Direct naar artikelinhoud
Interview

Siegfried Bracke: ‘De VRT weet niet meer wat nieuws is. Kijkt iemand van de bazen eigenlijk nog naar de programma's?’

Siegfried Bracke: ‘Onder vier ogen geven alle politieke kopstukken toe: het Belgische model is onhoudbaar.’Beeld Thomas Sweertvaegher

Na een geanimeerde carrière als Wetstraat-journalist, hoofdredacteur, N-VA-parlementslid, Kamervoorzitter en Bekendste Strik van Vlaanderen zit Siegfried Bracke (66) sinds 26 mei gewoon gezellig thuis.

Op de tafel in zijn Gentse appartement rust De canon, een verzameling van het beste uit de Nederlandstalige literatuur, van de middeleeuwen tot en met Claus, Streuvels en Mulisch. “Dit duivelse boek is uitgegeven door de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde”, zegt hij sarcastisch.

Dat boek ligt daar niet toevallig.

“Juist. Ik heb me vreselijk opgewonden over de bekrompen reacties op het voorstel van Bart De Wever om zo’n canon te introduceren in het onderwijs. Waarom mogen jongeren die prachtige teksten niet leren kennen?”

Met een ‘lijst van ankerpunten uit de Vlaamse geschiedenis en cultuur’ hoopt Bart De Wever de jeugd wat meer identiteitsbesef bij te brengen. Zijn broer, historicus Bruno De Wever, vindt dat de N-VA het onderwijs ‘misbruikt als dienstmeid voor haar politieke project’.

“Dat is waanzinnig. Met zo’n canon stel je de leerstof weer centraal. De teneur in de startnota van Bart De Wever kun je samenvatten in één zin: ‘Weg met de middelmatigheid.’ Vlaanderen moet excelleren. Dús: als jongeren van de schoolbanken komen, moeten ze een minimum aan feitenkennis hebben. De grote tijdvakken, de Guldensporenslag, de ontdekking van Amerika, het ontstaan van België, dat moeten ze kennen. Dat heeft niets te maken met misbruik van de geschiedenis. Je zou zo’n canon ook kunnen maken voor literatuur, wiskunde en wetenschappen.”

Bart De Wever koos voor een voortzetting van de Zweedse coalitie. Dat was niet uw voorkeursscenario.

“Ik geloofde meer in een minderheidsregering met gedoogsteun van Vlaams Belang, zodat die partij haar verantwoordelijkheid moet opnemen. Maar Bart De Wever vindt een Zweedse coalitie de beste optie, en ik heb vertrouwen in zijn beoordeling.”

Begin augustus zei u: ‘Open Vld en CD&V weten dat we hen nodig hebben. En zo zullen ze zich blijven gedragen. Als we opnieuw met hen in zee gaan, zullen we over vijf jaar wat zien.’

“Mijn mening is niet zo belangrijk. Ik ben maar een simpele waarnemer en ik zit niet meer in de partijraad. Wat telt, is het beleid: die startnota verwoordt perfect waar Vlaanderen naartoe moet.”

Waarom zou die coalitie deze keer niet verzanden in een kibbelkabinet?

“Omdat je moet hopen dat mensen lessen trekken uit het verleden. De kiezer heeft dat geruzie afgestraft, en hij had overschot van gelijk. Iedereen is daarvan geschrokken. Ik verwacht dus dat Hilde Crevits een andere rol zal spelen dan de sabotage die we van Kris Peeters hebben gezien.”

Bart De Wever had CD&V graag ingeruild voor de sp.a, maar bij de N-VA en de sp.a klinkt het dat Bruno Tobback dat scenario onmogelijk heeft gemaakt.

“De Bourgondische coalitie was mijn tweede denkspoor, omdat er sociale correcties nodig zijn. Maar die ploeg had maar één zetel op overschot, en als daar iemand op zit die er alles aan doet om zijn eigen voorzitter tegen te werken, wordt het moeilijk. Helaas is zo’n deloyaal gedrag schering en inslag in de politiek. Als je kritiek geeft op je partij, staan er tien journalisten aan je deur en verhoog je je marktwaarde.

