Direct naar artikelinhoud
Geluksonderzoek

Kinderen maken gelukkig (zodra ze het huis uit zijn)

Kinderen maken hun ouders gelukkiger én ongelukkiger dan mensen zonder kroost.Beeld Hollandse Hoogte / Sabine Joosten

Maakt kinderen hebben gelukkig(er)? Het is een oud debat tussen bewust kinderlozen en ouders. Nieuw onderzoek suggereert dat iedereen wint. ‘Ze geven je op latere leeftijd iets terug.’

Uiteraard maakt kinderen krijgen gelukkig, zo wil de volkswijsheid. En uiteraard is wie geen kinderen heeft per definitie ongelukkiger. Een resem studies toonden echter al vaker het omgekeerde: wie geen kinderen heeft, signaleert systematisch een iets groter geluksgevoel dan wie er wel heeft, vooral dan omdat er met kinderen minder tijd, geld, romantiek, sociaal leven en slaap voorhanden is.

“Dat is de ouderschapsparadox”, zegt professor klinische psychologie Mia Leijssen (KU Leuven). “Mensen willen graag kinderen, maar vaak zijn ze met kinderen ongelukkiger dan zonder.”

Toch is de vraag of kinderen nu al dan niet gelukkiger maken daarmee nog niet volledig is opgehelderd.

Zo blijkt dat de verschillen in geluksgevoel vaak niet zo groot zijn en dat veel afhangt van de context. In familiegerichte culturen zoals in Spanje en Italië zijn ouders gelukkiger dan in landen waar individualisme vooropstaat. En een Amerikaanse alleenstaande moeder met slechts een mager sociaal netwerk is minder gelukkig met haar kinderen dan een Spaanse leeftijdgenote met een blij huwelijk, een puik inkomen en veel ondersteuning. Heel erg bepalend zijn ook de sociale voorzieningen en steun voor ouders vanuit de overheid.

Er wordt dan ook nog altijd onderzoek gevoerd naar de heikele kwestie, zeker nu kinderen krijgen in de westerse wereld geen vanzelfsprekendheid meer is, maar een keuze waar je misschien over twijfelt.

Zorgen

Het nieuwste onderzoek legt een ontbrekend puzzelstukje op tafel. De meeste studies wijzen er dan wel op dat mensen zonder kinderen gelukkiger zijn met hun leven dan ouders, maar ze kijken alleen naar de periode waarin ouders echt ‘actief ouder zijn’ en dus de hele tijd organiseren, voeden, naar het voetbal en de balletklas rijden.

Gedragseconoom Christoph Becker (Universiteit van Heidelberg) en zijn collega’s vroegen zich af of het anders gesteld is met ouders met kinderen die al het huis uit zijn. Ze analyseerden onderzoeksdata uit een grote Europese enquête die naar het welbevinden peilt bij 55.000 mensen boven de vijftig jaar.

Daaruit blijkt, zo melden ze in vakblad PLOS One, dat mensen met uit huis levende kinderen meer tevreden zijn met hun leven en minder symptomen van depressie tonen dan leeftijdgenoten zonder kinderen.

Sociaal netwerk 

“De verschillen zijn niet groot, maar systematisch dezelfde doorheen onze grote dataset”, zegt Becker. “Kinderen die niet meer thuis wonen, vergroten over de hele lijn de levensvoldoening.”

Dat resultaat strookt met het onderzoek van Nicholas Wolfinger (Universiteit van Utah) op basis van de US General Social Survey, een erg omvangrijke enquête die al veertig jaar loopt. Daaruit komt naar voren dat ouders tussen vijftig en zeventig jaar telkens weer opnieuw een iets hoger geluksgevoel rapporteren dan ouders van wie de kinderen nog altijd thuis wonen.

“Onze hypothese is dat kinderen die uit huis zijn een sociaal netwerk vormen en hun ouders leuke en betekenisvolle contacten en steun bieden”, zegt Becker. “Ze geven dat terug aan hun ouders, terwijl de meer negatieve zaken die gepaard gaan met kinderen opvoeden zoals stress, slaaptekort en tijdsgebrek dan weggevallen zijn.”

Het gaat met andere woorden over het verschil tussen ‘kinderen opvoeden’ en ‘kinderen hebben’. Het eerste betekent vaak een dip in de ‘levenstevredenheid’. Het tweede vergroot die net, zoals de mensen in Beckers en Wolfingers onderzoek aangeven

Of zoals professor filosofie en neurowetenschappen Berit Brogaard (Universiteit van Miami) het ironisch samenvat: “Het resultaat van deze studies komt erop neer dat kinderen hebben ons welbevinden en onze levenskwaliteit flink zou opkrikken als het geen moeite, tijd, geld zou kosten om kinderen op te voeden.”

Hedonisme

Professor Ruut Veenhoven (Erasmus Universiteit Rotterdam), autoriteit in geluksonderzoek, geeft in een reactie aan dat Beckers hypothese klopt.

“In Nederlands onderzoek zien we dit ook. Sociaal contact is heel bepalend voor geluk. En op latere leeftijd staan kinderen doorgaans in nauw contact met hun ouders, maar dan zonder de zorgen. Bovendien zorgen de kinderen dan echt vaak voor hun ouders. Bij de hoogbejaarden valt het verschil het meest op. Ouders op hoge leeftijd ervaren echt een stuk meer levensvoldoening. Je zou kunnen zeggen dat kinderen een langetermijninvestering zijn.” (lacht)

Ook Leijssen zegt: “Kijk je naar geluk als hedonisme, wat slaat op welbevinden en comfort in het hier en nu, dan maken kinderen ongelukkiger omdat er minder tijd en ruimte is voor plezier. Maar vraag je mensen naar wat hun leven zin en betekenis geeft, dan blijkt dat kinderen hebben wat dat betreft veel voldoening geeft.”

Toch is het laatste woord over de grote vraag naar het verband tussen ouderschap en geluk nog niet gezegd en zal nog meer onderzoek volgen. Zo blijkt bijvoorbeeld dat hoe je je kinderen opvoedt eveneens bepaalt of je al dan niet significant gelukkiger wordt van het ouderschap.

Wat alvast wel heel duidelijk blijkt, is dat geen kinderen hebben niet betekent dat je een ongelukkig leven zult leiden. Een kind opvoeden kan een bron van vervulling zijn, maar is zeker geen magische formule om ‘gelukkig te worden’.