Direct naar artikelinhoud
Archeologie

Archeologen doen gruwelvondst in Peru: graf met in totaal 227 geofferde kinderen

Een van de kinderskeletten in het massagraf in Noord-Peru.Beeld Luis Puell / AFP

Alweer hebben archeologen een gruwelvondst gedaan aan de noordkust van Peru: een graf met in totaal 227 kinderen erin. De kinderen, van 4-jarige kleuter tot 14-jarige tiener, werden zo goed als zeker in de late middeleeuwen geofferd om een of ander onheil af te wenden. De doden, van wie sommigen nog haar en huid hadden, lagen allemaal met hun hoofd richting de zee, wat een verband suggereert met een natuurramp.

De opgraafplek ligt amper een uur lopen van de plek waar archeologen vorig jaar al 140 kinderskeletten en 200 lama’s opgroeven. Geen toeval, denkt archeoloog Lex Geurds, die het gebied kent: “Zo dicht bij elkaar, dat is eigenlijk dezelfde plek. Het is zeer interessant om te weten of deze twee gebeurtenissen ook tegelijkertijd hebben plaatsgevonden. De grote vraag is: wat was daar aan de hand, dat deze mensen zo extreem reageerden?”

De kinderen zullen met rood geverfde gezichten en in rituele optocht naar de slachtplaats zijn geleid, blijkt in elk geval uit de analyse van het vorige massagraf. Daar hadden de kinderen en de lama’s bovendien opengebroken borstbenen, naar men aanneemt om het hart te verwijderen.

Wanhoopsdaad

Een wanhoopsdaad, legt Geurds uit. “Dit is zeer extreem, het grijpt je naar de keel. Maar toch hoort dit bij het spectrum van responsen van hoe mensen reageren op hun omgeving.” Regelmatig worden er in de omgeving groepjes geofferde lastdieren aangetroffen, vertelt Geurds, en een enkele keer is er sprake van een los mensenoffer. Maar kennelijk was de rampspoed in het begin van de 15de eeuw zo ernstig dat men alles uit de kast trok om de goden gunstig te stemmen: waardevolle lastdieren, en zelfs de kinderen.

Kinderskeletten met archeologisch gereedschap in het massagraf in Noord-Peru, met het grootste aantal kinderoffers ter wereld.Beeld AFP

De vondsten stammen uit de tijd van de Chimú-cultuur, een boerenmaatschappij die vanaf ongeveer de 9de eeuw bloeide aan de noordelijke kuststrook van Peru, tot de Inca’s het land in 1475 veroverden. Al in 1969 vonden archeologen een verzamelgraf met 17 kinderen en 20 lama’s, die kennelijk rond het jaar 1400 waren geofferd. Maar een slachting van 227 kinderen is ongekend, maakten plaatselijke archeologen woensdag wereldkundig.

Overstromingen

Hoofdonderzoeker Feren Castillo, die zijn bevindingen nog in detail moet publiceren, vermoedt een verband met El Niño. In Zuid-Amerika kan dat weerfenomeen extreme regenval en overstromingen veroorzaken. “Het zou inderdaad erg spannend zijn als we deze gebeurtenissen kunnen koppelen aan een bepaalde El Niño uit het verleden”, zegt Geurds.

De eerste 56 kinderskeletten kwamen vorig jaar zomer boven de grond, amper twee maanden na de bekendmaking van de 140 geofferde kinderen verderop. De archeologen sluiten niet uit dat er nog meer in de grond ligt. “Het is niet te behappen, dit geval met de kinderen”, zegt Castillo tegen nieuwszender Al Jazeera. “Waar je ook graaft, ligt er weer een.”