“Alle partijen, behalve de PVDA en Vlaams Belang, kampen met problemen. Bij de sp.a en CD&V is de ontreddering compleet. Bij Open Vld wordt er aan de poten van de stoel van Gwendolyn Rutten gezaagd. Ook bij de N-VA leeft de vraag: ‘Wat moeten we doen, waar moeten we naartoe?’”

Jean-Marie Dedecker, verkozen op een N-VA-lijst, noemt de voortzetting van de Zweedse coalitie ‘platte volksverlakkerij’.

“Spreken over volksverlakkerij, postjespakkerij en dictaturen is potsierlijk. Bart De Wever heeft de piste met Vlaams Belang uitgebreid verkend, maar ze bleek niet haalbaar. De N-VA en Vlaams Belang hadden een derde partner nodig en die was er niet.”

Jean-Marie Dedecker vindt dat de N-VA zich had moeten vastklikken aan Vlaams Belang om CD&V of Open Vld te verplichten het cordon sanitaire te breken. ‘Desnoods lok je nieuwe verkiezingen uit, en dan kunnen die twee partijen het licht uitdoen.’

“Je lokt niet zomaar nieuwe verkiezingen uit, voor het Vlaams Parlement kan dat zelfs niet. Je riskeert dus een linkse regering met iedereen behalve de N-VA en Vlaams Belang.”

Gwendolyn Rutten samen met de communisten van Peter Mertens?

“Als het nodig is om Vlaanderen te redden, wordt het ondenkbare mogelijk. Maar de mensen zitten daar niet op te wachten. Als Zweeds-bis doet wat het aankondigt en een wervend verhaal presenteert, is dat beter voor Vlaanderen.”

Kopstukken als Theo Francken, Ben Weyts en Darya Safai wilden Vlaams Belang mee aan boord.

“Ik vertrouw op de wijsheid van de groep. Toen ik in 2013 de befaamde ‘bocht van Bracke’ maakte, was het ook crisis (Siegfried Bracke zei in een interview dat de N-VA haar communautaire eisen in de ijskast zou steken als ze een centrumrechts beleid kon voeren met de MR, red.). Ik had dat half besproken met Bart De Wever, maar het stond er forser dan ik had gewild. Vooral de titel ‘Wij passen voor een blokkering, dat is een plechtige belofte’ viel slecht. Bij de crisisvergadering op het Antwerpse stadhuis leek het alsof er een bom was gevallen. Sommige partijgenoten weigerden me de hand te schudden, anderen sms’ten: ‘Wie denk je wel dat je bent? Als we dát doen, zijn we alles kwijt.’ Ik voelde me verschrikkelijk. Maar Bart De Wever zei: ‘Lees dat interview nu eens goed. Daar staat niets verkeerds in, behalve die titel.’

“Een paar maanden later werd de regering-Michel gevormd en ging het communautaire de wachtkamer in. Er waren nog amper drie tegenstemmen. Onze mensen zijn niet stom: een goed akkoord met een goede uitleg zullen ze niet blokkeren.”

‘Ons politieke landschap heeft nood aan een hervorming. Maar eerst zullen de traditionele partijen nog dieper moeten zinken.’

Destijds verkeerde de N-VA in een overwinningsroes, nu is ze een vierde van haar kiezers kwijt en rukt Vlaams Belang weer op.

“De nervositeit is groter en er zullen misschien meer tegenstemmen zijn. Toen Bart De Wever deze zomer op de pauzeknop duwde, schreef de pers dat hij wilde wachten op bewegingen op het federale niveau. Wat een onzin! Iedereen wist dat daar deze zomer geen millimeter zou worden bewogen. Nee, die pauze was nodig omdat er binnen de N-VA geen eensgezindheid was over de coalitie. Er moest eerst een significante meerderheid zijn voor één scenario.

“Sinds mijn overstap naar de politiek was ik vaak verwonderd dat de media spraken over allerlei machinaties en complotten, terwijl die er niet waren. En omgekeerd: hoe ze het níét zagen als er toch dingen werden opgezet. Maar ik heb in mijn tijd precies dezelfde fouten gemaakt. Berichten over iets waar je niet bij bent geweest, is aartsmoeilijk.”

Hoelang duurt het nog voor het leiderschap van Bart De Wever intern wordt aangevochten?

