Direct naar artikelinhoud
Onderwijs

Geen diploma, maar toch al zelfstandig voor de klas? Het gebeurt steeds vaker bij scholen in nood

De komende jaren zijn er 5.000 tot 7.000 extra leerkrachten nodig volgens het ministerie van Onderwijs.Beeld Wouter Van Vooren

Geen diploma, maar toch al zelfstandig voor de klas? Lerarenopleidingen zien secundaire scholen steeds vaker en vroeger aan de mouw van studenten trekken om openstaande uren in te vullen. Verschillende hogescholen maken zich zorgen over een gebrek aan begeleiding.

“Heb je niemand voor Frans?” Tinne Auwerkerken, opleidingshoofd van de lerarenopleiding secundair onderwijs aan de Antwerpse Karel de Grote Hogeschool (KdG), hoort de vraag sinds januari steeds vaker vanuit de scholen. Een goede stagiair die zonder een paar waakzame ogen overeind kan blijven, en liefst Frans of een wetenschapsvak kan geven, blijkt een ideale reddingsboei om een paar vrijstaande interim-uren in te vullen. Ook bij aanvang van het schooljaar lopen de vragen alweer binnen bij KdG. “Een vraag die aantoont hoe nijpend het tekort aan leraren is”, zegt Auwerkerken.

Volgens het ministerie van Onderwijs moeten we de komende jaren telkens op zoek naar 5.000 tot 7.000 extra leerkrachten. Voor het secundair onderwijs zou het om 2.500 à 4.500 leerkrachten gaan, zo blijkt uit cijfers die Het Nieuwsblad verzamelde. Andere hogescholen bevestigen dat die situatie voor druk zorgt, ook in het basisonderwijs trouwens. “Halverwege het vorige academiejaar is de vraag bij ons ontploft”, zegt Veerle Vandenberghe, praktijkcoördinator aan de Gentse Arteveldehogeschool. Zowat 15 à 20 van de 240 laatstejaars zou op zo’n vraag ingegaan zijn, voor KdG gaat het om 11 studenten op een totaal van 130.

Concreet betekent dit dat vooral laatstejaarsstudenten vrijwillig en onbezoldigd – want nog geen diploma – een zelfstandige lesopdracht opnemen in plaats van de klassieke begeleiding van een stagetraject. Zowel het Gemeenschapsonderwijs (GO!) als Katholiek Onderwijs Vlaanderen zien geen probleem, omdat het om een kortetermijnoplossing gaat waarvoor enkel sterke studenten in aanmerking komen. “Ze kunnen bovendien op dezelfde aanvangsbegeleiding rekenen als een startende leerkracht”, klinkt het bij beide koepels.

Excellentietraject

Toch: sommige studenten zouden al rechtstreekse jobaanbiedingen krijgen nog voor ze begonnen zijn aan hun stage. “Soms word je als opleiding bijna voor een voldongen feit gesteld. De directie is enthousiast, de student is enthousiast, maar als opleiding moet je partypooper spelen”, zegt Vandenberghe. Lang niet elke laatstejaarsstudent is namelijk rijp om alleen voor de klas te staan. 

“Nog geen 10 procent van de generatiestudenten is dat, je riskeert dus om iemand onbevoegd voor de klas te hebben”, zegt Katelijne Van der Pas (Thomas More Hogeschool), die het enkel als een soort ‘excellentietraject’ ziet dat nooit meer dan twee à drie weken kan beslaan.

Sowieso verbinden hogescholen er voorwaarden aan. Bij KdG kan het alleen voor laatstejaars in hun laatste semester, omdat dan sowieso de stage primeert. Arteveldehogeschool laat het  alleen toe op scholen waar een cluster aan stagestudenten vertoeft, omdat daar een stagemonitor aanwezig is. Het kan bovendien nooit het hele stagerooster van 12 lesuren inpalmen. “Al horen we soms dat er dan toch twee betaalde uren bij een stagerooster komen, dankzij een creatieve directeur”, zegt Vandenberghe.

Auwerkerken wijst op een aantal evidente valkuilen: de lesopdracht die kan overlappen met contactmomenten van de lerarenopleiding, of de begeleiding die door het lastminutekarakter niet goed georganiseerd is. “Scholen zouden zo'n opdracht meer als een werkplekstage moeten zien, waarbij ze een minimum aan begeleiding voorzien.”

Dat werkplekleren wordt door AP Hogeschool Antwerpen nu al naar voren geschoven als pilootproject in het secundair onderwijs, in samenwerking met GO! en het stedelijk onderwijs in Antwerpen. Zowat 15 procent van de laatstejaarsstudenten zou in het laatste jaar aan één school gekoppeld worden. “Alleen voor de klas staan zal er af en toe bijkomen, maar ook hier kan dat nooit een structurele oplossing zijn”, zegt coördinator Jo Vandenhauwe. “Anders riskeer je dat de nu al grote uitval bij startende leerkrachten enkel groeit, door hen te vroeg voor de leeuwen te gooien.”