Direct naar artikelinhoud
EK Hockey

Sportieve glorie voor Red Lions, maar een premie levert het hen niet op

Sportieve glorie voor Red Lions, maar een premie levert het hen niet op
Beeld Photo News

Na de wereldtitel veroverden de Red Lions nu ook de Europese titel in het hockey. Financieel houden ze daar wel geen extra cent aan over: op het EK vallen geen prijzengeld of premies te verdienen. Bij de internationals geldt wel: hoe meer caps, hoe hoger het basisloon van de bond.

en

Van het grote geld – zoals de Rode Duivels, die aan het EK 2016, waar ze in de kwartfinales werden uitgeschakeld, per speler 361.900 euro bruto overhielden – mogen de Belgische hockeyinternationals alleen maar dromen. Zo kregen de Red Lions voor hun historische WK-titel in India vorig jaar nul euro prijzengeld. Wel mochten ze dankzij een Belgische sponsor op dat WK voor het eerst een premie verdelen.

Een verhaal met een staartje: verzekeringsmaatschappij Tolrip, commerciële partner van de hockeybond, had toen voor het WK 100.000 euro beloofd in het geval de Red Lions zouden winnen. Tolrip had die som zelf als risk-management belegd: voor een premie van 15.000 euro zou de verzekeraar 100.000 uitbetalen – de kost voor Tolrip bedroeg dus slechts 15.000 euro. De keerzijde van de medaille is nu wel dat de verzekeraar voor dit EK niet geneigd was om zo’n deal aan te gaan, de kans dat de Lions het EK zouden winnen, lag ook veel hoger.

Victor Wegnez, Florent van Aubel, Arthur De Sloover en Emmanuel Stockbroekx.Beeld BELGA

Zo zijn de Red Lions dus wat slachtoffer van eigen succes. Maar niet dat de spelers klagen dat ze op dit EK geen prijzengeld of premie kregen: “Zonder premie zijn we even gemotiveerd. Een olympisch ticket is ons veel meer waard dan een paar duizend euro”, zegt Arthur De Sloover. Ook Alexander Hendrickx ziet de EK-eer los van geld: “We beoefenen onze sport voor medailles, bekers en titels. Het is wel jammer dat hockey niet zo vaak in de media komt als voetbal of wielrennen, maar het is al veel beter dan tien jaar geleden. De bond honoreert onze inspanningen bij de Red Lions ook met een basisloon.”

Zonder premie zijn we even gemotiveerd om te winnen. Een olympisch ticket is ons veel meer waard dan een paar duizend euro
Arthur De Sloover

Die maandelijkse verloning van de internationals was één van de cruciale stappen in het proces om het Belgische hockey vooruit te stuwen, naast het uitzetten van een betere (infra)structuur, omkadering en opleiding onder de ‘Be Gold’-noemer. Dat plan is in het vorige decennium onder toenmalig directeur Bert Wentink uitgetekend. De bond ziet het salaris als de beste wijze om de Red Lions voor hun beschikbaarheid en prestaties te belonen.

Niet dat we over een vetpot praten. Het salaris ligt hoger voor spelers van 25 jaar en hangt af van het aantal caps. Per 50 caps en met een maximum van 250 caps volgt een hogere loonschaal. De best verdienende international ziet zich rond 1.800 à 1.900 euro bruto per maand vergoed, het minste contract schommelt rond 1.000 euro. De salarissen liggen ook iets hoger bij de Lions dan bij de Panthers, omdat de mannen een oudere groep vormen en ze meer interlands spelen.

De hockeybond gaat die geïndexeerde contracten per toernooicyclus aan. Zo loopt nu een tijdelijk contract van 1 januari tot 31 augustus, dat de nieuwe Pro League en het EK omvat. Het volgende contract loopt tot na Tokio 2020.

Cedric Charlier en Vincent Vanasch.Beeld BELGA

Sponsordeals

Met dat bondsloon alleen valt wel niet rond te komen. Maar samen met hun contract bij hun hockeyclub en dankzij individuele sponsordeals verdienen de Red Lions wel degelijk tot goed hun brood. Stel je daar ook geen monster­bedragen bij voor zoals in het voetbal. Navraag leert dat de ­beste hockeyers in de Belgische competitie tussen 2.000 en 3.000 euro netto per maand rapen – in Nederland verdienen de toppers nog net iets meer. Een gemiddelde speler in België kan rekenen op enkele honderden euro’s tot 1.000 euro bij hun club. 

De sponsorcontracten verschillen van speler tot speler. Veel internationals rijden rond met een sponsorauto, ze krijgen hun materiaal gratis of zien zich vergoed voor commerciële activiteiten. “Ik heb Osaka Hockey en Red Bull als sponsor, dat helpt om te doen wat ik doe”, zegt Felix Denayer. “Na de Spelen van Rio ben ik ook beginnen werken (bij Deloitte, red.). Gelukkig zijn zij flexibel: voor het WK en met het oog op Tokio ben ik weer voltijds bezig met hockey. Dan is dat loon van de federatie een goede steun. Dat is het grote verschil met vroeger. De oudere generatie moest z’n werk combineren met hockey. Cédric De Greve bijvoorbeeld deed zijn praktijk dicht om overdag te trainen bij de nationale ploeg. Met dezelfde kansen als wij nu, zou de vorige generatie ook beter gepresteerd hebben.”

Arthur de Sloover.Beeld Photo News