Het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Brussel voerde in de schooljaren 2012-2013 en 2013-2014 samen met de VUB-professoren Johan Vanderfaeillie en Christiaan Schotte een onderzoek uit in Nederlandstalige kleuter- en lagere scholen in Brussel naar de perceptie van ernstige vormen van kindermishandeling. In totaal werden 279 leerkrachten, CLB-medewerkers en directeurs ondervraagd.

Het opvallendste resultaat is dat de origine van het kind een belangrijke rol speelt in de inschatting van de ernst en de visie op de aanpak van kindermishandeling. Bij kinderen van Turkse, Marokkaanse en Afrikaanse afkomst wordt mishandeling als ernstiger gesignaleerd en heerst er een grotere interventiedrang. Bij Oost- en West-Europese kinderen heerst er eerder een onderschatting van de mishandeling en is er een beduidend minder grote interventiedrang.

Kindermishandeling herkennen, is niet altijd een evidentie, want een op tien van de ondervraagden herkende een dergelijke situatie niet. De personen die in het privéleven of op het werk zelf al ervaring hadden met kindermishandeling herkennen de situaties dan weer beter.

Ten slotte werd duidelijk dat emotionele mishandeling het kleine miskende broertje blijft van fysieke en seksuele mishandelingen. Het VK dringt er dan ook op aan dat er hier een grote nood is aan bewustmaking.

(belga)