Direct naar artikelinhoud
ColumnDe Schaal van Mulders

Ik vraag me af of het wel zo erg is als de mens van de planeet weggevaagd wordt

Zweedse klimaatactiviste Greta Thunberg eerder deze week met haar bordje waarop ­‘Skolstrejk för klimatet’ gekalkt staat, tijdens haar zeiltocht over de Atlantische Oceaan naar de klimaattop in New York.Beeld EPA

Jean-Paul Mulders onderzoekt alles wat u bij de hersenkwabben kan grijpen.

Ik snap het niet, de haat van mensen tegen mensen die bekommerd zijn om de toekomst van mensen. Zelf ben ik het half­zachte type dat ontroering voelt als Greta Thunberg weer ergens staat, pipilangkous­achtig, met dat bordje waarop ­‘Skolstrejk för klimatet’ gekalkt is. Dat beeld doet mij glimlachend op het hartje op Instagram drukken. Ik zie het zo in de geschiedenisboeken, naast Martin Luther King en Mahatma Gandhi, maar dan dapperder en belangrijker. Bij een hoop volk lokt datzelfde beeld het verlangen uit om de pitbull los te laten. Dat is een akelige vaststelling.

‘Depressies en bipolaire stoornissen komen vaker voor op plekken waar veel lucht­vervuiling is.’ ‘Meer blootstelling aan luchtvervuiling tijdens de zwangerschap leidt tot hogere bloeddruk bij pasgeborenen.’ De wetenschap wees ons de afgelopen week weer op een paar neveneffecten van de nestbevuiling eigen aan het wezen dat zich homo sapiens noemt. Ondanks al die vaststellingen heeft het verlangen naar een schonere wereld met veel weerstand te kampen. Het lijkt erop dat de wijze mens vooral zijn goesting wil blijven doen. Liever dan aan de toekomst te denken, rijdt hij rond met nummerplaat ‘FUCKYOU’.

“Haar verdiende loon”, gromt een vriend van mij die anders zachtmoedig en intelligent is. Ik heb mijn ongeloof uitgedrukt over het feit dat Anuna De Wever met flessen pis is bekogeld. Mijn kameraad knijpt zijn ogen tot spleetjes en vraagt: “Geloof jij alles wat ze zeggen over die klimaat­opwarming?”

Ik krijg het gevoel dat ik, als ik ja durf te zeggen, mij tot believer verklaar in de Gelaarsde Kat en Goud­lokje. Zijn vraag doet mij denken aan wijlen Jef Geeraerts, die ik interviewde toen niemand al sprak over klimaatopwarming. Ik had de gewoonte om aan het einde van een interview te vragen: “Gelooft u dat het met de wereld de goede kant uitgaat?” – toch als ik de mening van de man of vrouw in kwestie interessant genoeg vond.

Zaagpaard

Kort daarvoor was Jef nog opgewekt bezig over het zaagpaard dat hij voor zijn verjaardag van zijn vrouw cadeau had gekregen. Mijn vraag over de toekomst van de wereld deed hem echter steigeren. “Natuurlijk gaat het níét de goede kant op”, gromde hij. “Met geloven heeft dat niets te maken. Dat zijn wetenschappelijke feiten.”

Intussen zijn die feiten alleen maar tastbaarder geworden, en de vijandigheid tegenover de zeurpieten en zaagpaarden die zich erop beroepen groter. Soms word ik moe van al die woede. Strijden tegen klimaatopwarming is zoiets als voor het zingen de kerk uitgaan: leuk is het niet, en het resultaat blijft twijfelachtig. Als je al wat langer meedraait, denk je weleens: liever ga ik de vissen voeren en de tomaten bewateren. Of spaghetti maken met extra veel saus, want there’s nothing worse in the world than undersauced pasta.

Roerend in de saus vraag ik mij af of het wel zo erg is als de mens van de planeet weggevaagd wordt. “So it goes”, zou Kurt Vonnegut zeggen. Ik ben niet zo’n fan van mijn soort dat ik die per se in het zadel wil zien tot de zon uitdooft.

Gelukkig belt op dat moment mijn moeder, met de vraag of er een rood of een zwart dak op haar nieuwe tuinhuis moet.