“Ik zie geen tekenen van revolte, ook niet in de Vlaams-Brabantse afdeling. We moeten ervoor zorgen dat Vlaams Belang in 2024 niet de grootste partij wordt. Dat kan alleen door goed te besturen.”

Bart De Wever houdt vol dat er een Chinese Muur staat tussen de N-VA en Vlaams Belang. ‘Die lijn is existentieel, zolang ik voorzitter ben,’ zei hij in Terzake op Canvas. Vooral die laatste bijzin was veelzeggend.

“Hoezo? Er is een hemelsbreed verschil tussen Vlaams Belang en de N-VA.”

Maar houdt die lijn stand met Theo Francken als voorzitter? Bart De Wever heeft hem al twee keer gevraagd om hem op te volgen. Hij zou geen derde keer meer weigeren.

“Theo Francken is geen VB’er, hij staat aan de juiste kant van de muur.”

Sommigen zien hem als een ophaalbrug tussen de twee partijen.

“Ik ken hem goed, we zijn samen als nieuwkomers in het parlement gekomen: hij heeft het hart op de juiste plaats en is sociaal bewogen. Zijn tweets zijn soms wat ongelukkig, maar daar ben ik zelf ook schuldig aan.”

Zou hij een goede partijvoorzitter zijn?

“Ik hoop vooral dat Bart De Wever nog vele jaren doorgaat. Hij is de slimste, heeft de meeste ervaring en zijn analytisch vermogen blijft verbluffend. Toen bleek dat Jan Jambon minister-president zou worden, was mijn eerste gedachte: ‘Oef, dan blijft De Wever voorzitter.’”

Vóór de verkiezingen beloofde hij dat hij minister-president zou worden, terwijl het altijd de bedoeling is geweest dat het Jan Jambon zou worden. Hoelang denkt u dat de mensen dat soort kiezersbedrog nog pikken?

“Ach, buiten de bubbel van de Wetstraat maakt niemand zich daar druk over. Veel Antwerpenaars zijn tevreden dat hun burgemeester in Antwerpen blijft.”

Denkt u dat hij voorzitter wil blijven omdat alleen hij de partij bij elkaar kan houden?

“Geen idee. Maar Bart De Wever weet waar de N-VA vandaan komt: uit de as van de Volksunie, die is kapotgegaan aan verdeeldheid. Hij investeert veel tijd in overleg. Op moeilijke vergaderingen zegt hij meestal dat hij er nog niet uit is. En dan krijgt iedereen úren de kans om zijn zeg te doen, tot er een oplossing groeit. Hij zal nooit een beslissing erdoor duwen als de verhouding in het partijbestuur fiftyfifty is. Pas bij 90 tegen 10 hakt hij de knoop door.”

Yves Leterme sneerde in Het Laatste Nieuws dat Bart De Wever nu al tien jaar zijn verantwoordelijkheid ontloopt: ‘Je kunt je niet straffeloos kandidaat stellen als minister-president en achteraf zeggen dat het maar om te lachen was.’

“Ik apprecieer de analyses van Yves Leterme, maar hier heeft hij ongelijk. Bart De Wever heeft Vlaanderen al enorme diensten bewezen. Vergelijk Antwerpen vandaag eens met de stad van 2012… Dat realiseer je niet door je verantwoordelijkheid te ontlopen.”

Hij weigert Vlaanderen of België te leiden.

“Maar hij is al een hele zomer bezig om de beste oplossingen voor Vlaanderen te bedenken! En in 2014 heeft hij hetzelfde gedaan, Vlaams én federaal. Hij is ook niet bereid om Vlaanderen in chaos te storten met tactische spelletjes zoals die van Jean-Marie Dedecker. Hij is allergisch voor risico’s. Zelfs een minderheidsregering die op zoek moet naar gedoogsteun, is voor hem een te groot avontuur.”

Hoe moet het federaal nu verder?

“Ik zie écht niet in hoe je federaal nog iets in elkaar gedraaid krijgt. Een afspiegelingskabinet – met de Zweedse coalitie aan Vlaamse kant en MR-PS aan de overzijde – is een utopie. De visies staan haaks op elkaar. Men durft het nog niet te zeggen, maar de regering zal fors besparen op een aantal zaken. En in Wallonië, waar men nu al niet rondkomt, wil men de tekorten nog vergroten. Rampzalig.”

