillaume Bijl

Guillaume BijlBeeld Wouter Maeckelberghe

Dirk De Wachter kiest bewust voor vijf outsiders. “Mijn lijstje, dat ik onder groot voorbehoud meegeef omdat je een cultuur niet kan vatten in namen en feiten, bestaat uit vijf mensen die opereren aan de rand van de maatschappij en bij wie leven en werk samenvallen. Ze getuigen ook alle vijf van een zekere humor, die hen des te interessanter maakt. Vlaanderen dreigt de laatste jaren te verzinken in zelfgenoegzaamheid en superioriteit. De humor lijkt helemaal te verdwijnen, terwijl die ons net de mogelijkheid geeft om kritisch te blijven voor onszelf.”

Auteur Jean-Marie Berckmans en acteur Julien Schoenaerts waren kunstenaars die De Wachter bij leven al eens tegen het lijf liep in Antwerpen. “Niet in mijn praktijk, voor alle duidelijkheid – al had Schoenaerts een ernstige psychiatrische kwetsbaarheid. Als je hem tegenkwam op straat, dan was dat een theaterstuk op zich.”

Ook in dichteres Delphine Lecompte ontwaart De Wachter een zekere kwetsbaarheid. “Wat ik aan haar bewonder is het feit dat ze aan de rand staat, niet als een pose, maar als een onvermijdelijkheid.”

De Wachter roemt danser en acteur Chokri Ben Chikha om diens provocatie, consequente oeuvre en authenticiteit, beeldend kunstenaar Guillaume Bijl omwille van de maatschappijkritiek. “Hij haalt Vlaamse evidenties uit hun context en maakt er kunst van.” (SS)

DALILLA HERMANS, auteur

* Elisabeth Severino Fernandes, (alias Miss Elli) * Stéphane Lallemand (alias LeFtO) * Paul Lannoy (alias dj TLP) * Wim Verbrugghe (alias dj Grazzhoppa) * Vincent Kompany

Miss ElliBeeld yann bertrand

“Miss Elli is de grondlegger van de slam poetry (een combinatie van voordracht, dichtkunst en performance, SS) in België. Zij organiseerde als eerste ‘open mic’-avonden in Antwerpen, waar jong, divers talent een eigen platform kreeg.”

Dalilla Hermans noemt TLP, Lefto en Grazzhoppa in één adem, omdat de dj’s voor haar onlosmakelijk verbonden zijn met de introductie van hiphop voor een groot publiek in ons land. “Zij zijn intussen grote namen in het buitenland. Hetzelfde met Coely en Stromae: hippe exportproducten én het resultaat van onze diverse cultuur. En ik ken niets van voetbal, maar ook Vincent Kompany laat zien wat er mogelijk is voor jongeren. Hij spreekt zich uit over racisme, praat over eigenaarschap en vertegenwoordigt zijn gemeenschap.”

Op school kreeg Hermans de traditionele Vlaam­se kleppers mee, aan wie ze geen afbreuk wil doen. “Ik heb Hugo Claus gelezen en de Vlaamse Meesters leren kennen. Ik vind niet dat we daar afstand van moeten nemen. Maar het was een wel erg eurocentrische visie op cultuur.”

“Ik heb lang gezocht naar boegbeelden die diversiteit uitstralen. Ze zijn te weinig te vinden. Trouwens, wat is typisch Vlaams? Ik vind mezelf erg Vlaams: ik ben hier opgegroeid en heb een Kempisch accent. Maar er zijn ook tien redenen waarom ik mezelf Europees voel of Afrikaans ben.” (SS)

KOEN VAN DEN BROEK, kunstschilder

* Léon Spilliaert * Jan Cox * Paul Van Hoeydonck * Guy Vandenbranden * René Heyvaert

Replica van het beeldje ‘Fallen Astronaut’ van Paul Van Hoeydonck.Beeld ANP

Léon Spilliaert is de Mondriaan van Vlaanderen, vindt Koen Van den Broek. “Ze schilderden allebei geometrische figuren, maar terwijl Mondriaan ­evolueerde naar het abstracte en de logo’s, ging Spilliaert de existentialistisch-symbolische richting uit. Een mysterieus figuur. Helaas nooit ­buiten België geraakt.”

Ook Jan Cox geniet te weinig aandacht in eigen land, aldus Van den Broek. “Hij schilderde abstract-­expressionistisch, in de stijl van ­Willem de Kooning. Werd professor schilderkunst in Boston en kwam ­terug naar België, waar hij in 1980 zelfmoord pleegde.

