Roep naar rem op de schoolfactuur klinkt luider dan ooit

Het valt helemaal niet mee met de betaalbaarheid van het secundair onderwijs, zegt de Gezinsbond. Het probleem van de stijgende studiekosten is gekend, maar de roep naar een maximumfactuur krijgt geen gehoor.

opinie
Hilde Timmermans
Studiedienst Gezinsbond

"Het valt wel mee, die studiekosten in het secundair. Zonder de sterke stijging van vervoerskosten, is er amper een verschil met de resultaten uit 2006. Een maximumfactuur is dus niet prioritair", zo concludeerde de minister van onderwijs in april bij het uitlekken van enkele cijfers uit het nieuwe onderzoek over de studiekosten in de eerste graad van het secundair onderwijs.

Maar na de vrijgave van het volledige rapport, na de verkiezingen, moeten we vaststellen dat het helemaal niet meevalt met de betaalbaarheid van het secundair onderwijs. De verschillen tussen goedkope en dure scholen blijven erg groot, en kansarme leerlingen gaan minder vaak mee op meerdaagse schooluitstappen.

Is de belangrijkste doelstelling van onderzoek naar studiekosten nu net niet om te achterhalen of alle leerlingen kunnen genieten van kwaliteitsvol onderwijs?

De verschillen tussen goedkope en dure scholen blijven erg groot

Het rapport ‘studiekosten in de eerste graad van het secundair onderwijs’ (SONO, 2019) bundelt de eerste resultaten van de studiekostenmonitor. Die monitor moet nagaan wat ouders precies betalen voor de verschillende onderwijsniveaus en werd jarenlang met veel tromgeroffel aangekondigd. 

Voor het secundair onderwijs zouden de bevindingen de jarenlange discussie over zin en onzin van een maximumfactuur eindelijk wetenschappelijk kunnen onderbouwen. De uiteindelijke resultaten kregen veel minder ruchtbaarheid, het rapport over de eerste graad van het secundair onderwijs werd pas na de verkiezingen officieel vrij gegeven. 

De onderzoekers pleiten in de studie ondubbelzinnig voor een maximumfactuur in de eerste graad, een boodschap die niet gedeeld werd door de minister van onderwijs Hilde Crevits en de Vlaamse regeringspartijen, maar wel kan rekenen op de volmondige steun van de Gezinsbond.

Dat studiekosten niet zijn gestegen, is geen reden voor euforie

Dat de studiekosten, buiten vervoer, gemiddeld niet zijn gestegen sinds 2006 (rekening houdend met de inflatie), is voor ons absoluut geen reden tot euforie. We mochten ons immers aan een relatieve daling verwachten, aangezien alle secundaire scholen ruim tien jaar geleden met een grootschalige campagne werden aangemaand tot kostenbeheersing. 

Onderzoekers pleiten in een studie naar studiekosten ondubbelzinnig voor een maximumfactuur in de eerste graad van het secundair onderwijs

Een heel aantal scholen gingen hiermee aan de slag, maar minstens evenveel anderen voelden zich niet aangesproken, zo kunnen we afleiden uit de vaststelling dat de verschillen tussen scholen vandaag nog altijd heel erg groot zijn, net zoals tien jaar geleden. Sommige leerlingen betalen vandaag niets voor schoolboeken, in andere scholen loopt die factuur op tot 870 euro. Een vrijblijvende campagne heft het verschil tussen dure en goedkope scholen duidelijk niet op.

Vandaag betalen ouders een flink stuk meer voor ICT. Die meerkosten van de digitalisering zouden hand in hand gaan met een daling van kosten voor drukwerk, zo werd ouders altijd voorgehouden. Ook dit blijkt niet te kloppen, zolang er geen rem staat op de schoolfactuur, maken scholen geen duidelijke keuzes en betalen ouders dubbelop.