De PS kan geen kant uit. PTB, cdH en wellicht ook Ecolo zullen vanuit de oppositie op haar linkerflank blijven trappen. En de socialistische vakbond eist hogere uitkeringen, bruto minimumlonen van 2.300 euro en een pensioenleeftijd van 65 jaar.

“De PS moet beseffen dat als je taart wilt uitdelen, je ze eerst moet bakken. In een Europese studie over de kwaliteit van het bestuur in de Europese regio’s staat Vlaanderen op de 40ste plaats, Brussel en Wallonië staan 130ste op 140 regio’s. Zonder de Vlaamse transfers zou Wallonië onmiddellijk onder Europese curatele worden geplaatst. Ik snap niet hoe de Franstaligen elke grondige hervorming blijven weigeren, terwijl ze een beleid voeren dat ze niet kunnen betalen.”

Intussen weigert de PS honderd dagen na de verkiezingen nog altijd elk gesprek met de N-VA.

“Yves Leterme heeft in 2007 al tegen Elio Di Rupo en Joëlle Milquet gezegd: ‘Als jullie geen akkoord willen sluiten met mij, zal de Vlaming zich afkeren van België, en zitten hier straks andere mensen.’ In 2024 kan het al zover zijn, maar ik wil dat niet, net zomin als een verkiezing over het voortbestaan van het land.”

Vóór de verkiezingen zei Paul Magnette in Humo: ‘Als de Vlamingen op een dag de onafhankelijkheid uitroepen en Brussel aan ons laten, zullen we dat moeten accepteren.’

“Ik betwijfel of Brussel zomaar in de armen van Wallonië zou vallen. De Brusselaars voelen zich Brusselaar en hebben een grootstedelijke, internationale identiteit. In om het even welke oplossing zul je rekening moeten houden met dríé deelstaten.”

Volgens veel Franstalige commentatoren wil de PS dit najaar nieuwe verkiezingen uitlokken, omdat…

“…ze stemmen hopen terug te halen bij de PTB, die nadrukkelijk voor de oppositie heeft gekozen. Nieuwe verkiezingen zijn het ultieme middel. Maar wat lost dat op? Iedereen ziet dat de positie van de traditionele partijen onhoudbaar is. Hun bodem is nog niet bereikt.

“Ons politieke landschap heeft nood aan een hervorming die uitmondt in een links en een rechts blok. Met mensen van Groen, de sp.a en een stuk van CD&V kun je een links front vormen. Op rechts denken de N-VA, Open Vld en de rechterflank van CD&V over 80 procent van de zaken ook hetzelfde. Maar allicht zullen de traditionele partijen eerst nog dieper moeten zinken.”

De N-VA en Open Vld denken toch totaal anders over het klimaat, de identiteit en de toekomst van België?

“Als je onder vier ogen met kopstukken van bijna alle Vlaamse partijen praat, is er een grote eensgezindheid over het communautaire. Ze erkennen allemaal dat er enorme verschillen bestaan tussen Vlaanderen, Brussel en Wallonië, en dat het huidige systeem onhoudbaar is.”

Volgens Walter Zinzen is het grote probleem de povere kwaliteit van het politiek personeel.

“Dat hoor ik al dertig jaar. Men zegt dat Jean-Luc Dehaene de laatste staatsman was, maar hij had één voordeel: er was nog geld. Als iemand bleef dwarsliggen, vroeg hij: ‘Hoeveel moet dat kosten?’ En dan kreeg die iets in ruil.

“Vandaag is het geld op. Dé opdracht van de komende jaren wordt het verminderen van de kosten. Dat is de enige manier waarop we straks nog sociaal kunnen zijn, en de kosten voor de pensioenen, de gezondheidszorg en het klimaat kunnen betalen. Onze overheidskosten bedragen 8 procent van het bbp, in Nederland is dat 5 procent. Dat gaat om meer dan 12 miljard euro. Per jáár.”

‘Ik heb als Kamer-voorzitter iemand ontslagen die een kookprogramma op de Braziliaanse tv had. Hij zat zogezegd ziek thuis.’

U was graag nog twee jaar doorgegaan in de politiek. Hoe hard is uw niet-verkiezing aangekomen?