“Guy Vandenbranden vertegenwoordigde het kleurrijke constructivisme toen dat ook opkwam in Duitsland en de VS. Vandenbranden bleef ­echter een nobele onbekende.”

Paul Van Hoeydonck, een kunstenaar die gefascineerd is door de ruimte, verdient volgens Van den Broek een vermelding omdat hij er in 1971 in geslaagd is een beeldje op de maan te krijgen. En René Heyvaert omdat hij als architect vervelde tot een beeldend kunstenaar die met goedkope materialen de tijdgeest perfect wist te vatten.

“Vlaanderen is de big bang van de kunst, wij hebben een enorme geschiedenis die niet naar waarde wordt geschat. Het Prado in Madrid en het Metropolitan Museum of Art in New York hangt vol met kunstenaars uit de Nederlanden. Heel het surrealisme komt van hier! Wij zijn daar onvoldoende trots op. Inburgeraars daarmee lastigvallen lijkt me overdreven, maar meer beleving omtrent onze kunstenaars zou niet slecht zijn.” (SS)

PEDRO ELIAS, presentator en auteur

* Frans Laarmans (uit Kaas van Willem Elsschot)  * Kamiel Kafka (Kamagurka) * Louis Tinner (van Herman Brusselmans) * Willy en Jos Vermaelen (van Jan Eelen) * Broodje martino

KamagurkaBeeld Wouter Van Vooren

Enkel fictieve figuren in de culturele top vijf van Pedro Elias. “Frans Laarmans uit de roman Kaas van Willem Elsschot ziet in zijn pogingen om hogerop te geraken niet hoe hij steeds verder wegzakt. Dat is zó menselijk.” Enkel Louis Tinner, een personage dat Herman Brusselmans leven inblies, kan daar volgens Elias aan tippen. “Ook hij ondergaat vooral zonder actie te ondernemen. We kunnen niet genoeg benadrukken dat we hier zijn om te mislukken.

“Kamagurka is een van mijn grote helden”, bekent Elias. “Zijn typetje Kamiel Kafka zou voor mij alle nieuwkomers in dit land mogen verwelkomen, zodat ze zijn iconische slagzin ‘Ik ben Kamiel Kafka. Ik ben Kamiel Kafka. En ik ga het geen twee keer zeggen’ zouden horen. Ook de broers Willy en Jos Vermaelen uit In de gloria kunnen voor hem bij het Vlaams erfgoed geteld worden. “In de sketch ‘Back from the dead’ vinden ze een toepassing uit om weer in contact te komen met een overleden nonkel. Heel tragikomisch.

“Ten slotte hoort ook de martino in dit overzicht thuis”, aldus een schoorvoetende Elias. “Als ik nadenk over de Vlaamse identiteit, wat dat ook is, dan zou ik het fijn vinden als er ook iets lekkers tussen zit.” (SDW)

MARK COENEN, docent journalistiek en DM-columnist

* Luc De Vos, ‘Mia’ * Het leugenpaleisIn de gloria * Paul De Wispelaere, Verkoold alfabet * Jozef Deleu

Bart Peeters en Hugo Matthysen in ‘Het leugenpaleis’.Beeld VRT Canvas

“Als ik aan Vlaanderen denk, dan denk ik aan Luc De Vos die in bloot bovenlijf en lichtjes aangeschoten schone nummers zingt voor een deinende mensenmassa”, steekt Mark Coenen van wal. “Vooral in zijn ‘Mia’ weet hij de melancholie van de kleine man perfect te vatten wanneer hij zingt: ‘Mia heeft het licht gezien en niemand gaat verloren.’

Het leugenpaleis was een legendarisch grappig programma van Bart Peeters en Hugo Matthysen op Studio Brussel met daarin de meest waanzinnige typetjes. In zijn tijd was dat bijzonder populair. In de gloria scoort om dezelfde reden: het vindt ironie in wat en wie we zijn.

“Ik ben ook een groot fan van dagboekfragmenten. Paul De Wispelaere schrijft heel mooi over de vergankelijkheid van de liefde en het leven. Hij was ook op vlak van milieubewustzijn enorm voor op zijn tijd. Al vroeg zag hij dat we Vlaanderen aan het volbouwen waren zonder plan. Jozef Deleu had dan weer een erg brede en interessante kijk op de Vlaamse cultuur. Hij heeft zich altijd verzet tegen de kleingeestigen.” (SDW)

ALICJA GESCINSKA, filosofe en politica

* Stefan Hertmans, Oorlog en terpentijn * Hugo Claus, Het verdriet van België * Kristien Hemmerechts, Taal zonder mij * de gedichten van Paul Snoek * de teksten van Jacques Brel

Kristien HemmerechtsBeeld © Belga

“Allemaal teksten, omdat mensen bij uitstek talige wezens zijn. Via ­literatuur drukken we uit wie we zijn en leren we onszelf te begrijpen”, zegt Alicja Gescinska.

