Direct naar artikelinhoud
Terrorisme

Zat een dubbelspion achter de aanslag in Barcelona?

Imam Abdelbaki El Satty.Beeld rv

Twee jaar na de aanslag op de Ramblas in Barcelona komen documenten naar boven die stellen dat de spilfiguur, imam Es Satty, een dubbelspion was die de Spaanse inlichtingendiensten informeerde tot vlak voor de aanslag. Het zet de geheime dienst met de billen bloot. Maar klopt het ook? 

Op 17 augustus 2017 reed een bestelwagen in op voetgangers en fietsers op de drukke Ramblas. Even later was er een tweede aanslag, in het kuststadje Cambrils. Er vielen in totaal zestien doden en meer dan 150 gewonden. Het bleek te gaan om een terreurcel met zeker elf leden. Abdelbaki Es Satty, de leider van de cel, was de dag voor de aanslag de lucht ingegaan bij een ontploffing in een villa in Alcanar. Achteraf bleek dat ze daar hadden geëxperimenteerd met explosieven en vervolgens voor het plan B gingen.

Vrij snel daarna bleek dat Es Satty zich in 2016 ook had aangeboden als imam bij een moskee in ons land, in Diegem. De moskeebestuurders hadden de politie getipt over zijn radicale ideeën. Een Vlaamse agent mailde daarop naar een Catalaanse collega of die wat te melden had over Es Satty. “No”, was het korte antwoord. Even later loste het probleem zich vanzelf op, want Es Satty vertrok weer. 

Intussen is duidelijk dat de Catalaanse agent alleen in de eigen archieven had gezocht en niet in de Spaanse Nationale Signaleringsdatabank. De Spaanse autoriteiten hadden namelijk vrij veel info over Es Satty. Tussen 2010 en 2014 zat hij in de gevangenis voor drugssmokkel vanuit Marokko. De politiedienst Guardia Civil wist ook dat hij “in de gevangenis een diepgaand proces van toenadering tot de meest rigoureuze stellingen van de islam heeft ondergaan” en “nauwe betrekkingen” onderhield met “als extremisten beschouwde gevangenen”.

Abdelbaki Es Satty had ‘in de gevangenis een diepgaand proces van toenadering tot de meest rigoureuze stellingen van de islam ondergaan’.Beeld rv

Daarom ook heeft de inlichtingendienst Centro Nacional de Inteligencia (CNI) geprobeerd om hem in de gevangenis te rekruteren als informant. Hij zou dan vertrouwelijke informatie over radicale milieus kunnen doorspelen. Dat was al langer bekend, maar het was niet zeker hoe verregaand die relatie met CNI was, tot de krant Público vorige maand met een reeks onderzoeksartikels kwam. 

Dubbelrol

Het online nieuwsmedium stelde, gestaafd met documenten, dat Es Satty nog contact had met het CNI tot vlak voor de aanslag. De Spaanse inlichtingendiensten zouden de telefoonnummers en dus de verplaatsingen van de terroristen hebben gekend, maar niet hebben ingegrepen. In een vervolgartikel schreef Público dat het CNI bovendien de dag na het bloedbad in Barcelona de naam Es Satty haastig van zijn lijst heeft geschrapt. Es Satty speelde dus een dubbelrol en misbruikte het vertrouwen van het CNI om zijn jihadistische agenda te kunnen uitvoeren. 

Dat doet denken aan Belliraj, die in 2008 werd gearresteerd in Marokko en volgens de Marokkaanse rechtbank de leider was van een terreurnetwerk. Ze verklaarde hem schuldig aan contacten met Al Qaida, het plannen van aanslagen in Marokko en zes politieke moorden in België in de jaren 80. Maar hij bleek ook een informant te zijn van de Belgische Staatsveiligheid.

De Marokkaanse Belg Abdelkader Belliraj in februari 2008.Beeld EPA

“Inlichtingendiensten werken per definitie op duistere plaatsen waar ze moeilijk toegang toe krijgen, dus ze moeten langs verschillende ramen of deuren inkijk proberen te krijgen en die informatie samenleggen tot een analyse”, zegt Thomas Renard van het Egmontinstituut. “Ze hebben dus veel bronnen nodig, die daarom niet per se ook contractueel aan hen verbonden zijn. Er zijn informanten die de inlichtingendiensten niet vertrouwen, maar hun informatie kan soms wel interessant zijn, als ze kan worden ge-crosscheckt.

Media in de moskee van het Spaanse Ripoll, van waaruit imam Abdelbaki Es Satty opereerde.Beeld Benoit De Freine

Mediastilte

De zaak-Belliraj stond destijds maandenlang in alle Belgische kranten, maar de artikels van Público over Es Satty werden onthaald op mediastilte. Op sociale media lieten Catalaanse politici zoals Carles Puigdemont en de burgemeester van Barcelona, Ada Colau, hun verontwaardiging wel horen. Want het leek alsof de Spaanse autoriteiten een aanslag in Catalonië op zijn minst door de vingers hadden gezien. De mediastilte erover bewees volgens hen “hoe de macht in Spanje werkt”.

Begin augustus bereikte de partij van Colau op de gemeenteraad van Barcelona een akkoord met de separatisten over een voorstel voor een parlementaire onderzoekscommissie, maar de kans dat die er ook komt, is minimaal. “Zoals altijd met dit soort dingen, gaat het over aantijgingen, over bedrog”, reageerde een woordvoerder van partij Ciudadanos deze week. “Dit soort boodschappen zijn rookgordijnen om de publieke opinie te misleiden met ongegronde verdenkingen.”

De Spaanse koning Felipe VI tussen toenmalig premier van Spanje Mariano Rajoy en toenmalig Catalaans president Carles Puigdemont (r) in een mars tegen terrorisme met de slogan #NoTincPor (ik ben niet bang) op 26 augustus 2017.Beeld AFP

Onder de titel ‘el dossier de la conspiración’ haalde de Catalaanse krant La Vanguardia deze week verschillende stellingen uit de artikels van Público onderuit. Zo blijkt het niet te kloppen dat alle informatie over Es Satty was gewist uit de databanken en presenteerde Público de hypothese dat Es Satty de inlichtingendiensten had geïnformeerd over het reilen en zeilen van de terreurgroep als een voldongen feit, zonder voldoende bewijsmateriaal. 

Gespin

Wat voor de ene een doofpotoperatie is, is voor de ander een ongefundeerde samenzweringstheorie. “De separatisten in Catalonië gebruiken onderzoek naar de aanslagen gewoon voor hun zaak”, zegt Matthew Bennett, een onafhankelijk journalist in Spanje. “Het is gespin, waarmee ze de Spaanse autoriteit in diskrediet willen brengen.”

Zowel de Spaanse als de Catalaanse propaganda­machine draaien al sinds de aanslag op volle toeren. Die aanslag kwam enkele weken nadat Puigdemont als Catalaans president een referendum over de onafhankelijkheid had aangekondigd. Alleen de aankondiging dat de Spaanse koning Felipe VI afzakte voor een ‘wij-zijn-niet-bang’-mars, bracht heftige reacties teweeg. Door de betwiste onthullingen moeten de autoriteiten ook bij de herdenking dit jaar op elk woord letten als ze niet het verwijt willen krijgen dat ze de aanslag politiseren op kap van de slachtoffers.