Direct naar artikelinhoud
Onderwijs

Steinerscholen willen uitzondering voor eindtermen

Een steinerschool in Lier.Beeld ID/ photo agency

Maandag gaan nieuwe eindtermen in voor de eerste graad van het secundair onderwijs. Twee steinerscholen willen aan die overheidsnorm ontsnappen. ‘Dit maakt ons pedagogisch project onmogelijk.’

De twee scholen vragen de onderwijsminister om hun eigen vervangende eindtermen te mogen gebruiken en die van de overheid te laten voor wat ze zijn. Eindtermen zijn de minimumdoelen waarvan de Vlaamse overheid beslist dat leerlingen ze moeten halen. Hoe scholen die inhouden in de les behandelen, bepalen ze zelf. De facto gebeurt dat vaak door de koepels die leerplannen opstellen om scholen daarbij te helpen.

Het steineronderwijs is altijd erg kritisch geweest voor die aanpak. Volgens hen zijn de minimumdoelen van de overheid te gedetailleerd en te omvangrijk om hun eigen pedagogische project na te kunnen streven. “We hebben geoordeeld dat de ruimte die overbleef voor onze eigen opvattingen, te krap werd en dat we daar vanuit een ander concept een alternatief tegenover moesten plaatsen dat dichter bij onze onderwijsvisie aansluit”, zegt woordvoerder Paul Buyck.

Niet-chronologische lesindeling geschiedenis

De steinerscholen halen het vak geschiedenis aan als voorbeeld. Elke eerstejaarsleerling uit het regulier secundair die zo’n les binnenstapt, weet wat hij of zij kan verwachten: een les over de prehistorie of de klassieke oudheid. Pas in de latere jaren volgen lessen over de Tweede Wereldoorlog. Die volgorde ligt vast in de eindtermen.

Niet zo in het steineronderwijs. Dat behandelt de verschillende periodes in de menselijke geschiedenis niet chronologisch, “maar gebruikt de leerstof als ondersteuning bij de innerlijke ontwikkeling van de jongeren”, zegt woordvoerder Paul Buyck. “In de woelige jaren van de puberteit kiezen steinerscholen voor de woelige geschiedenis van de ontdekkingsreizen.”

Om van die volgorde af te wijken, moest het steineronderwijs steeds een uitzondering aanvragen. Die bedong ze een eerste keer in 1997 voor het Arbitragehof, het huidige Grondwettelijk Hof. Omdat de eindtermen opnieuw werden opgesteld voor de eerste graad, moest die uitzondering opnieuw worden aangevraagd voor 1 september in een zogenaamd gelijkwaardigheidsdossier. Het is nu aan de minister en finaal aan het parlement om daarover te beslissen.

Niet zeker of nieuwe uitzondering toegestaan wordt

Volgens jurist en expert onderwijsrecht Johan Lievens (KU Leuven) rekent het steineronderwijs zich beter niet te snel rijk. “Veel hangt af van de concrete afwijkingsaanvraag en hoe de nieuwe Vlaamse regering die zal beoordelen. Het is zeker niet omdat het steineronderwijs in het verleden al afwijkingen heeft verkregen, dat dat sowieso opnieuw gebeurt.”

De kans bestaat dat dit een hoofdpijndossier wordt voor de volgende minister van Onderwijs. De eindtermen zorgden de voorbije legislatuur al voor de nodige politieke hetze, onlangs nog toen Katholiek Onderwijs Vlaanderen ze “te ambitieus” noemde.