“Ik heb daar één nacht slecht van geslapen, daarna was ik er overheen, in tegenstelling tot sommige ex-collega’s, die er nog altijd van afzien. Maar ik ben 66, ik zit in een zetel.”

U had met 13.000 voorkeurstemmen geen achtste van uw 102.000 stemmen in 2010.

“Dat deed pijn, maar je moet ook de context zien. In 2010 was ik hét gezicht van de politieke verslaggeving, compleet onbesmet, met een linksig imago. Mijn overstap naar de N-VA was groot nieuws, en ik werd meteen lijsttrekker. Wekenlang liep ik van het ene interview naar het andere, wat leidde tot die monsterscore. Dit jaar was ik lijstdúwer. En als Kamervoorzitter heb ik altijd onder de radar geopereerd, vooral na de beschadigingsoperaties die men in Gent tegen mij had opgezet.”

Was de Telenet-affaire het breekpunt?

“Ja.”

U klaagde de graaicultuur in het Gentse stadsbestuur aan, tot bleek dat u het Kamervoorzitterschap combineerde met een adviseurspostje bij Telenet, ter waarde van 15.000 euro per jaar. Een boemerang.

“Zoals u weet werd dat bedrag niet meer betaald zodra ik voorzitter was geworden. Het ging dus over nul euro. Helaas heb ik dat pas twee dagen later ontdekt. Veel mensen begrepen niet hoe ik dat niet onmiddellijk wist, maar ik kijk niet elke dag mijn bankrekening na.”

Alleen wie geld genoeg heeft, merkt niet dat hij zulke bedragen niet heeft gekregen. Toch?

“Juist. Ik heb nooit te weinig gehad.”

Maar ook al was u niet betaald, de imagoschade was aangericht.

“Die zaak was zorgvuldig voorbereid door mijn tegenstrevers. Ook sommige ex-VRT-collega’s hebben een kwalijke rol gespeeld door dat foute nieuws dagenlang te pushen. Ik heb me er snel voor afgesloten. Als je erdoorheen wilt raken, moet je niet lezen wat er allemaal verschijnt. Achteraf ben ik wel nagegaan wie wat heeft gezegd en geschreven. Ik was de grootste graaier van de politiek. Nog altijd, blijkbaar. In elk interview gaat het over mijn uittredingsvergoeding (van 175.356 euro, red.), terwijl bijna alle collega’s die opnemen en die bedragen vaak veel hoger liggen.”

Wordt u daar op straat nog over aangesproken?

“Nee, maar wel op sociale media.”

Bart De Wever zei vorig jaar: ‘Iemand als Siegfried Bracke zou door de meeste partijen worden afgestoten. Maar wij laten onze mensen niet zomaar vallen.’

“Hij heeft gelijk.”

Uw invloed in de partij verminderde toch aanzienlijk na die affaire? Ook bij de lijstvorming ving u bot.

“Als je zo wordt afgeslacht, moet je naïef zijn om te denken dat alles kan blijven zoals het was. Sommige partijgenoten roken hun kans en lekten zaken over de lijstvorming in de krant. Ik heb dat lijdzaam ondergaan, het had geen zin om ertegen te vechten.”

Een deel van de N-VA heeft u nooit gelust wegens uw socialistisch etiket, en omdat u te elitair was.

“Dat is waar. Jan Peumans vond het zelfs nodig om in zijn boek te schrijven dat ik nooit een echte Vlaams-nationalist ben geweest. Nochtans heb ik de romantiek van het Vlaams-nationalisme van thuis meegekregen. Op het Vlaams Nationaal Zangfeest kon ik alle liedjes meezingen, hoewel ik daar al veertig jaar niet meer was geweest. Wat ik zeg over Brussel, strookt niet met het klassieke Vlaams-nationale discours, dat klopt, en ik vind ook dat er bij een confederale hervorming bevoegdheden terug naar het federale niveau kunnen gaan. Voor veel partijgenoten is dat taboe.”

Consulteert Bart De Wever u soms nog?

“Bij mijn afscheid zei hij dat hij mijn pijnlijke, maar correcte analyses zou missen. Maar ik word nog gebeld, door meerdere partijgenoten. En vorige week werd ik uitgenodigd door een top-PS’er – niet Paul Magnette of Elio Di Rupo – om eens te gaan eten. Daar ga ik graag op in. Ik ben een vrij mens en spreek niet meer namens de N-VA.”