Een andere opvallende stijger is de gemiddelde kostprijs voor meerdaagse reizen, die gaat van 104 euro naar 218 euro, meer dan een verdubbeling, maar het aantal leerlingen dat meegaat is bijna gehalveerd, van 48% in 2006 naar 28% in 2017. Het is haast cynisch vast te stellen dat vooral minder kansrijke leerlingen afhaken, omdat die uitstappen vaak worden voorgesteld als een opening naar de wereld voor leerlingen die hier anders niet van zouden kunnen genieten. 

Zolang er geen rem staat op de schoolfactuur, maken scholen geen duidelijke keuzes en betalen ouders dubbelop

En er zijn heel wat gezinnen voor wie de schoolfactuur zwaar weegt. Gemiddeld schatten de bevraagde schooldirecties dat ruim een op tien leerlingen problemen heeft om de rekeningen te betalen, in een kwart van de scholen zou dit gaan om een op zeven leerlingen en 3% van de directies rapporteert zelfs dat meer dan de helft van de gezinnen kampt met onbetaalde rekeningen. 

Voor gezinnen die het financieel moeilijk hebben zijn er schooltoeslagen, die vanaf dit schooljaar binnen het groeipakket automatisch worden toegekend en ook wat gestegen zijn, maar zelfs de maximale toeslag dekt de studiekosten lang niet volledig. 

We appreciëren uiteraard de stijging van de huidige toeslagen voor kwetsbare leerlingen uit het secundair onderwijs, evenals de denkpiste van minister Crevits rond gedifferentieerde schooltoeslagen die rekening houden met de kostprijs van een studierichting voor de hogere graden in het secundair. Maar dergelijke ingrepen, zonder de invoering van een maximumfactuur, stellen scholen zelf niet voor hun verantwoordelijkheid om kosten beheersend te werken.

Nieuwe cijfers bewijzen dat maximumfactuur haalbaar is

Tegenstanders van een maximumfactuur schermen vaak met praktische bezwaren zoals de grote verschillen in kosten tussen ASO, KSO, TSO en BSO die ervoor zorgen dat de invoering van een maximumfactuur te complex is. Dat argument gaat alvast niet op voor de eerste graad. 

De invoering van een maximumfactuur moet scholen zelf voor hun verantwoordelijkheid stellen om kosten beheersend te werken

De gemiddelde verschillen in studiekosten in de eerste graad tussen scholen met een verschillende bovenbouw zijn niet zo groot en dus is een graduele invoering van de maximumfactuur, te beginnen met de eerste graad in het secundair onderwijs, zeker haalbaar. Uiteraard moeten scholen wel voldoende werkingsmiddelen krijgen om te vermijden dat ouders met allerhande tombola’s en eetfestijnen tekorten moeten aanvullen.

Een vrijblijvende maximumfactuur versterkt verschil tussen goedkope en dure scholen

Een maximumfactuur is niet alleen haalbaar, maar ook nodig om alle leerlingen van kwaliteitsvol onderwijs te laten genieten. Een vrijblijvende maximumfactuur op schoolniveau zoals nu in de praktijk al gebeurt, dreigt de verschillen tussen goedkope en dure scholen alleen maar te bestendigen. 

De goede praktijkvoorbeelden tonen alvast aan dat een maximumfactuur een win-win kan zijn voor ouders én scholen. De betrokken scholen kampen minder met onbetaalde rekeningen. Een maximumfactuur dwingt scholen tot nadenken over uitgaven die de moeite waard zijn, vaak in overleg met ouders en leerlingen, en stimuleert zo meer betrokkenheid en inspraak. 

Daarnaast wordt duurzaamheid een belangrijk thema in de afweging van prioriteiten: is die verre vliegtuigreis echt nodig, is de hoge kostprijs voor half ingevulde werkboeken wel te verantwoorden, kunnen we niet zuiniger omgaan met printen en kopiëren? Kortom, een maximumfactuur is de sleutel tot betaalbaar, betrokken en duurzaam onderwijs.

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen