Direct naar artikelinhoud
Onderwijs

Katholiek Onderwijs: laat leraar zich bijscholen om ander vak te kunnen geven

Katholiek Onderwijs: laat leraar zich bijscholen om ander vak te kunnen geven
Beeld Tim Dirven

Leerkrachten die zich in de loop van de loopbaan bijscholen om een ander vak te kunnen geven. Die optie legt Katholiek Onderwijs Vlaanderen in aanloop naar het nieuwe schooljaar op tafel. Het moet meer variatie in de loopbaan brengen en zo meer leerkrachten in het beroep houden.

“We pleiten ervoor om leerkrachten, natuurlijk als zij dat zelf willen, te laten bijscholen zodat ze ook een ander vak kunnen geven.” Dat zegt Lieven Boeve, directeur-generaal van het Katholiek Onderwijs Vlaanderen in een interview met De Morgen. Die mogelijkheid zal deel uitmaken van de educatieve master. Dat is de opvolger van de lerarenopleiding die vanaf dit academiejaar ingaat aan de universiteiten.

Boeve hoopt op die manier iets te doen aan het lerarentekort. Volgens het ministerie van Onderwijs moeten we de komende jaren telkens op zoek naar 5.000 tot 7.000 extra leerkrachten. “Dit kan vooral interessant zijn voor de vakken met minder lesuren, zoals biologie of fysica, om zo meer lesuren binnen één school te kunnen geven”, zegt Tine Baelmans, vicerector Onderwijsbeleid van de KU Leuven.

Al moet de oproep vooral helpen om leerkrachten langer in het beroep te houden door hen een meer gevarieerde loopbaan aan te bieden. “Bijvoorbeeld nadat een leraar tien jaar fysica heeft gegeven of omdat de school ziet dat er ergens een gat valt”, zegt Boeve. “Zij kan dan zeggen: ‘Jij hebt daar interesse voor. Als je je bijschoolt, is die taak voor jou.’”

Hoe scholen dit praktisch kunnen organiseren op school, of wat het effect van die omscholing op de verloning is, is nog niet uitgewerkt. Voor Katholiek Onderwijs Vlaanderen kunnen deze elementen mee het onderwerp zijn van een loopbaanpact.

Zij-instromers

Verschillende universiteiten bieden vanaf academiejaar 2019-2020 een verkort traject van de educatieve masteropleiding aan. Oorspronkelijk is het doelpubliek daarvoor vooral de zij-instromers (mensen die pas later in de carrière leerkracht worden) en de studenten die beginnen aan een educatieve master en dat graag voor twee vakken willen doen. Vereiste is dan wel dat die studenten voldoende vakkennis opdeden voor hun tweede gekozen vak. De universiteiten legden die minimumgrens op 30 studiepunten, dat is grosso modo een halfjaar aan vakken. Voor talen zou die grens op 60 studiepunten – een jaar – liggen.

Zij-instromers
Beeld Wouter Van Vooren

Nu wordt onderzocht hoe zo’n verkort traject ook kan worden ingezet voor leerkrachten die al lesgeven en bijvoorbeeld na tien jaar wat anders willen. “Het gaat om een aangepast programma voor die doelgroep, al is het definitieve opzet nog afhankelijk van decretale bepalingen”, zegt Bregt Henkens, hoofd van de lerarenopleiding aan de KU Leuven. Verschillende universiteiten zouden zulke plannen aan het uitwerken zijn. De optie bestond al in de oude lerarenopleidingen, al is de verwachting dat ze nu veel meer zal worden gepromoot.

Vakdidactiek

Leerkrachten die in het programma stappen, hoeven niet opnieuw alle algemene vakken pedagogie en didactiek te volgen. Wél moeten ze de vakdidactiek volgen. Zo leren zij specifiek hoe zij een nieuw vak moeten doceren. 

In de wandelgangen rijzen ook wel enkele bedenkingen bij het plan. Zo worden er vragen gesteld bij de minimumgrens van 30 of 60 studiepunten om zo’n nieuw vak te kunnen gaan volgen. Is zo’n halfjaar wel genoeg om een vak voldoende te kunnen beheersen om het te onderwijzen op masterniveau?

Vakdidactiek
Beeld Wouter Van Vooren