Wat beschouwt u als uw politieke erfenis?

(denkt na) Door mijn overstap heb ik de partij aantrekkelijker gemaakt. Mensen dachten: ‘Als Bracke zich bij hen aansluit, zijn ze misschien toch niet zo extreem.’”

U hebt vaak op het sociale karakter van de partij gehamerd. Is het daar de voorbije vijf jaar fout gelopen?

“Ja. Wij hebben niet gezien dat zoveel mensen vlak boven de armoedegrens leven en moeten krabben om rond te komen. We hebben ons gericht op het bevorderen van de economie, en op die weg moeten we doorgaan, maar door de kosten van het systeem te verminderen moeten er ook sociale correcties komen.”

Hoe blikt u terug op uw periode als Kamervoorzitter? Uw partijgenote Valerie Van Peel zei dat ze ‘die boîte wilde opengooien en komaf wilde maken met de oude politieke cultuur’. Qua vingerwijzing naar u kon dat tellen.

“En toch heb ik daar, zeer geleidelijk en via discrete contacten, veel zaken veranderd. Maar misschien niet snel genoeg naar haar zin.”

Hebt u voorbeelden?

“De hervorming van de pensioenen en de uittredingsvergoedingen voor parlementsleden. Ik heb ook de werkingskosten afgebouwd, en niet door in één klap honderd man buiten te gooien. Op bepaalde diensten was er een ziekteverzuim van meer dan 25 procent. Dan moet je ingrijpen. Ik heb iemand ontslagen die een kookprogramma op de Braziliaanse tv had. Hij woonde daar, maar zat zogezegd ziek thuis. Twéé jaar heeft het geduurd voor we hem buiten kregen. Hij was vastbenoemd en de groenen hadden grote procedurele bezwaren, terwijl dat dossier zó evident was.”

Wat mist u het meest?

“Niets. Ik geniet met volle teugen. Ik lig tot acht uur ’s ochtends in bed en slaag erin om mijn schuldgevoelens daarover te bedwingen. Ik heb al ongelooflijk veel gefietst en overweeg zelfs een fietsenrek voor mijn wagen te kopen. Wonderbaarlijk hoe mooi Vlaanderen is. Overal kom je in fijne cafés en brasseries, vol leeftijdsgenoten in de fleur van hun leven. Heerlijk!”

U hebt wellicht ook al veel gelezen?

“Ontzettend veel. Zelfs het boek van Sigrid Spruyt. Ik heb met haar te doen. Wat een treurigheid! Als ik dat destijds had geweten, was ik met haar gaan praten.”

Ze noemt u Machiavelli en schildert u af als een machtswellusteling en een manipulator. Herkent u dat beeld van uzelf?

“Eerlijk? Ik ben me daar niet van bewust, maar dat beeld is zo vaak in mijn leven teruggekomen dat er wel iets van aan moet zijn. Ik heb vaak stomverbaasd opgemerkt dat mensen bang van me waren.”

Sigrid Spruyt verwijt u ook dat u Vlaams Belang groot hebt gemaakt, door hen ‘normaal’ te behandelen.

“Dat is haar goed recht, maar op de redactie verloor ik die discussies meestal. Toch ben ik altijd loyaal gebleven. Maar om terug te keren op haar treurnis: mijn erfenis is toch groter dan ik dacht, want ook bij de N-VA heb ik geprobeerd om een fundamentele vrolijkheid te creëren. Voor een geboren pessimist als Bart De Wever is dat een permanente oefening. Ik hamerde er ook op om de oorlogstaal achterwege te laten. In de partij zit het vol historici die alles over krijgsgeschiedenis weten. De Wever heeft me The Art of War aanbevolen, een van de beste boeken die ik ooit heb gelezen. Alle strategische inzichten die daarin staan, kun je toepassen op de politiek. Maar daarnaast moet je wel vriendelijk en beschaafd blijven. Misschien moeten we er in onze contacten met de Franstaligen eens meticuleus op letten om geen onvertogen woord te zeggen?”

Zoals ‘infuus’?