“Ik vind trouwens dat de Vlaamse canon, waar ik een voorstander van ben, niet moet onderdoen voor de Engelse. Je kan de menselijke conditie beter snappen door Shakespeare te lezen, maar dankzij Brel leer je wat Brussel, België en Vlaanderen zijn. Je kan een Vlaming niet snappen als je zijn verhouding tot Wallonië niet begrijpt. En Brels teksten nopen tot zelfrelativering als het over de Vlaamse identiteit gaat.”

Oorlog en terpentijn van Stefan Hertmans beschrijft een scharniermoment in de Belgische geschiedenis. “Het is een belangrijk boek om te weten wat er tijdens de Eerste Wereldoorlog omging ­in het hoofd van een Vlaming. ­Het verdriet van België van Hugo Claus doet hetzelfde, maar dan voor de Tweede Wereldoorlog.”

Als dichter had Gescinska graag ­Herman de Coninck erbij gehad. “Door Taal zonder mij van Kristien Hemmerechts te nomineren, is hij er toch een beetje bij. Want mijn favoriete dichter blijft Paul Snoek. Boeken en taal verouderen snel, maar zijn gedichten klinken vandaag nog altijd even scherp en weten mij altijd diep te raken.” (SS)

GEERT VAN ISTENDAEL, auteur

* koning Willem I * Willem van Oranje * Willem Elsschot * Hadewych * Jeanne Devos

Jeanne DevosBeeld BELGAPLUS

Over de drie eerste namen, toevallig allemaal Willems, hoeft Geert van Istendael, na een initieel verzet tegen lijstjes en een canon, niet na te denken. “Zij hebben alledrie veel goeds gedaan voor het noordelijke deel van België. Willem I is de ­beste koning die we hebben gehad – hij heeft de kiem gelegd voor het behoud van het Nederlands in ons land. Willem van Oranje was een voorbeeld van verdraagzaamheid in fanatieke tijden en Willem Elsschot ging met zijn scherp, gevoelig en soms cynisch proza in tegen het barokke taalgebruik.”

“Ik heb dus iemand uit de 16de, 19de en 20ste eeuw”, somt Van Istendael op. “Maar nog geen vrouw. Dan kom ik vanzelf uit bij Hadewych, de grootste aller dichters uit ons taalgebied. Haar strofische gedichten zijn van het beste dat ooit is neergeschreven: ‘Ay, al es nu die winter cout / Cort die daghe ende die nachte langhe / Ons naket saen een somer stout’.”

Jeanne Devos, een 84-jarige non die zich in India inzet voor de bewoners van sloppenwijken, is niets minder dan een heldin, vindt Van Istendael. “Met haar betuig ik eer aan alle mannen en vrouwen die het beste van hun leven geven aan mensen die in de rotste omstandigheden moeten leven.” (SS)

OTHMAN EL HAMMOUCHI, student wiskunde en essayist

* Hadewych * Simon Stevin * Rubens * Guido Gezelle * Nicaise De Keyser

Guido GezelleBeeld Stadsarchief Brugge

Een opvallend klassiek lijstje voor een jongeman. “Hoezo?”, riposteert El Hammouchi. “Een canon bevat toch alleen maar klassiekers? Het is hét instrument bij uitstek om een historisch bewustzijn te scheppen voor een natie – maar niet op de enge, exclusieve manier zoals N-VA het wil.” Voorts geen Marokkaanse namen bij El Hammouchi. “Die moeten daar niet tussen staan. Mijn cultuur is de Vlaamse, niet de Marokkaanse.”

Dichteres Hadewych dan, “omwille van de diepgewortelde religieuze ­traditie in Vlaanderen”. En Peter Paul Rubens, “die met het schilderij De wonderen van de Heilige Franciscus Xaverius toont dat Vlaanderen een belangrijke speler was in de Contrareformatie. Ik zag het onlangs in het Kunsthistorisches Museum in Wenen.”

