Direct naar artikelinhoud
DM Zapt

‘Lu-ka-ku’: die ene seconde wist mij te pakken

Sportanker Eddy Demarez.Beeld RV


Kris Kuppens zet deze week de blik op oneindig. Vandaag over een fragment van één seconde uit het VRT-journaal.

Het beeld duurt welgeteld één seconde. Een man, naar alle waarschijnlijk een Italiaan, een Milanees zowaar, schreeuwt zich de longen uit het lijf. Zijn opengesperde lippen persen er heel duidelijk één klank uit. Ondanks het brullen, blijft hij – in navolging van de acteur die zijn mondhoeken opwarmt door puntig en snel na elkaar de woorden potten, pannen, koffiekannen uit te spreken – als de beste zijn articulatie verzorgen. Slechts drie lettergrepen zijn het: Lu-ka-ku. Romelu scoort zijn eerste doelpunt in de Italiaanse competitie en ik kijk naar het sportverslag in het middagjournaal van de VRT.

Het sportanker van dienst, Eddy Demarez, houdt het enthousiasme professioneel, maar ‘dat Romelu Lukaku absolúút zijn debuut bij Inter Milaan niet gemist heeft’, moet hij toch en absolúút tot tweemaal toe in een tijdspanne van amper een minuut kwijt. Daarmee heeft hij de voorzet van bevallige collega Wim De Vilder – ‘Eddy, jij hebt goed nieuws van Rode Duivel Lukaku?’ – ruimschoots en absolúút binnen getrapt. Achter hem op het scherm is de breed lachende voetballer in zijn nieuwe shirt en met fris geschoren hoofd te zien. Eerder kleine oren heeft die jongeman.

Een fan van Inter Milaan schreeuwt het uit wanneer Romelu Lukaku zijn eerste doelpunt scoort voor de Italiaanse club. Beeld uit het sportverslag in het middagjournaal van de VRT.Beeld RV

Ik ben blij voor Big Rom. Het is hem gegund. Niet dat ik wel eens op hem vloek – op hem niet alleen trouwens. Soms lijkt hij met zijn rug naar de goal te staan en te traag in de actie te stappen of zich te verslikken in een bal te ver van de voet. Maar hij trapt ze wel binnen, elke keer opnieuw. De spits met zijn flits. Bij al die glorie, blijft hij bovenal beleefd en heeft hij de schijn van bescheiden te zijn. Mensen die ik ken die hem kennen, vinden hem aardig, lief, jong en ook groot natuurlijk. 

Laat hem maar voetballen onder de Noord-Italiaanse zon. De Italianen zullen hem op handen dragen en als de dag van de zure regen komt, verzacht zijn gespijsde bankrekening de pijn wel. Dat laatste is eerder onwaar, me dunkt. 

Maar genoeg over verdiensten van voetballer en ankers, terug naar de man uit Milaan, die brullende Italiaan, want het is hij die mij die seconde lang pakt. Zijn uitzinnigheid en oprechtheid en vooral de vergankelijkheid ervan wel te verstaan. Hij, een brave huisvader van veertig misschien, laat vermoedelijk voor het eerst in zijn leven de stembanden hevig trillen voor de lange man uit Boom. Lu-ka-ku. Vóór dit moment vuurde hij ongetwijfeld anderen aan, even uitzinnig en even oprecht. Maar zij zijn gegaan en Romelu is gekomen. Als ook hij gaat, zullen er weer anderen komen en zullen de ‘Lu’, de ‘ka’ en ‘ku’ alvast door deze Milanees niet meer uitgeschreeuwd worden. Hooguit worden ze nog eens stilletjes in een herinnering vermeld. Het is die ene seconde die maar even bestaat en in dat even alles van betekenis samenperst en zegt: pak me dan. Om dan en voorgoed te verdwijnen.