“Ja! Dat kwam van Yves Leterme: ‘De Franstaligen hangen aan het infuus van Vlaanderen.’ En Karel De Gucht heeft in zijn boek Het einde der pilaren nog hardere dingen geschreven. Net daarom kwam mijn keuze voor de N-VA niet uit de lucht gevallen. Ik had al jaren contacten met alle toppers, die tijdens indiscreties toegaven dat het Belgische systeem onhoudbaar was. Zelfs bij de PS. Maar om partijpolitieke redenen geven ze dat niet publiekelijk toe.”

U bent vaak erg kritisch voor de VRT. Is er sprake van persoonlijke rancune?

“Nee, ik was ook kritisch toen ik nog hoofdredacteur was. Elke avond bekeek ik de programma’s, met pen en papier in de hand, en de volgende ochtend kon iedereen mijn opmerkingen lezen. Die coaching is er nu niet meer.”

Laten we het eens omdraaien: wat vindt u goed bij de VRT-nieuwsdienst?

“Alles wat Phara de Aguirre maakt, is outstanding. Michael Van Droogenbroeck heeft De ochtend op Radio 1 weer op de kaart gezet, en Greet Nagels blijft één van de beste programmamakers van Vlaanderen. Helaas is het beleid abominabel. Tony Mary heeft de holle managementtaal binnengebracht en dat is geëscaleerd. Er werd een Mexicaans leger aangesteld, waardoor er voor elke vijf man een chef is. Er zitten gewoon ook te veel mensen die men amper aan het werk kan zetten.”

Kon u als hoofdredacteur dat Mexicaanse leger niet uitdunnen?

“Ik héb mensen ontslagen, en ik weet niet of iemand dat na mij nog heeft gedurfd. Bij de VRT word je alleen ontslagen als er geen geld meer is. Meestal schrapt men dan jonge talenten van wie het contract ten einde loopt, aan de feitelijk vastbenoemden wordt niet geraakt.”

Wat vond u van de verkiezingsverslaggeving?

“Te veel dezelfde debatten met dezelfde mensen. De VRT weet niet meer wat nieuws is. Men probeert ‘het volk te verheffen’ door de mensen te vertellen wat ze belangrijk moeten vinden. Na de verkiezingen concludeerde de hoofdredactie dat ze te veel op het klimaat had gefocust. Waarom werd er dan niet tíjdens de campagne bijgestuurd? Kijkt iemand van de bazen nog naar de programma’s? Ons kwam die overkill wel goed uit. Alle klimaatdebatten kwamen de Vlaming zo de strot uit dat hij voor ecorealistische partijen heeft gekozen. Men heeft Groen gewoon doodgeklopt.”

Er staat een opmerkelijk zinnetje in de startnota van Bart De Wever: ‘De VRT moet meer dan ooit focussen op het versterken van de Vlaamse identiteit en haar representativiteit ten aanzien van het ideologische landschap in Vlaanderen.’

“Dat betekent dat je de mensen geen thema’s door de strot moet rammen. De VRT heeft sociologisch onderzoek ter beschikking: men had moeten weten dat deze verkiezingen over migratie en de pensioenen zouden gaan.”

Je zou die zin ook kunnen lezen als: de VRT moet rechtse partijen wat meer genegen zijn.

“Maar nee! Als Bart De Wever op de VRT verschijnt, vind ik zelfs dat hij doorgaans niet zo kritisch wordt aangepakt. Hij organiseert zijn eigen mediaschaarste, waardoor journalisten denken: ‘Als we hem in de studio hebben, is het al binnen, want dan gaan de kijkcijfers omhoog.’”

Dat is toch erg?

“Waarom? Een politicus is niet verplicht om aan iedereen interviews te geven.”

Nee, maar als journalisten minder kritisch worden, bang om door hem te worden geboycot, dreig je in propaganda te vervallen.

“Hij heeft geen probleem met kritische vragen. Maar als hij oneerlijk wordt behandeld, vergeet hij dat niet.”

Wat vindt u van Pieterjan De Smedt, die zijn microfoon terugtrekt als de ondervraagde niet op zijn vraag antwoordt?

“Die jongen is goed, maar je moet hem coachen. Nu is zijn trukendoos beperkt tot het wegtrekken van de microfoon. Zet hem in een studio en hij heeft een probleem. Helaas wordt er niet meer gecoacht op de VRT, alleen nog gemanaged.”

© Humo