Simon Stevin vertaalde als eerste wetenschappelijke termen naar het Nederlands en Nicaise De Keyser, naar wie de fameuze lei in Antwerpen is vernoemd, vindt El Hammouchi het onthouden waard omdat hij De Slag der Gulden Sporen schilderde. “Het schilderij beeldt het moment uit waarop een Brugse slager Robert II van Artesië, de aanvoerder van het Franse leger, in 1302 tot overgave dwong. Het boek over de Guldensporenslag is de traditionele verheerlijking van een natie en markeert het ontwaken van de Vlaamse beweging in de negentiende eeuw.”

Van Guido Gezelle kende El Hammouchi vroeger Het schrijverke vanbuiten, “een naturalistisch gedicht en een groot voorbeeld van de romantische traditie in Vlaanderen, die de natuur ziet als een product van God.” (SS)

RACHIDA LAMRABET, jurist en auteur

* ‘De zaak van de dieren tegen de mensen’ * Louis Paul Boon, Pieter Daens * Red Star Line Museum * Kinderen van de kolonie * Rachida Aziz, Niemand zal hier slapen vannacht

Rachida AzizBeeld Tim Dirven

“’De zaak van de dieren tegen de mensen’ is een fabel uit de 10de eeuw, in het Perzisch opgetekend door islamitische filosofen en wetenschappers en via een Hebreeuwse vertaling in Europa beland”, vertelt Lamrabet. “In Frankrijk is daar in de 12de eeuw ‘Le Plaid’ uit voort­gekomen, wat dan weer de basis vormde voor ‘Van den vos Reynaer­de’. Culturen inspireren elkaar.”

Om de sociale geschiedenis van ­België en de Vlaamse ontvoogdingsstrijd te belichten, noemt Lamrabet Pieter ­Daens van Louis Paul Boon. “Over de oerstrijd tussen werkmensen en industriëlen, politici en kerkbestuurders. Een strijd die nog niet gestreden is: marktdenken primeert nog altijd boven algemeen belang.”

De Canvas-documentaire Kinderen van de kolonie, waarin getuigen het koloniale verleden van België een gezicht geven, helpt volgens Lam­rabet te begrijpen wat België heeft aangericht in Congo en welke voordelen dat Vlaanderen opleverde. Het Red Star Line Muse­um in Antwerpen noemt ze om de kritiek op de vluchtelingenstroom in een historisch perspectief te zetten. “Ooit waren het Vlamingen die massaal op zoek gingen naar een beter leven.”

Rachida Aziz schreef wat Lamrabet betreft een straf boek waarin ze de structurele ongelijkheid in Vlaanderen en België ontleedt en verweeft met haar persoonlijke geschiedenis. “Onmisbaar voor mensen die willen doorgronden hoe we tot een egalitaire samenleving kunnen komen, zonder racisme en discriminatie.” (SS)

STIJN MEURIS, zanger, regisseur en journalist

* TC Matic * Luc Tuymans * Mauro Pawlowski * Will Tura * Stijn Coninx

TC-MaticBeeld RV

Moeilijk concept, een canon, vindt Stijn Meuris. “Zeker in de benauwende interpretatie ervan, als een longlist van mensen die Vlaanderen een identiteit hebben bezorgd. Terwijl het zoveel meer zou kunnen zijn. Maar goed, met het mes op de keel wil ik van vijfhonderd namen er wel vijf aanbevelen.”

Hoewel TC Matic maar kort heeft bestaan, heeft de band een blijvend stempel gedrukt op de Belgische muziek, aldus Meuris. “Van sound en feel was het hoekig, dansbaar, luid, stout en pan-Europees. Wellicht ook de sterkste liveact ooit.”

Even onontkoombaar en Europees is Luc Tuymans, “schilder en chroniqueur van een land dat worstelt met zijn verleden. Tuymans werkt met vage contouren en onhippe aquareltinten, maar is daardoor open voor interpretatie en nooit vrijblijvend.”

Mauro Pawlowski, “een Belgisch-Poolse Italiaan uit Koersel-Beringen die in Antwerpen woont en musiceert alsof hij van Mars komt én alsof zijn leven ervan afhangt”, is wat Meuris betreft een canon op zichzelf. Net als Will Tura, “die niet te beroerd is om zijn permanente hitstatus te koppelen aan een grote liefde voor zijn land en afkomst. Hij zong zowel voor Vlaanderen als voor het koningshuis, wat weinigen hem nadeden.”

Als regisseur van het kleine en het grote, de humor (Hector, Koko Flanel), de horror (Niet schieten), het lichtvoetige (Marina) en de ontvoogding van dit land (Daens) roemt Meuris ten slotte Stijn Coninx, “die ondanks een indrukwekkend track record de bescheidenheid zelve is gebleven”. (SS)